De jeugdzorg krijgt het financieel gezien steeds zwaarder: een op de drie jeugdzorginstellingen boekte vorig jaar verlies. De helft kan geen grote financiële tegenvallers opvangen, blijkt uit onderzoek van inkooporganisatie Intrakoop en accountantskantoor Verstegen.
Vestegen en Intrakoop bekeken 262 jaarverslagen van organisaties, samen goed voor 85% van de jeugdzorg. Die boekten vorig jaar gezamenlijk een omzetstijging van 7% tot € 2,8 miljard (2018: € 2,6 miljard). Desondanks halveerde het resultaat van € 27,0 miljoen naar € 12,7 miljoen. De resultaatratio ging daardoor van 1,0% in 2018 naar 0,5% in 2019. In totaal noteerden 80 organisaties rode cijfers, 15 meer dan in 2018 en bijna de helft meer dan in 2017. ‘Bij 36 organisaties lijkt het verlies structureel van aard: zij lieten ook in 2018 al een verlies zien.’
Grote organisaties draaien verlies
‘De financiële resultaten in de jeugdzorg zijn flinterdun en dat is zorgelijk’, stelt Ruud Plu, directeur/bestuurder van Intrakoop. ‘Een rendement van amper een half procent is een schijntje. Daarnaast draaien steeds meer grotere organisaties met verlies, terwijl juist zij complexe en gespecialiseerde zorg bieden en daarom cruciaal zijn voor de zorg aan kwetsbare kinderen en jongeren.’ Het gemiddelde resultaat van organisaties met een omzet van meer dan € 25 miljoen is zelfs negatief. ‘Vaak gaat het dan om zogeheten systeempartijen, organisaties die belangrijk zijn voor de sector vanwege hun opleidingsfunctie, preventie-activiteiten en kennis van meervoudige complexe casuïstiek. In 2018 stonden de rendementen van deze organisaties overigens ook al onder druk, maar waren ze nog wel positief.’
Gedoe met aanbestedingen
Instellingen die verlies lijden, wijten dat vooral aan een combinatie van teruglopende omzetten en stijgende personeelskosten vanwege een groot aantal vacatures en een toenemend ziekteverzuim. ‘Daarnaast zijn de afgesproken tarieven met gemeenten niet altijd kostendekkend en/of zijn budgetplafonds niet toereikend’, aldus Verstegen. Ook zorgen verschillen in regionale aanbestedingen voor relatief zware administratieve lasten. ‘Naast verschillen in eisen, zien we nog steeds veel korte contracten voor één jaar’, legt Plu uit. ‘Gemeenten staan ook onder druk qua inkomsten en kosten, maar gedoe met aanbestedingen maakt het onoverzichtelijk en zorgt voor meer bureaucratie en hogere kosten. Geld dat beter aan goede zorg kan worden besteed.’
Lege stroppenpot
Steeds minder jeugdzorginstellingen voldoen aan de eis van een weerstandsvermogen van 15%. ‘Met andere woorden: de stroppenpot raakt leeg.’ Het aantal organisaties met onvoldoende reserves is in 2019 met 8% gestegen van 119 naar 128. Bijna de helft van de organisaties heeft daarmee een kwetsbare vermogenspositie. Hier gaat het met name om kleinere organisaties: 90 van de 128 organisaties met een weerstandsvermogen onder de 15% vallen in de omzetklasse tot € 10 miljoen.
Kosten stijgen harder dan baten
De bedrijfslasten stegen met 7,4% sterker dan de bedrijfsopbrengsten. De personeelskosten gingen met 7% omhoog naar € 2 miljard, een toename van 7%. ‘Naast de instroom van 1.100 extra fte (tot in totaal 28.000 fte) nemen de personeelskosten ook toe door de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt en een toenemend ziekteverzuim.’ Dat kwam uit op 5,9%. Bovendien kampt de jeugdzorg met moeilijk vervulbare vacatures: 36,5% voldoet aan die kwalificatie. Dat maakte dat de kosten voor ZZP’ers en flexibele arbeidskrachten met 6,3% toenamen tot € 165 miljoen.
Inkoop kost meer dan een miljard
Het aantal cliënten is met bijna 5% gegroeid tot ruim 360.000, terwijl de capaciteit met 3,3% is toegenomen. De stijging in aantal cliënten heeft ook zijn weerslag op de kosten voor voeding en verblijf (+19%) en de kosten voor therapie en geneesmiddelen (+12%). De totale inkoopkosten voor de jeugdzorg zijn vorig jaar opgelopen tot boven de € 1 miljard, een stijging van 8% ten opzichte van 2018.
Geef een reactie