De Wet minimumbeloning zelfstandigen en zelfstandigenverklaring is gepubliceerd op internetconsultatie.nl. De wet moet de huidige Wet DBA gaan vervangen. Die wetgeving knelt volgens het kabinet voor zzp’ers en hun opdrachtgevers. In het regeerakkoord zijn daarom maatregelen aangekondigd om deze partijen meer zekerheid te geven over de kwalificatie van hun arbeidsrelatie én om schijnzelfstandigheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt te voorkomen.
De regering komt met een wetsvoorstel voor twee maatregelen:
- Het minimumtarief van € 16
- De zelfstandigenverklaring
Ter consultatie ligt een concept-wettekst voor het minimumtarief en een concept-wettekst en daarbij behorende artikelsgewijze toelichting voor de zelfstandigenverklaring voor. Deze wetteksten worden in een later stadium samengevoegd tot één wetsvoorstel. Tot 9 december 2019 is te reageren op de concept-wetteksten.
Minimumtarief
Het minimumtarief zorgt ervoor dat zelfstandigen een bestaansminimum kunnen verdienen als zij voltijds werken, door te voorkomen dat ze tegen te lage tarieven (moeten) werken. De regering beschouwt als ‘voltijd’ voor een zelfstandige dat deze een fulltime werkweek (40 uur) en 46 weken per jaar werkt.
Gelet op het uitgangspunt dat een zelfstandige bij 46 weken per jaar fulltime werken tenminste het sociaal minimum moet kunnen verdienen en rekening houdend met het aantal declarabele uren, reserveringen voor ziekte, leegloop of arbeidsongeschiktheid en een opslag voor algemene kosten wordt uitgekomen op een minimumuurtarief van € 16 exclusief omzetbelasting, prijspeil 2019.
De hoogte van het minimumtarief wordt elk jaar op 1 januari naar aanleiding van de indexatie van het sociaal minimum opnieuw berekend en, afgerond op decimalen, vastgesteld en gepubliceerd. Het tarief gaat gelden voor de uren die een zelfstandige direct kan toerekenen aan de opdracht.
Een zelfstandige in de zin van dit wetsvoorstel verricht werkzaamheden anders dan op basis van een arbeidsovereenkomst of ambtelijke aanstelling.
Het wetsvoorstel geldt voor iedere zelfstandige, ongeacht leeftijd, die zijn werkzaamheden in (Europees) Nederland verricht. Een lager minimumtarief voor jongeren, analoog aan het minimumjeugdloon, acht het kabinet niet wenselijk.
Het wordt wenselijk geacht om het mogelijk te maken nader te bepalen categorieën zelfstandigen van de maatregelen (bij algemene maatregel van bestuur) van dit wetsvoorstel uit te zonderen.
Zzp’er en opdrachtgever
Om te voorkomen dat de opdrachtgever achteraf (of per betalingstijdvak) geconfronteerd wordt met onverwachte kosten, is het van belang dat partijen vooraf een goede inschatting maken van de verwachte uren en kosten en deze vastleggen.
De opdrachtgever is verantwoordelijk voor de uitbetaling van minimaal het minimumtarief. Dit betekent dat de opdrachtgever op basis van de daadwerkelijke kosten en bestede uren zal moeten beoordelen of hij aan de wet voldoet.
De zelfstandige en de opdrachtgever moeten zelf beoordelen welke kosten en tijd direct aan de opdracht toerekenbaar zijn. Als handvat bij deze beoordeling is in het wetsvoorstel een niet-limitatieve lijst op te nemen van kosten en uren die in ieder geval niet direct toerekenbaar zijn. Kosten en uren die niet in het wetsartikel staan, moeten door partijen zelf beoordeeld worden.
Voor reiskosten en -uren is aangegeven in hoeverre deze geacht worden toerekenbaar te zijn aan de opdracht en voor welk bedrag de reiskosten en-uren meegenomen moeten worden in de berekening van het minimumtarief. Ook voor de materiaalkosten is aangegeven voor welk bedrag kosten meegenomen moeten worden.
Wet minimumbeloning zelfstandigen en zelfstandigenverklaring
Geef een reactie