De rechtbank Noord-Holland heeft uitspraak gedaan in megafraudezaak Zevenblad. De kwestie kwam aan het rollen na FIOD-onderzoek naar de grootschalige en internationale boilerroomfraude, gepleegd in de periode van 2004 tot in het najaar van 2013. Boilerroomfraude is een vorm van oplichting door een frauduleuze (beleggings-)organisatie waarbij de klant onder het voorwendsel van een mooie belegging geld wordt afgetroggeld.
Gedurende het onderzoek heeft de FIOD veel personen gehoord: getuigen en verdachten. Ook zijn grote hoeveelheden aan documenten onderzocht. Daarnaast zijn diverse doorzoekingen gedaan en zijn er ruim vijftig rechtshulpverzoeken aan verschillende landen toegezonden om ook daar relevante informatie te verzamelen.
Nadat de FIOD het einddossier had ingeleverd – in totaal ongeveer 25.000 pagina’s – hebben de rechters-commissarissen van de rechtbank, op verzoek van de verdediging, in de jaren 2017-2019 nog (aanvullende) onderzoekshandelingen verricht, zoals het horen van getuigen, ook in het buitenland. Uiteindelijk is de zaak in de maanden februari en maart 2020 inhoudelijk op de zitting behandeld. De rechtbank had hiervoor zeventien zittingsdagen uitgetrokken.
Verschillende boilerrooms (en criminele organisaties)
De rechtbank is op basis van het dossier en het onderzoek op de zitting tot de conclusie gekomen dat wettig en overtuigend is bewezen dat (achtereenvolgens) vijf verschillende boilerrooms actief zijn geweest.
Vanuit deze, door de rechtbank als criminele organisaties aangemerkte boilerrooms zijn in het bijzonder veel Nederlandse beleggers opgelicht voor (zeer) grote geldbedragen. Dat gebeurde bij de verkoop aan hen van financiële (beleggings)producten, zoals aandelen, obligaties en vrijwillige CO2 emissierechten. Bij die verkoop werd aan de meeste beleggers een valse voorstelling van zaken voorgespiegeld – een zogenoemd samenweefsel van verdichtsels – dat hen ertoe overhaalde tot de aankoop van het product over te gaan. Zo werd bijvoorbeeld meegedeeld dat sprake was van een uitgifte (emissie) van aandelen, terwijl in werkelijkheid sprake was van verkoop van aandelen van een bestaande aandeelhouder. Een ander voorbeeld is dat beleggers werd voorgehouden dat hun inleg volledig of grotendeels zou worden besteed aan de aankoop van het product, terwijl in werkelijkheid 50% of meer van hun inleg in handen zou komen van de betrokken verdachten.
De boilerrooms (criminele organisaties) hielden zich, naast het plegen van oplichting, in de meeste gevallen ook bezig met het plegen van valsheid in geschrifte, onder andere in verkoopbrochures. Daarnaast was in sommige gevallen ook het opzettelijk overtreden van de Wet financieel toezicht (Wft), door opzettelijk zonder de vereiste vergunning te handelen, onderdeel van het oogmerk van de criminele organisatie.
Vorderingen ruim 4 miljoen
Ruim veertig slachtoffers hadden zich als benadeelde partij gemeld en schadevergoeding gevorderd. De rechtbank heeft, op twee boilerrooms na, deze vorderingen voor het grootste deel toegewezen. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende vast komen te staan dat de benadeelde partijen schade hebben geleden en is vergoeding van die schade op zijn plaats. In totaal gaat het om een bedrag van ruim 4 miljoen euro.
S.A. Vrede zegt
Boilerroomfraude nog steeds actief.
Waar kan ik naast mijn aangifte bij de politie melding doen van boilerroomfraude?
Waarom kunnen sommige gedupeerden geen aangifte
doen ?