De tijdelijke invoering van de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) leidt tot een beperkte tijdelijke toename van bedrijfsinvesteringen en daarnaast tot een verschuiving van investeringen in de tijd, constateert het Centraal Planbureau (CPB). Als de BIK sterker zou worden gericht op kleine bedrijven, zou dat waarschijnlijk tot een grotere toename van de investeringen leiden. Het CPB ziet meer in alternatieve regelingen, zoals een verlaging van de winstbelasting of verhuurderheffing.
Het CPB heeft op verzoek van het ministerie van Financiën een analyse gemaakt van de effecten van de BIK en alternatieve regelingen. Daar komt de investeringskorting niet gunstig uit: ‘De werkloosheid zou meer dalen bij een verlaging van werkgeverspremies dan door de BIK, zeker als die verlaging permanent is. Een verlaging van de winstbelasting of werkgeverspremies heeft grotere effecten als de verlaging permanent is. Deze maatregelen lijken daarom meer geschikt als structurele hervorming en minder als tijdelijke stimulans voor investeringen.’ Eerder waren de Tweede Kamer en de Raad van State al kritisch over de regeling.
Tijdelijke korting meer effect, maar ook meer werkloosheid
Een investeringskorting heeft op korte termijn een groter effect als de korting tijdelijk is: bedrijven gaan geplande investeringen dan verschuiven van 2023 naar 2022. ‘Daar staat tegenover dat na afloop van een tijdelijke investeringskorting de werkloosheid iets kan oplopen omdat de productie iets kapitaalintensiever is geworden.’ Een regeling voor versnelde afschrijving is tijdens een crisis minder effectief, aldus het CPB. ‘De fiscale verliezen die door een versnelde afschrijving ontstaan, kunnen namelijk minder snel worden verrekend door het bedrijf. Bij de BIK speelt dit niet, omdat de korting wordt verrekend via de loonheffing. Verlaging van de verhuurderheffing heeft alleen een beperkt effect op investeringen in woningen en op huren, en nauwelijks een breder economisch effect.’ In de doorrekening is geen rekening gehouden met de verhoogde onzekerheid bij bedrijven door de coronacrisis. ‘Bovendien is niet meegenomen dat bedrijven die hard zijn geraakt door de crisis mogelijk minder extra investeren als gevolg van een beperkter fiscaal voordeel dan normaal.’
Maatregelen kleine bedrijven
De BIK kan sterker worden gericht op kleine bedrijven door een combinatie van aanpassingen waarbij het totale budget van de regeling gelijk blijft, stelt het CPB. ‘Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een verlaging van de doelmatigheidsdrempel, een verhoging van het kortingspercentage (voor investeringen tot een bepaalde omvang), een bovengrens voor het investeringsbedrag waarop de korting geldt, of een maximale bedrijfsgrootte voor bedrijven die aanspraak kunnen maken op de regeling.’
Via de BIK krijgen bedrijven een korting van 3% op de loonheffing als zij in 2021 of 2022 nieuwe investeringen van minimaal € 20.000 per jaar. Boven de € 5 miljoen investeringen is de korting 2,44%.
Geef een reactie