De Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) heeft in beleidsgesprekken met opleiders gepeild wat de rol is van het onderwerp fraude in de opleidingen. ‘De conclusie is dat de aandacht voor fraude als een rode draad door de opleidingen heen loopt en dat de studenten daarmee een solide basis ontwikkelen voor de praktijk als beginnend beroepsoefenaar.’
Bij alle opleidingen wordt aandacht besteed aan het bespreken van actualiteiten en fraude. ‘Hierbij komt ook de discussie met betrekking tot de rol van de accountant voor het ontdekken van fraude (prestatie- versus verwachtingskloof) aan de orde. Maatschappelijke waarden en normen zijn aan veranderingen onderhevig. De ontwikkelingen in het beroep op dit gebied – zoals toenemende samenwerking met forensisch accountants of verbreding van de accountantsfunctie naar bredere wettelijke compliance controle – zullen nauwlettend gevolgd moeten worden in relatie tot de eindtermen.’
Zelf brainstormen over fraudemogelijkheden
Opleidingen proberen studenten inzicht te geven in frauderisico’s door het geven van voorbeelden van fraude of studenten zelf te laten brainstormen over fraudemogelijkheden, aldus de CEA. ‘De opleidingen maken ook gebruik van casuïstiek om fraudesignalen te bespreken met studenten. Een good practice is het behandelen van één casus vanuit de verschillende kernvakken in het curriculum. Hierdoor leert de student de casus vanuit de verschillende perspectieven te analyseren.’ Ook psychologische aspecten van fraude komen vaak aan de orde. ‘In toenemende mate wordt ook aandacht besteed aan het gebruik van data-analyse tijdens de (fraude)controlewerkzaamheden. De aandacht hiervoor verschilt per opleiding. Een gesignaleerde good practice is het beschikbaar stellen van een ERP-omgeving aan studenten waarin ze kunnen oefenen in data-analyse.’
Contextuele intuïtie
De CEA wijst verder op het ontwikkelen van zogeheten contextuele intuïtie en het reflecteren erop. ‘Het belangrijkste middel dat de opleidingen gebruiken om studenten te leren reflecteren is het gebruik van dilemma’s, waarbij geen goed of fout antwoord bestaat. Door groepsdiscussies leren studenten te reflecteren op de diverse opvattingen.’ Soms worden dilemma’s als rode draad door de verschillende vakken heen verwerkt. ‘Een andere good practice is de inzet van gastdocenten zodat studenten leren om onderwerpen ook vanuit een ander perspectief te beoordelen. Eén opleiding laat de studenten samenwerken met studenten van andere studierichtingen, hetgeen ook het perspectief van de studenten verbreedt.’
Communicatie
Communiceren krijgt niet overal even veel aandacht, aldus de commissie. ‘Een aantal opleidingen maakt gebruik van gedragsdeskundigen die een college/workshop geven waarna met de studenten ingegaan wordt op hun eigen dilemma’s. Vrijwel alle opleidingen maken gebruik van rollenspelen, waarvan sommige met externe acteurs, zodat studenten leren communiceren in (nagebootste) praktijksituaties.’ Sommige opleidingen overwegen in de toekomst meer aandacht te besteden aan de samenwerking met forensisch accountants.
De vraag blijft wel hoe de beginnend accountant in zijn verdere carrière bekwaamt in fraudesignalering. ‘Deze voortgezette ontwikkeling is met name van belang omdat de beginnend accountant nog geen eindverantwoordelijkheid draagt voor specifieke werkzaamheden zoals: contact met de cliënt over gesignaleerde fraude, het inschakelen van een forensisch accountant en de uitvoering van de melding.’
De vraag aan hebt einde is een goede. De eindverantwoordelijke heeft zijn opleiding in een ander tijdsgewricht gehad. Wellicht was fraude toen een minder issue met dienovereenkomstig afwijkend curriculum. In de reflectie(groep) daarom bij voorkeur ook eindverantwoordelijken en/of senior accountants betrekken is dan meteen wat bij mij opkomt. En misschien gewaagd maar waarom in de reflectie niet ook een casus (anoniem) opnemen waarbij fraude heeft geleid tot een civielrechtelijke schikking waarbij het accts Kntr miljoenen aan schade moest vergoeden.