De NBA deelt de visie van de Monitoring Commissie Accountancy (MCA) dat er nog steeds verbeteringen mogelijk en nodig zijn in de sector. De NBA reageert (nog) niet op de kritiek en de aanbevelingen aan het eigen adres.
Voorzitter Marco van der Vegte stelt in een eerste reactie dat de sector zich continu moet verbeteren. ‘Dat betekent dat je nooit zelfgenoegzaam of tevreden mag zijn. Ik zie om mij heen de wil om te veranderen, maar wij moeten onszelf als sector altijd de spiegel voor blijven houden: kan het beter? Ik zie in het rapport een bevestiging daarvan.’
De NBA zegt net als de MCA kritisch te zijn, maar noemt ook dat er binnen de sector al veel is veranderd en dat die veranderingen het accountantsberoep ten goede zijn gekomen.
Aanbevelingen bestuderen
Dat laat onverlet dat er nog veel werk te doen is. De NBA gaat de 30 aanbevelingen ‘zorgvuldig bestuderen’. Van der Vegte: ‘Zo zien wij bijvoorbeeld kansen in de aanbeveling om experimenten of pilots te gaan doen met mogelijke aanpassingen in de sector. Zo kunnen we komen tot zinvolle uitspraken of mogelijke aanpassingen daadwerkelijk leiden tot kwaliteitsverbeteringen. Voor ons staan naast structurele kwaliteitsverhoging, het duurzaam herstel van vertrouwen en blijvende focus op het publiek belang centraal. Ruimte voor innovatie, verhoging van de aantrekkelijkheid van het beroep en onderstreping van de maatschappelijke relevantie beschouw ik daarin als belangrijke bouwstenen.’
Ontevredenheid over rol NBA
De NBA gaat in deze eerste reactie niet in op de aanbevelingen die de MCA in het rapport aan het adres van de NBA richtte. De MCA acht de invloed en beïnvloeding van de Big4 op de NBA en het NBA-beleid te groot. De structuur en werkwijze van de NBA is volgens de MCA ‘false by design’. De taken van de NBA zijn met name gericht op haar leden, individuele accountants. De praktijk is echter te vaak dat de belangen van accountantsorganisaties centraal staan, zo constateert de MCA. Daarnaast is er (in de breedte, bij diverse actoren) ontevredenheid over rol en functioneren van de NBA. Voorgesteld wordt de samenstelling en structuren van NBA-gremia aan te passen, door ook andere belanghebbenden dan accountants daarin een plaats en stem te geven. Onafhankelijke voorzitters van belangrijke gremia zijn daarbij wenselijk, met name als het gaat om de (voltijds) voorzitter van de beroepsorganisatie. De Minister van Financiën dient verantwoordelijk te zijn voor de benoeming van de NBA-voorzitter, aldus het rapport.
De reactie van de NBA, bij monde van de voorzitter is mijns inziens (wederom) wel erg relativerend. De heer Van der Vegte spreekt voor dit snoeiharde rapport ten eerste vooral “zijn oprechte dank uit”. Hij ziet “dat we er nog niet zijn” maar “met continu verbeteren” komen we er wel. Maar we mogen nooit “zelfgenoegzaam en tevreden zijn”. Wat een contrast met de inhoud van het rapport en nog veel meer met het interview met Ada van der Veer in het FD van vandaag. Ook over deze reactie van Van der Vegte zal mevrouw Van der Veer haar mening wel hebben, evenals over de eerdere reactie van de NBA/Van der Veer op het tussentijdse rapport van de CTA zoals ze fijntjes opmerkt in haar antwoord op de laatste vraag in dit interview; “De accountantssector heeft zichzelf geen dienst bewezen door in de reactie op dat rapport de positieve dingen te benadrukken”.