De roep om meer transparantie door accountants gaat in tegen de huidige wet- en regelgeving, zo reageert de SRA op de discussienotitie ‘Geheimhouding ontrafeld’ van de NBA-stuurgroep Publiek belang. De vereniging vindt dan ook dat een eventueel besluit tot meer bekendmaking allereerst wettelijk verankerd zal moeten worden.
De discussienotitie die in november in consultatie is gegaan, belicht het spanningsveld tussen geheimhouding door accountants en de maatschappelijke roep om meer transparantie. Wat de SRA betreft is daarover een verdere maatschappelijke discussie noodzakelijk, ‘waarbij context, belang en logica van geheimhouding binnen alle domeinen van de financiële verantwoordingsketen integraal moeten worden meegenomen’. Leidt dat tot de conclusie dat meer bekendmaking geboden is, dan vindt SRA wettelijke verankering daarvan noodzakelijk.
Fundamenteel beginsel
De nadruk op de wens van meer transparantie staat namelijk op gespannen voet met de geldende wet- en regelgeving, ‘die als een van de fundamentele beginselen de vertrouwelijkheid kent’. ‘Dit beginsel en de daarmee samenhangende geheimhoudingsplicht is dus een zwaarwegend principe binnen de regelgeving voor accountants.’ De stuurgroep heeft geen aandacht besteed aan de achtergrond van deze geheimhoudingsplicht, zo stipt de SRA aan: ‘Namelijk het waarborgen dat de accountant bij zijn werkzaamheden onbeperkte inzage krijgt in alle relevante bescheiden e.d. van de cliënt.’
Verschillen
De SRA wijst op de verschillen in regelgeving. Zo is de geheimhoudingsplicht voor het controledomein verankerd in de wet: ‘De EU-Verordening schrijft voor dat alle gegevens en documenten waartoe de accountant toegang heeft, worden beschermd door passende regels op het gebied van vertrouwelijkheid en beroepsgeheim. Dit betekent dus een duidelijke wettelijke beperking van de mogelijkheid tot bekendmaking.’ Voor andere professionele diensten liggen vertrouwelijkheid en de geheimhoudingsplicht vast in de VGBA. ‘Niet alleen wet- en regelgeving is op onderdelen verschillend voor de verschillende accountancydomeinen. Dat geldt ook voor de context, het belang en de logica van geheimhouding in de verschillende en specifieke rollen, diensten en situaties van zowel accountants als ondernemingen.’
Te enge benadering
In dat kader mist de SRA gedegen onderzoek en analyse waarin het perspectief van de mkb-accountant, niet-beursgenoteerde en niet-controleplichtige (mkb-)ondernemingen en hun stakeholders is meegenomen, waardoor de notitie en eventuele verdere uitwerking ervan een te enge benadering kent.
‘Mocht een verdere, integrale analyse en maatschappelijke discussie leiden tot de conclusie dat meer bekendmaking op specifieke onderdelen door de accountant geboden is, dan vindt SRA concrete wettelijke verankering daarvan noodzakelijk is. Zowel het maatschappelijk verkeer, bedrijfsleven als het beroep zijn hiermee gebaat.’
Alexander Vissers zegt
Het gehele proces bekend als “Verbeteragenda audit” wordt gekenmerkt dor het negeren van het Unierecht en volstrekte juridische onnozelheid. Het rapport van de Werkgroep “In het publiek belang” is een absurde tekst voor een accountant: het is gebaseerd op wat anderen zeggen, accountants horen niet af te gaan op “van horen zeggen”. Het rapport gaat verder, vijf maanden na publicatie van de Wijzigingsrichtlijn (2014/56/EU) en de Verordening (2014/537/EU) straal voorbij aan beide en stelt maatregelen voor die de Richtlijn en Verordening doorkruisen. Vervolgens verwart de Commissie Toekomst Accountancysector het “beroep”van accountant met wettelijk auditor zijnde externe accountant bij het inventariseren van de tuchtklachten. De Nederlandse wet- en regelgeving met betrekking tot het “accountantsberoep” staat bol van de schendingen van het Unierecht, en een Commissieklacht ter zake zal ik binnenkort indienen.