Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft de beleidsregel ten behoeve van de vaststelling van de NOW-subsidie gepubliceerd in de Staatscourant.
De beleidsregel legt vast dat de NOW ontvangende werkgever verplicht is een controleerbare administratie te voeren en dat een (goedkeurende) accountantsverklaring of een derdenverklaring moet worden meegezonden met de aanvraag van de vaststelling. Voor verschillende categorieën zijn verschillende verklaringen nodig. Dat is in een tabel uitgewerkt.
Subsidie geheel ingetrokken
Kan niet worden vastgesteld wat nu precies het percentage van de omzetdaling is geweest, dan heeft dat ‘in beginsel ernstige gevolgen voor de verantwoording van de NOW-subsidie’. ‘Indien een controlerend accountant niet kan vaststellen of de omzetdaling die de werkgever opgeeft juist en volledig uit de administratie blijkt, kan de juistheid van de subsidie niet worden vastgesteld. Dit is van belang voor de rechtmatigheid van onderhavige subsidieregeling, maar ook voor het vertrouwen van het algemene publiek in de uitgaven die deze omvangrijke subsidieregeling met zich meebrengen. Steun van deze regelingen is afhankelijk van de vraag of belastinggeld op een juiste manier besteed wordt.’ In die gevallen wordt de NOW-subsidie op nul gesteld. ‘Alleen voor situaties waarin sprake is van bijzondere omstandigheden bij en van de werkgever wordt afgezien van nihilstelling en overgegaan tot lagere subsidievaststelling dan het aangevraagde bedrag.’
10% korting bij inherente beperkingen
Een bijzondere omstandigheid is bijvoorbeeld dat bij een onderneming vanwege coronagerelateerde omstandigheden de administratieve organisatie en interne beheersing ontoereikend is geworden ondanks de grootte de hun organisatie. ‘Deze situaties leiden ertoe dat er geen redelijke mate van zekerheid kan worden verschaft, maar hierbij geeft de accountant aan dat een dergelijke oordeelonthouding uitsluitend komt door inherente beperkingen op grond van Standaard 3900N. De accountant geeft dit dan in zijn oordeelonthouding aan conform de aanwijzingen zoals opgenomen in het accountantsprotocol.’ In zulke gevallen wordt het geheel terugvorderen van het subsidievoorschot niet proportioneel geacht. Koolmees past gezien het grote aantal aanvragen een standaardkorting van 10% toe bij een oordeelonthouding vanwege inherente beperkingen. ‘De 10% sluit aan bij de gevolgen die verschillende bestuursorganen stellen aan het ontbreken van een juiste financiële verantwoording van de subsidieverlening of andere regelingen, zoals de Europese Commissie. Met deze korting wordt rekening gehouden met de ernst van de onregelmatigheid en met het evenredigheidsbeginsel.’
Geef een reactie