Het ministerie van Financiën heeft een voorstel tot aanpassing van het fiscaal verschoningsrecht in consultatie gebracht. Belangrijkste doel daarvan is ervoor te zorgen dat belastingplichtigen, ongeacht of zij een advocaat of notaris inschakelen, relevante informatie moeten aanleveren als de Belastingdienst daarom vraagt.
In 2017 was al aangekondigd dat het kabinet het wettelijke fiscale verschoningsrecht wilde aanpassen en verduidelijken. ‘Reden hiervoor is dat het wettelijke fiscale verschoningsrecht te breed en ongericht is geformuleerd.’ In Europees verband en in het Global Forum van de OESO staat fiscale transparantie voorop. ‘Onder fiscale transparantie wordt verstaan dat de Belastingdienst in staat moet zijn om over de feiten te beschikken die redelijkerwijs voor de belastingheffing en invordering van belang kunnen zijn. Indien een belastingplichtige een notaris of advocaat inschakelt voor juridische bijstand kan de Belastingdienst echter niet altijd over deze relevante informatie beschikken omdat de betreffende informatie daarmee onder het verschoningsrecht is komen te vallen.’ Had de belastingbetaler geen hulp ingeroepen, dan had hij wel de informatie moeten geven.
Ook stukken los van de vertrouwensrelatie
Nu wil het kabinet het verschoningsrecht zo aanpassen dat informatie die een belastingplichtige in het kader van de belastingheffing en invordering aan de Belastingdienst zou moeten geven zonder dat een notaris of advocaat betrokken is, ook gegeven zal moeten worden als dat wel het geval is. ‘Het is ook niet rechtvaardig dat wanneer het gaat om stukken die ook bestaan los van de vertrouwensrelatie met de notaris of advocaat, zoals jaarstukken of bankafschriften, de ene belastingplichtige die stukken niet aan de Belastingdienst behoeft te verstrekken, enkel en alleen omdat hij die stukken op enig moment ook aan een notaris of advocaat heeft overgelegd, terwijl iedere andere belastingplichtige die stukken wel moet verstrekken.’ Het feit dat een juridische procedure is gestart leidt er dan dus niet toe dat al bestaande documenten bijvoorbeeld ineens onder het fiscale verschoningsrecht gaan vallen, enkel en alleen omdat zij ook aan een notaris of advocaat zijn verstrekt. ‘In dit kader kan bijvoorbeeld worden gedacht aan jaarverslagen, accountantsverklaringen en rekeningafschriften.’
Afgeleid verschoningsrecht
Het fiscale verschoningsrecht is voorbehouden aan geestelijken, notarissen, advocaten, artsen en apothekers. Die hoeven geen informatie te geven over derden als zij daartoe in het kader van hun taakuitoefening een geheimhoudingsplicht hebben. Het gaat dan bij advocaten en notarissen specifiek om juridische dienstverlening. ‘Voor andere dienstverlening door notarissen en advocaten, zoals wanneer zij louter optreden als belastingadviseur, geldt het wettelijke fiscale verschoningsrecht niet.’ De belastingplichtige zelf heeft een zogeheten afgeleid verschoningsrecht. ‘Dit weigeringsrecht om bepaalde informatie aan de inspecteur te verstrekken geldt ook voor andere derden (bijvoorbeeld administratiekantoren) die beschikken over informatie waarvoor de verschoningsgerechtigde een verschoningsrecht toekomt.’ Daarmee neemt Nederland een uitzonderingspositie in. In andere landen betekent stukken verstrekken aan een notaris of advocaat nog niet dat die stukken ook onder het verschoningsrecht vallen.
Voor belastingadviseurs geldt fair-playbeginsel
Voor belastingadviseurs geldt dat zij zich kunnen beroepen op het tot de algemene beginselen van behoorlijk bestuur gerekende beginsel van fair play. ‘Dit beginsel houdt in dat zowel de adviseur zelf als zijn cliënt de bevoegdheid heeft om – indien de inspecteur daarom verzoekt – te weigeren om rapporten en andere geschriften van derden te verstrekken voor zover die ten doel hebben de fiscale positie van de belastingplichtige te belichten of hem daaromtrent te adviseren. Dat geldt ook voor de onderdelen van die geschriften die met dat doel gegevens van feitelijke of beschrijvende aard bevatten. De resterende (niet op dat doel betrekking hebbende) onderdelen dienen – desgevraagd – aan de inspecteur te worden verstrekt.’
Dat fair-playbeginsel wordt ook wel het informele verschoningsrecht genoemd en geldt ook voor beroepsbeoefenaren zoals een notaris of advocaat die in de rol van belastingadviseur rapporten of andere geschriften van derden onder zich hebben voor zover die rapporten of andere geschriften ten doel hebben de fiscale positie van de belastingplichtige te belichten of hem daaromtrent te adviseren. ‘Voor het overige is de belastingadviseur als administratieplichtige verplicht om desgevraagd de gegevens en inlichtingen aan de inspecteur te verstrekken voor zover die redelijkerwijs voor de belastingheffing van zijn cliënt (de belastingplichtige) van belang kunnen zijn en boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van zijn cliënt die van invloed kunnen zijn op de belastingheffing van zijn cliënt voor dat doel beschikbaar te stellen. Dit kunnen ook gegevens over de (derdengelden)rekening van de belastingadviseur zijn. De inspecteur heeft bij de belastingadviseur dus voldoende toegang tot de gegevens die van belang kunnen zijn voor het vaststellen van de feiten die van belang kunnen zijn voor de belastingheffing van diens cliënt.’
Belanghebbenden kunnen tot 23 oktober hier online reageren op de consultatie.
Geef een reactie