In een eerste reactie op het rapport met voorlopige bevindingen van de Commissie Toekomst Accountancysector (CTA) haalt SRA-voorzitter Paul Dinkgreve flink uit naar de opstellers. Door de SRA aangeleverde informatie over de toetsingssystematiek en -methodiek is volgens de netwerkorganisatie door de commissie ‘onjuist, onvolledig en daarmee onzorgvuldig’ in het rapport verwerkt. Daardoor wordt volgens de SRA momenteel schade veroorzaakt ‘aan de reputatie van de RC en daarmee aan de reputatie van SRA-kantoren en de vereniging SRA’.
Toezicht
‘In uw rapport schetst u onder meer een beeld alsof de kwaliteitstoetsing vanuit de RC alleen gebaseerd is op self assessment en inventarisatiegesprekken’, schrijft SRA-voorzitter Dinkgreve. ‘Ook vermeldt uw rapport dat sprake zou zijn van drie toezichthouders. In de huidige, wettelijke opzet is sprake van één toezichthouder. De SRA (en NBA) voeren kwaliteitstoetsingen uit op basis van de Kwaliteitsverordening (Wab), en meten kwaliteit bij accountantskantoren. Zoals vastgelegd in de Wta (artikel 48, lid 1), steunt de toezichthouder op deze resultaten. Het toezicht is ook niet gedelegeerd, zoals uw rapport vermeld.’
Reputatieschade
‘Deze informatie, met name die over de toetsingssystematiek en -methodiek, wordt nu breed uitgemeten in de pers en veroorzaakt schade, aan de reputatie van de RC en daarmee aan de reputatie van SRA-kantoren en de vereniging SRA’, gaat Dinkgreve verder. ‘Ook de ondernemingen die gecontroleerd worden door SRA-kantoren lezen de berichtgeving en kunnen zich afvragen of zij wel bij het juiste accountantskantoor zitten. Hiermee doet uw commissie onze inzet vanaf 1992 ten aanzien van kwaliteitstoetsingen en kwaliteitsverbeteringen zeer te kort.’
Rectificatie
Dinkgreve en zijn organisatie vragen daarom om rectificatie door de commissie: ‘Wij hebben als SRA-bestuur de policy om zaken niet via de pers te spelen. Wij hechten belang aan zorgvuldige informatie-uitwisseling en communicatie. Vanuit de herhaalde boodschap dat ook u belang hecht aan zorgvuldige en concrete data en gegevens en communicatie daarover, zou het de commissie dan ook sieren dat u bovenstaande omissies op korte termijn rechtzet. Wij hebben gemeend onze leden op de hoogte te moeten stellen van de onvolkomenheden in uw rapport en ons verzoek aan uw commissie om deze onvolkomenheden zo snel als mogelijk recht te zetten. U vindt dit bericht in de bijlage terug.’
De volledige reactie van de SRA en de brief aan de leden zijn hier te vinden.
Piet Knops zegt
Naar mijn mening heeft de commissie zeker gelijk met de kritiek die wordt geuit op het feit dat toetsingen door de eigen organisaties worden gedaan.
Uit eigen ervaringen met toetsingen via de NBA blijkt dat er veel toetsers zijn die behoorlijk veel tekortkomingen door de vingers zien.
Dit kan worden voorkomen door de toetsingen in handen te geven van een organisatie en toetsers die niet uit eigen beroepsorganisatie komen.
De onafhankelijkheid en het collegiale aspect zou daarmee gediend zijn.
Het belang van de beroepsorganisaties en de leiding daarvan is, om zoveel mogelijk toetsingen met een voldoende te laten afsluiten om imagoschade te voorkomen.
Hierdoor is men vaak niet kritisch genoeg en dat kan via toetsers van buiten de beroepsorganisaties worden voorkomen.
Slagers zijn nu in een bepaald opzicht hun eigen vlees aan het keuren.
Tijdens toetsingen is mij vaak gebleken dat collega’s niet kritisch genoeg durven te zijn.
Immers, je zit rechtstreeks met jouw eigen collega’s aan tafel die je ook vaak tijdens studiebijeenkomsten en vergadering tegenkomt etc. etc.