Een accountant is door de rechter in Amsterdam veroordeeld tot een boete van € 7.000 voor het als feitelijk leidinggevende van een bedrijf niet melden van drie verdachte transacties in het kader van de Wwft. Hij heeft niet aan de meldplicht voldaan en geen deugdelijk cliëntenonderzoek gedaan.
De man verdedigde zich door te stellen dat hij niet wist dat hij contante betalingen boven de € 15.000 moest melden aan de Financiële inlichtingen eenheid (FIU). Hij zou een bedrijf in de arm hebben genomen om hem van dergelijke regelgeving op de hoogte te stellen, maar dat heeft het niet gedaan. Bovendien zou niet zijn bewezen dat hij niet of niet deugdelijk cliëntenonderzoek heeft verricht.
Drie contante betalingen
Het ging om overtredingen in de periode van 1 september 2014 tot en met 31 januari 2015. Er zijn toen door het bedrijf waar de man werkte drie transacties verricht, waarbij telkens contante betalingen van € 15.000 in ontvangst zijn genomen. Deze ongebruikelijke transacties hadden moeten worden gemeld. De rechtbank overweegt ‘dat verdachte volledig kan worden vereenzelvigd met [zijn bedrijf], omdat hij als enige persoon daarbij direct betrokken was in de ten laste gelegde periode’. De man had dus meldplicht conform de Wwft. Dat hij niet van de meldplicht wist, baat hem niet. ‘Verdachte was namelijk in Nederland werkzaam als accountant. Het was dan ook zijn verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat hij op de hoogte was van de in Nederland geldende regelgeving.’ Het bedrijf dat hij in de arm had genomen, heeft meermalen gevraagd of hij de betreffende transacties had gemeld bij de FIU. Daarop heeft hij niet gereageerd.
Lagere straf dan geëist
De man heeft ook nagelaten om cliëntenonderzoek te doen, oordeelt de rechter. Hij stelt zelf dat hij dat wel heeft gedaan en dat hij daarvan documentatie heeft in Portugal. Die is echter niet beschikbaar gesteld aan de rechtbank. De accountant krijgt een geldboete van € 7.000, waar de officier van justitie heeft € 14.000 had geëist. ‘De rechtbank ziet in onderhavige zaak in de persoonlijke omstandigheden van verdachte en zijn financiële situatie, maar ook gelet op de ouderdom van de feiten, aanleiding om een lagere straf op te leggen dan de officier van justitie heeft geëist.’
Uitspraak: ECLI:NL:RBAMS:2019:5975
J. van Ravenhorst zegt
Bezopen om hier de accountant voor te laten opdraaien. Het willen spelen als verklikker is te prijzen. Maar beter was het geweest de transacties waar het om ging te redresseren of de klant zijn opdracht terug te geven.
DE ene helft van NL houdt toezicht op de andere helft. Waar was dat ook al weer meer? Denk aan 1989 en daarvoor, waar de zon opkomt.