Accountants die punten en bijscholing puur zien als verplichte kost, houden vooral zichzelf voor de gek, vindt accountant-administratieconsulent Kees van Buuren. Met plezier volgt hij trainingen, cursussen en seminars. Maar de toegevoegde waarde van het nieuwe PE-stelsel ziet hij nog niet zo direct.
Over zichzelf als professional zegt Van Buuren: ‘Ik denk dat ik mijn sterke punten goed ken en ook waar eventuele kennislacunes zitten, of waar het heel belangrijk is kennis doorlopend op peil te houden.’ Dat het nieuwe systeem veel ruimte laat voor thema’s buiten vaktechniek, vindt hij wel prettig. Afgelopen maand nog zat hij bij een cursus snellezen en mind mapping, vertelt hij: ‘Dat is algemeen, maar het kan mij in het dagelijkse werk goed helpen.’
Het huidige PE-systeem volstaat naar Van Buurens idee. Het nieuwe brengt meer ‘vrijheid-blijheid’, maar in zijn ogen is dat niet per definitie een pluspunt. ‘Na een jaar of wat komen er toch weer tuchtzaken, omdat collega’s niet voldoende deden aan permanente educatie. Ik zit bijna veertig jaar in het vak en om de zoveel jaar heb ik het systeem gewijzigd zien worden. Dus vergeef me als ik een beetje cynisch ben’, zegt hij.
Toetsing zwaktepunt nieuwe PE-systeem
De toetsing vindt hij een zwaktepunt van het nieuwe systeem. ‘Iedereen kan opschrijven dat hij per maand 10 uur bezig is met het lezen van vakliteratuur. Maar hoe controleer je dat
Kees van Buurenals beroepsorganisatie? Geen idee. Vroeger bij de Nivra schreven medewerkers allemaal dat ze een X aantal uren aan vakliteratuur besteedden en dat werd geaccepteerd. Dat komt terug, daarvan ben ik overtuigd.’
Van Buuren werkte voorheen bij grotere kantoren. Hij herkent het fenomeen van nog gauw wat punten scoren tegen het eind van het jaar. ‘Zo vatten sommigen het wel op. In november en december nog gezellig naar bijeenkomsten en tegelijk wat handtekeningen mee terugnemen. Ik zou wel gek zijn als ik het zo losjes zou opvatten. Als eenpitter betaal ik opleiding en training zelf. Dus als ik een paar honderd euro uitgeef voor een cursus, dan wil ik er wijzer van worden. Bij een grote werkgever die opleiding en ontwikkeling betaalt, is die motivatie misschien minder uitgesproken.’
De directeur-eigenaar van het in Apeldoorn gevestigde kantoor vreest meer administratieve last, en dan met name in de vorm van het bijhouden van het portfolio: ‘Maar je moet het ook niet groter maken dan het is. Drie jaar van tevoren doelen opstellen in een Persoonlijk Ontwikkelingsplan vind ik overigens best lang.’
Format voor portfolio
Positief aan het nieuwe PE-systeem is volgens Van Buuren dat het ‘minder schools’ is dan het huidige. Hoe gaat hij het zelf aanpakken? Van Buuren: ‘Ik heb er nog niet heel lang over nagedacht, moet ik bekennen. Ik ben aangesloten bij een serviceorganisatie en die heeft meegedeeld dat er binnenkort een soort format komt voor het portfolio. Daar zal ik me in verdiepen. Ook om te bepalen wat er nodig is om te voldoen aan mijn kwaliteitsdoelstelling als kantoor.’
Wel is hij eruit dat hij een PE-tool wil inzetten, vermoedelijk die van Extendum. ‘Ik hoop dat die webapplicatie richting zal geven in het PE-denken. Daarbij denk ik vooral aan punten als vastlegging. Nogmaals: ik kan zelf prima inschatten waar extra en meer kennis wenselijk of nodig is. Maar als een deskundige andere partij al over de vormgeving heeft nagedacht, hoef ik niet zelf het wiel uit te vinden.’
Dit artikel is ook verschenen in het online magazine van Accountancy Vanmorgen over het nieuwe PE-stelsel. Lees hier het gratis magazine.
Geef een reactie