Een onderzoek onder 108 (post)masterstudenten accountancy maakt duidelijk dat accountants in opleiding verschillend denken over de juiste invulling van hun (toekomstige) vak. Daarover schrijft ESB.
Veel conflicterende belangen
Voor Théodore Limperg, grondlegger van het accountantsvak in Nederland, was het duidelijk wat de rol van de accountant was. Hij zag hem/haar als ‘de vertrouwensman van het maatschappelijke verkeer’. Die visie zal niemand tegenspreken, maar de accountant is veel meer dan alleen de vertrouwenspersoon. Niet alleen de samenleving heeft belangen, ook de klant. En daarbij heeft de accountant ook eigen belangen en zijn er kantoorbelangen. Na tal van schandalen en affaires is het logisch, aldus ESB, dat vanuit maatschappelijk perspectief een belangrijke vraag is welke dilemma’s accountants in hun werk ervaren en hoe zij hiermee omgaan. Om hier inzicht in te krijgen, is onderzocht welk beeld toekomstige accountants – zij die nu in opleiding zijn – van hun beroep hebben. Wanneer vinden ze zelf dat ze hun werk goed doen? Het achterliggende idee is dat als accountants uiteenlopende visies hebben op goed vakmanschap zij in de dagelijkse praktijk ook andere belangenconflicten zullen ervaren en andere keuzes zullen maken. ‘De visies op het beroep zijn dus ook moreel van belang: ze tonen hoe accountants hun wereld zien en benaderen’, aldus auteurs Job van Exel, Gjalt de Graaf en Antoinette Rijsenbilt.
Keuze-experiment studenten
Aan het onderzoek deden 53 studenten mee van het post-masterprogramma Chartered Accountant van de Erasmus School of Accounting & Assurance van de Erasmus Universiteit Rotterdam, en nog eens 55 studenten van het masterprogramma Accounting & Control van de School of Business and Economics van de Vrije Universiteit Amsterdam (samen 108). De deelnemende studenten waren gemiddeld 27 jaar oud (23–48 jaar), 71 procent van hen was man, 77 procent werkte voor een van de vier grote accountantskantoren (PwC, Deloitte & Touche, Ernst & Young of KPMG) en 15 procent voor een middelgroot kantoor met meer dan twintig accountants. De studenten moesten bij 45 stellingen aangeven in hoeverre ze het ermee eens waren en deze rangschikking schriftelijk motiveren. Voorbeelden van stellingen waren: ‘Accountants weten wat goed en fout is, daar hebben zij geen wet- en regelgeving voor nodig’, ‘De loyaliteit van een accountant moet meer bij de klant liggen dan bij de maatschappij’, en ‘Het streven naar de laagste prijs gaat nog wel eens ten koste van het vakmanschap’. De 45 stellingen komen uit de literatuur over vakmanschap en integriteit bij accountancy en uit interviews met acht senior accountants en docenten accountancy, en betreffen de vijf fundamentele beginselen (professionaliteit, integriteit, objectiviteit, vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, en vertrouwelijkheid) voor het handelen van accountants volgens de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants.
Visie 1: Klant centraal
De onderzoekers vonden vier visies op het vakmanschap van de accountant. Deze zijn in twee categorieën in te delen. De eerste visie stelt de klant centraal. Belangen worden afgewogen via het morele kompas van de accountant (eerste categorie). In deze visie is het voor de accountant belangrijk om dicht bij de klant te staan, want alleen als je je klant goed kent en begrijpt, kun je de cijfers en de risico’s goed beoordelen. Hiervoor is het belangrijk dat de accountant goed kan communiceren, zowel met het eigen team om erop toe te zien dat men samen alle controles goed uitvoert, als met de klant om te zorgen dat zijn bevindingen worden begrepen en overgenomen. Het is in deze visie niet nodig afstand te houden tot de klant om als accountant je werk goed te kunnen doen. Sterker nog, het is belangrijk om betrokken te zijn bij de organisatie en met de wensen van de klant rekening te houden, want anders zoeken ze wel een andere accountant. Het is ook niet per se noodzakelijk voor een accountant om je volledig aan de wet te houden, of de malversaties die je aantreft altijd direct te rapporteren aan de autoriteiten. De loyaliteit van deze accountants ligt dus in eerste instantie bij de klant.
Visie 2: Objectiviteit
De drie andere visies vinden objectiviteit voor een accountant de belangrijkste waarde. Het is nodig om professioneel te kunnen werken, om kritisch te kunnen oordelen, en om aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid te beantwoorden. Deze accountants hebben de kernwaarden van de gedrags- en beroepsregels van de NBA omarmd, en vormen het bestaansrecht van het beroep. Als accountants niet objectief en integer handelen en de maatschappij hun werk daarom niet langer vertrouwt, heeft het beroep geen maatschappelijke waarde meer en kun je er net zo goed mee stoppen. In de praktijk is de scheidslijn tussen goed en slecht soms moeilijk te definiëren. Er is een grijs gebied, en daarom is het belangrijk om je als accountant altijd aan de wetten en regels te houden, ook al doet niet iedereen dat.
Klant, werkgever of maatschappij
Deze drie visies hebben een gedeelde kern, maar wijken van elkaar af met betrekking tot het object van de loyaliteit – de klant, de werkgever of de maatschappij. De visie die de dienstbaarheid aan de klant belangrijk vindt, benadrukt dat accountancy mensenwerk is. Een adviserende rol vinden deze accountants niet strijdig met objectiviteit en onafhankelijkheid. Andere studenten laten zich in het omgaan met dilemma’s sterk leiden door de werkgever. Deze accountants vinden als enige groep dat de werkgever meer invloed heeft op hoe het werk verloopt dan wetten en regels, en ze menen dan ook dat de werkgever verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het werk. Tot slot zijn er accountants die vinden dat dienstbaarheid aan de maatschappij centraal moet staan. Zij vinden zorgvuldigheid erg belangrijk. Tijdsdruk en budget zouden nooit een argument mogen zijn om slecht werk af te leveren. Dit is volgens hen echter te vaak wel het geval, en is de oorzaak van de slechte dossiers en de schandalen die daaruit in het recente verleden zijn voortgekomen. Commerciële belangen en kwaliteit gaan dus niet goed samen. Deze accountants zouden eerder de klant teleurstellen dan een concessie doen aan de kwaliteit van hun werk, ook al gaat dit ten koste van de werkgever of van henzelf.
Rol van opleiding en werkgever
De eerste visie is min of meer gelijk vertegenwoordigd bij studenten van de twee universiteiten (Erasmus en VU), maar de tweede en derde visie (focus op klant en werkgever) komen vaker voor bij studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam – met een reputatie van sterke oriëntatie op ondernemerschap – en de vierde visie (focus op maatschappij) is meer te vinden bij studenten van de Vrije Universiteit Amsterdam, waar de verantwoordelijkheid voor samenleving en planeet een van de kernwaarden is. Bijna alle studenten met de tweede visie (focus op klant) werken bij een van de vier grote accountantskantoren. Ook kwam bij de vier grote accountantskantoren visie drie (focus op werkgever) vaak voor. Bij studenten die werkten op een middelgroot kantoor met meer dan twintig accountants kwamen de visies één (eigen morele kompas) en drie (focus op werkgever) vaak voor. Er waren te weinig studenten die werkten op een klein kantoor om hier iets over te zeggen.
Bron: ESB
Geef een reactie