Een AA weigerde mee te werken aan een periodieke kantoortoetsing, omdat hij bezwaar maakte tegen de kosten daarvan. De tuchtrechter had daar geen boodschap aan en legde hem in 2012 een doorhaling van een half jaar op. Het Bureau Economische Handhaving (BEH) constateerde enkele jaren later na onderzoek dat de man voor zijn onderneming ten onrechte gebruikmaakte van het label ‘accountantskantoor’. Dat kwam hem op een door de minister opgelegde dwangsom van € 5.000,- te staan, want hij bleef het verbod om zich als accountant voor te doen negeren. De voormalige accountant was het daar niet mee eens en tekende onlangs beroep aan bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).
De doorhaling bleef in 2012 ook in hoger beroep overeind. Het bestuur van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten (NOvAA, inmiddels NBA) berichtte de AA in een brief op 6 juli 2012 dat de maatregel van doorhaling van zijn inschrijving in het accountantsregister voor de duur van tien jaar was opgenomen in het accountantsregister. Verder werd in de brief bericht: “De doorhaling gaat krachtens de last van de voorzitter van de accountantskamer in op 6 april 2012 en eindigt op 6 oktober 2012”.
Een paar jaar later verzocht de voormalige accountant de NBA om hem opnieuw in het accountantsregister op te nemen. De NBA stelde de aanvraag echter buiten behandeling vanwege het ontbreken van een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier en een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). In een op 14 december 2017 gedateerd besluit verklaarde de NBA het daartegen gerichte bezwaar ongegrond.
Dwangsom
Het Bureau Economische Handhaving (BEH) stelde op 30 oktober 2017 namens de minister een onderzoek in naar de naleving van de Wet op het accountantsberoep (Wab) door het kantoor van de voormalige accountant, waarvan hij enig bestuurder is. De onderneming voert een naam waarin het woord ‘accountantskantoor’ voorkomt. Het toezichtrapport van het BEH vermeldt dat de onderneming wordt gedreven als eenmanszaak met de doorgehaalde accountant als eigenaar, dat hij niet is ingeschreven als AA/RA in het register van de NBA en daardoor niet bevoegd is de titel ‘accountant’ te gebruiken. Verder vermeldt het rapport dat is geconstateerd dat door de onderneming op verschillende plaatsen de titel accountant wordt gebruikt. De titel accountant wordt gebruikt in de handelsnaam, in de genoemde activiteiten in het Handelsregister, op het briefpapier, op de visitekaarten van de voormalige accountant en op een aantal websites.
Met de last onder dwangsom legde de minister de maatregel op om vóór 1 juli 2021 de overtreding van de verbodsbepaling van artikel 41, lid 2 van de Wab, te staken en gestaakt te houden. Dit betekent volgens de minister dat door de voormalige accountant in elk geval geen gebruik mag worden gemaakt van de benamingen “Accountantskantoor”, “AA-Accountantskantoor”, “Accountant”, “Senior Accountant”, “Junior Accountant”, “accountants-administratieconsulent” en de afkorting “AA”.
De voormalige accountant trok zich daar weinig van aan. De toezichthouders van BEH voerden een hercontrole uit, en uit het op 13 december 2021 gedateerde toezichtrapport blijkt dat de voormalige accountant niet aan de last onder dwangsom voldeed. Daarop werd via een invorderingsbesluit door de minister een door de voormalige accountant verbeurde dwangsom van € 5.000,- ingevorderd.
Rechtszaak
Bij het College voert de voormalige accountant aan dat hij door een geschil met de NBA niet is ingeschreven in het register van de NBA. Hij heeft de NBA meermaals gevraagd om zijn inschrijving weer op te nemen vanaf 8 oktober 2012 onder de voorwaarden zoals die destijds golden.
De minister stelt zich op het standpunt dat het de voormalige accountant op dit moment niet is toegestaan de uitingsvorm “accountant” en de afkorting “AA” te gebruiken en dat het gebruik daarvan in strijd is met het verbod van artikel 41, lid 2, van de Wab. Hij staat niet geregistreerd als Accountant Administratieconsulent (AA) of Register Accountant (RA) in het register dat wordt gehouden door de NBA. De omstandigheid dat tussen de voormalige accountant en de NBA een geschil bestaat over zijn verzoek om inschrijving met terugwerkende kracht in het register van de NBA maakt dit niet anders.
Beoordeling van het beroep tegen de last onder dwangsom
De voormalige accountant voert de term ‘Accountantskantoor’ in de statutaire naam en de handelsnaam van zijn onderneming, en voert die term op de website van zijn onderneming en in overige uitingen en activiteiten van de onderneming, terwijl bij de onderneming geen persoon werkzaam is die gerechtigd is de term “accountant” te voeren. Hijzelf is immers in 2012 doorgehaald en er is verder niemand werkzaam in de onderneming die de titel “accountant” mag voeren. Dit wordt door de voormalige accountant niet betwist. Hij handelt daarom in strijd met artikel 41, tweede lid van de Wab. De voormalige accountant weet of had in elk geval kunnen weten, dat hij handelde in strijd met die wet en dat hij de uitingen van zijn onderneming diende aan te passen. Op grond van artikel 5:1, derde lid, van de Awb kan deze overtreding worden toegerekend aan de voormalige accountant in zijn hoedanigheid van (enig) bestuurder van de onderneming, oordeelt het College.
Nu sprake is van een overtreding van artikel 41, tweede lid van de Wab, was de minister bevoegd om op grond van artikel 56 van de Wab aan de voormalige accountant een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:31d van de Awb op te leggen. Gelet op het algemeen belang dat met handhaving is gediend, mocht de minister gebruikmaken van de bevoegdheid tot handhavend optreden. In de omstandigheid dat de voormalige accountant vanwege een geschil met de NBA niet is ingeschreven, ziet het College geen aanleiding voor het oordeel dat de minister af had moeten zien van handhavend optreden.
Het beroep tegen de last onder dwangsom is dan ook ongegrond, oordeelt het College.
College van Beroep voor het bedrijfsleven, ECLI:NL:CBB:2024:271
Bas van Gelder zegt
De nba kan beter optreden tegen de frauderende accountants van kpmg maar die houdt de nba de hand boven het hoofd.
kees zegt
Hoe dan? Man en paard.
Harry zegt
Blijven treiteren