Een man komt niet in aanmerking voor toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) voor twee BV’s waarin de beheer-BV waarin hij aandelen heeft gekregen minder dan vijf jaar aandeelhouder was ten tijde van de schenking. Dat adviseert de A-G aan de Hoge Raad.
De man heeft in 2014 van zijn ouders door schenking alle aandelen in een beheer-BV verkregen. Zijn ouders hadden de aandelen ten tijde van de schenking meer dan vijf jaar in hun bezit. De Belastingdienst heeft bij de berekening van de schenkbelasting de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) buiten beschouwing gelaten voor zover de waarde van de geschonken aandelen in de beheer-BV betrekking heeft op indirecte belangen in twee andere BV’s. Die waren op het moment van de schenking korter dan vijf jaren in het bezit van de beheer-BV.
Afzonderlijke bezitstermijn voor indirect belang
De rechtbank oordeelde dat voor iedere objectieve onderneming de bezitstermijn afzonderlijk moet worden toegepast en wijst de eis van de man af. Voor de Hoge Raad probeert hij alsnog toepassing van de BOR te bewerkstelligen. Maar de A-G oordeelt net als de rechtbank: ‘Uitgaande van individuele materiële ondernemingen, meent de A-G dat ten aanzien van de indirect gehouden belangen in [de andere BV’s] een afzonderlijke bezitstermijn bij de beheer-BV moet worden gehanteerd van vijf jaren. Daaraan is in casu niet voldaan.’
De man klaagt ook dat buiten beschouwing is gebleven dat zijn ouders wel een aanmerkelijk belang hadden in een van de BV’s voordat de beheer-BV aandeelhouder werd. Maar die klacht moet ook worden afgewezen, adviseert de A-G: ‘[De BV] is weliswaar meer dan vijf jaren voor de schenking opgericht door één van de schenkers, maar is korter dan vijf jaren voor de schenking overgedragen aan de beheer-BV, waarvan de schenkers voorafgaand aan de schenking de aandelen bezaten. Het is echter volgens de A-G wel zo dat door een verhanging, krachtens titel van koop, van een aanvankelijk direct gehouden aanmerkelijk belang aan een eigen holdingmaatschappij op grond van artikel 35d, eerste lid, onderdeel c van de SW een nieuwe bezitstermijn voor de BOR gaat lopen.’
URSE voorziet niet in koop van aandelen
De Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting (URSE) voorziet wel in tegemoetkomingen op de bezitstermijn, overweegt de A-G. ‘Het betreft wijzigingen van de juridische huls waarin de onderneming wordt gedreven, zonder materiële verandering van verhoudingen. Daarbij gaat het om situaties zoals de geruisloze inbreng van een onderneming in de inkomstenbelasting naar een aanmerkelijk belang in een NV of BV. Ook is voorzien in een uitbreiding voor fiscaal geruisloze doorschuifsituaties. Koop van aandelen, zoals in casu, wordt in dit kader niet genoemd.’
Parket bij de Hoge Raad, ECLI:NL:PHR:2019:825
Geef een reactie