De weduwnaar van een vrouw die een beheer BV naliet waarmee onroerend goed wordt geëxploiteerd heeft geen recht op toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) omdat de beheer BV geen onderneming drijft in materiële zin, oordeelt de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De rechtbank volgt de man niet in zijn opvatting dat er sprake is van meer dan normaal vermogensbeheer omdat hij in tegenstelling tot veel andere beleggers in vastgoed de ‘property management’-activiteiten zelf verricht.
De man was samen met de twee kinderen van de in 2013 overleden vrouw erfgenaam. In de aangifte voor de erfbelasting verzocht hij om toepassing van de vrijstelling (BOR) van artikel 35b van de Successiewet 1956 met betrekking tot de verkrijging van de aandelen in de beheer BV. De inspecteur nam echter het standpunt in dat de BOR niet van toepassing is op de verkrijging van de aandelen.
Meer dan normaal vermogensbeheer
Voor de beoordeling van de bij de rechtbank in geschil zijnde vraag diende te worden beoordeeld of de beheer BV op de overlijdensdatum van de vrouw een onderneming dreef als bedoeld in artikel 3.2 van de Wet IB 2001. Van een onderneming in materiële zin is sprake bij aanwezigheid van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid die is gericht op het deelnemen aan het maatschappelijk productieproces met het oogmerk om winst te behalen. Bij exploitatie van onroerende zaken geldt in dat verband dat de in dit kader te verrichten of verrichte arbeid naar aard en omvang meer moet hebben omvat dan bij normaal vermogensbeheer gebruikelijk is, met als doel het behalen van een rendement dat het bij normaal vermogensbeheer opkomende rendement te boven gaat (vgl. HR 10 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:396).
Geen onderneming
De rechtbank is van oordeel dat uit de feiten volgt dat de beheer BV geen onderneming drijft in materiële zin. De activiteiten van de beheer BV bestaan sinds de jaren tachtig uit de verhuur van onroerende zaken die sindsdien in bezit zijn geweest van de BV. Werkzaamheden ten behoeve van de verhuur in de beheer BV gaan naar het oordeel van de rechtbank normaal vermogensbeheer niet te boven. Het feit dat de werkzaamheden die samenhangen met de verhuur door eigen personeel van de beheer BV wordt verricht (in 2013 door de man en zijn dochter), de werkzaamheden van diverse aard zijn en aan deze werkzaamheden een groot aantal arbeidsuren is besteed, maken nog niet dat sprake is van onderneming in materiële zin. De aard van de werkzaamheden die worden verricht vanuit de beheer BV komen naar het oordeel van de rechtbank grotendeels overeen met werkzaamheden die betrekking hebben op verhuur van onroerende zaken.
‘Property management’
Daarin ligt ook besloten dat de rechtbank de man niet volgt in de (rechts)opvatting die, kort gezegd, inhoudt dat aangezien veel beleggers in vastgoed tegenwoordig ‘property management’-activiteiten niet zelf verrichten maar uitbesteden aan professionele partijen, de omstandigheid dat de man dergelijke activiteiten wel zelf verricht omdat hij denkt daarmee een hoger rendement te halen, meebrengt dat sprake is van meer dan normaal vermogensbeheer. Naar het oordeel van de rechtbank gaat het om de aard van de activiteiten, en de hier aan de orde zijnde activiteiten gaan naar hun aard normaal vermogensbeheer niet te buiten, oordeelt de rechtbank. De aard van die activiteiten wordt niet anders als juist zou zijn dat veel beleggers beheeractiviteiten (grotendeels) uitbesteden. Evenmin brengt dat mee dat wat ‘normaal vermogensbeheer’ is anders wordt.
Geef een reactie