De nieuwe PE-regeling voor accountants geldt vanaf 2021 voor alle accountants, dus ook samenstellende accountants (of werkzaam bij niet-oob kantoren) en accountants in business.
Urencriterium vervalt
In 2019 moesten alleen Big Four accountants en accountants bij de Belastingdienst aan de nieuwe regeling voldoen. Dit jaar is die uitgebreid naar nieuw ingeschreven accountants, intern- en overheidsaccountants en accountants bij oob-kantoren. Vanaf 1 januari volgend jaar geldt het nieuwe PE-regiem voor álle accountants. Kern van de nieuwe regeling is dat er niet meer gekeken wordt naar het aantal uren dat aan permanente educatie is besteed, maar dat opleiding gekoppeld is aan de professionele diensten die de accountant levert. Met andere woorden: de accountant moet kunnen aantonen dat hij/zij werkt aan het verbeteren van vakinhoudelijke kennis en het bijspijkeren van zwakke plekken.
VGBA
Jurroen Cluitmans, opleidingscoördinator bij Full Finance, onderschrijft de intentie van de nieuwe PE-regeling. ‘In het nieuwe pe-regime wordt de verbinding tussen werkzaamheden en permanente educatie nadrukkelijk gelegd. En terecht. Onder het oude regime was het als controlerend accountant mogelijk om pe-punten te behalen met een cursus “belastingrecht niet winst”. En kon je als samenstellend accountant pe-punten behalen met een cursus “steekproeven bij de jaarrekeningcontrole”. Zonder meer zinvolle cursussen, maar niet gekoppeld aan de professionele dienst die je als controlerend respectievelijk samenstellend accountant levert. En daarmee niet overeenkomstig artikel 12 van de VGBA.’ In dit artikel is de verplichting tot permanente educatie geregeld. Het artikel luidt: ‘De accountant houdt zijn vakbekwaamheid op het niveau dat is vereist om een professionele dienst op een adequate wijze te kunnen verlenen.’
Eindtermen
Als accountant moet je kunnen aantonen dat je PE-inspanningen een relatie hebben met het werk dat je doet. Hoe? Cluitmans: ‘De permanente educatie wordt, volgens deze doorverwijzing in artikelen, gekoppeld aan de vakgebieden (en daarmee de eindtermen) van de accountantsopleiding. In Nederland is het de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) die deze eindtermen opstelt. Op de website van de CEA zijn de eindtermen (die jaarlijks van een update worden voorzien) te raadplegen.’ Maar de VGBA koppelt de PE niet alleen aan de professionele dienst. Onder vakbekwaamheid wordt verstaan: ‘beschikken over en kunnen toepassen van de noodzakelijke theoretische kennis van de vakgebieden, genoemd in artikel 2 van het Besluit accountantsopleiding 2013’. Cluitmans: ‘Concreet betekent dit dat je moet bijhouden welke vakken er in de huidige opleiding worden gegeven en daarop moet anticiperen.’
Zelf plan maken
Iedere accountant moet een eigen PE-plan maken. In dit PE-plan moet worden gemotiveerd welke cursussen en trainingen je in het lopende jaar wil doen en waarom. ‘Het kan daarom geen kwaad om de eindtermen er eens bij te nemen,’ adviseert Cluitmans. ‘Wat beheers je al, en waar zitten de leemtes? Wist je bijvoorbeeld dat in de opleiding tegenwoordig “financial behavior” zit, en dat je als accountant hiervan iets behoort te weten? Wist je bijvoorbeeld dat je voor het uitvoeren van (overige-) assuranceopdrachten een gedegen kennis van steekproeven moet hebben?’ Daarnaast is het waarschijnlijk dat de NBA bepaalde bijscholing verplicht stelt.
Steekproefsgewijs
Een grote verandering is dat de NBA, die steeksproefsgewijs controleert, niet meer primair naar het aantal uren zal kijken dat een accountant aan PE besteedt. En dat vindt Cluitmans meteen een zwak punt in het nieuwe regiem. ‘Het is niet duidelijk wanneer je als accountant genoeg aan PE doet. Ik ken kantoren waar toch een soort urencriterium wordt gehanteerd. Maar in feite gaat dit voorbij aan de intenties van de nieuwe regeling. Het gaat niet om kwantiteit, het aantal uren, maar om kwaliteit: hoe je je zelf ontwikkeld hebt.’
Tuchtrecht
Cluitmans wijst accountants erop de nieuwe PE-regeling serieus te nemen. ‘Ik denk dat dit onderwerp ook belangrijker zal worden bij tuchtklachten. Als er sprake is van een mogelijke beroepsfout zal de Accountantskamer meer kijken naar wat de accountant heeft gedaan om zijn of haar kennis op dit gebied up to date te houden.’
Geef een reactie