Bedrijven die in januari incidenteel loon hebben uitbetaald, zoals een dertiende maand, moeten er rekening mee houden dat ze een deel of zelfs alle steun via de NOW-regeling moeten terugbetalen. Daarvoor waarschuwen fiscalisten van KPMG Meijburg & Co, die spreken over een ‘grote fout’ in de loonsubsidieregeling.
Terugvordering
Bedrijven die in januari incidenteel loon hebben uitbetaald krijgen te maken met een terugvordering zodra het UWV de definitieve loonkostensubsidie vaststelt. Dat komt doordat de totale loonsom in januari het ijkpunt is van de voorlopige coronasteun, dus inclusief incidentele uitkeringen. Als achteraf blijkt dat de loonsom in maart, april en mei lager is geweest vordert het UWV automatisch loonsubsidie terug, ook al wordt die daling veroorzaakt doordat er geen sprake was van een incidentele beloning. Om hoeveel bedrijven het gaat is niet bekend.
Extra harde klap
De klap komt extra hard aan omdat het UWV de loonsom voor maart, april en mei achteraf niet vermenigvuldigt met de omzetdaling in deze maanden. Bij de voorlopige toekenning vermenigvuldigt de uitvoeringsorganisatie de loonsom van januari wel met de verwachte omzetdaling. Als het incidentele loon relatief hoog was moeten werkgevers alle overheidssteun terugbetalen.
Politieke keuze
‘Het is een politieke keuze om geen rekening te houden met de mogelijkheid van bijzonder loon’, zegt fiscalist Olaf Leurs. ‘Het grootste probleem is dat het systeem zo tot volstrekt willekeurige uitkomsten leidt. Ik vind het niet uit te leggen dat de hoogte van de NOW afhankelijk is van de vraag of een dertiende maand in december of januari is uitbetaald.’
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt het probleem op de radar te hebben en geeft aan dat er wordt nagedacht over een oplossing.
Bron: FD
Het probleem hier en ook elders is de definitie. Onze regering heeft het over het loon van de maand januari.
Zeg er bij dat loon het loon in kolom … van de loonstaat is en je heb het duidelijk voor alles en iedereen. Dat er dan toch ruis op de lijn zal gaan zitten, althans zo beleven de in hun ogen benadeelde belanghebbenden dat graag, omdat er in de praktijk van alles en nog wat met een faseverschil wordt afgerekend is het eenvoudige gevolg van een keuze voor eenvoud, dus ook een zekere ruwheid. Een gelijke ellende hangt de derden-deskundigen boven de pet als onze minister het heeft over omzet. Hebben we het dan over de omzet zoals die aangegeven behoorde te zijn voor de OB, of kijken we naar de IB/VpB regels of heb u liever de regelgeving voor de (wet op de ) jaarrekening. Enige ruwheid is soms wel lastig maar niet erg als de definitie maar werkbaar is. Dat het daaraan ontbreekt en zal blijven ontbreken is voorzienbaar en gewenst. Onduidelijkheid geeft onze minister n.l. de mogelijkheid om de regeling tussentijds voordelig (voor hem) te wijzigen op basis van verkregen “voortschrijdend inzicht”.