Ondanks een omzetstijging (+6,4%) en meer cliënten (+5,4%) schrijft bijna een kwart van de instellingen in de jeugdzorg rode cijfers, bericht inkooporganisatie Intrakoop.
Die onderzocht samen met accountant Verstegen de jaarrekeningen van 268 organisaties. Hun totale nettoresultaat is gedaald van € 46 miljoen in 2017 naar € 33 miljoen in 2018. In totaal lijden 60 organisaties verlies. ‘De transitie van de jeugdzorg naar gemeenten levert een belangrijke bijdrage aan de druk op de sector.’ Andere factoren zijn de krappe arbeidsmarkt en te lage tarieven.
Subsidie vertekent beeld
Volgens Intrakoop en Verstegen vertegenwoordigen de onderzochte organisaties 70% van de totale omzet van de jeugdzorgsector. Samen waren zij vorig jaar goed voor € 2,5 miljard, € 200 miljoen meer dan een jaar eerder. ‘De solvabiliteit en liquiditeit bleven redelijk op peil. Daarmee lijkt de sector jeugdzorg op het eerste gezicht financieel redelijk gezond. Dit beeld ligt echter genuanceerder. Jeugdzorgorganisaties die door de invoering van de Jeugdwet in 2015 in financiële problemen zijn gekomen, hebben tussen 2014 en 2018 subsidies gekregen van de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ). Zonder deze steun zou het beeld er een stuk minder rooskleurig uitzien. In totaal draaiden in 2018 60 instellingen in de jeugdzorg verlies, tegen 47 organisaties in 2017.’
Grote instellingen hebben hoge kosten
Het zijn vooral de grotere organisaties, met een omzet tussen de € 60 miljoen en € 150 miljoen, die slechtere resultaten behalen. Zij boeken in 2018, afgemeten aan de omzet, 0,4% verlies, tegen nog 0,5% winst in 2017. ‘Dit komt onder andere omdat de grotere en gespecialiseerde instellingen met meerdere gemeenten te maken hebben’, zegt Intrakoop-directeur Ruud Plu. ‘Vrijwel elke gemeente heeft eigen spelregels en vaak hanteren ze verschillende procedures. Hierdoor hebben grote instellingen relatief hoge administratie- en coördinatiekosten. Ook komen ze door de beperkte vergoedingen sneller in de problemen. Zij hebben immers een groter cliëntenbestand, waarvan een deel vaak complexere en duurdere zorg nodig heeft.’ Organisaties met een omzet tussen de € 25 en € 60 miljoen spelen quitte, waar de marge in 2017 nog 0,3% was. In totaal zijn er 60 jeugdzorgorganisaties met een negatief resultaat. Dat waren er in 2017 nog 47. Er zijn 43 organisaties die een resultaatratio hebben van -2% of lager.
Door de toename in cliënten zijn de cliënt- en bewonersgebonden met 10,7% gestegen tot € 197 miljoen. De personeelskosten gingen 6,2% omhoog tot € 1,7 miljard. De zorgorganisaties zijn samen goed voor ruim 26.000 fte, 5,6% meer dan in 2017. Toch waren er nog meer dan 1.100 vacatures. ‘Vooral de stijging van het aantal vacatures die langer dan 3 maanden openstaan (+34,2%) en de daarmee samenhangende stijging van de kosten voor het inhuren van extern personeel (+13,5%) zijn zorgelijk voor de sector.’
Geen geld voor kennis en innovatie
Door de krappe marge kunnen grotere instellingen nauwelijks investeren in kennis of innovatie. ‘Ook dit lijkt een gevolg van de ontoereikende vergoedingen die jeugdzorgorganisaties ontvangen van gemeenten sinds de transitie door de Jeugdwet in 2015.’ Richard Janssen, hoogleraar Economie en organisatie van de gezondheidszorg, pleit ervoor om ‘regionaal en waar nodig landelijk de handen ineen te slaan, om kosten terug te dringen en kwetsbare jeugd te kunnen blijven voorzien van de zorg die ze nodig hebben’.
Geef een reactie