Had de accountant in moeten grijpen toen de gokverslaafde zoon van twee ondernemers meer dan drie ton wegsluisde uit de transportonderneming van zijn ouders? De rechtbank Overijssel oordeelt dat het accountantskantoor geen blaam treft in de uiterst trieste kwestie. De gokverslaafde zoon beroofde zichzelf in 2016 van het leven.
Uitspraak: ECLI:NL:RBOVE:2020:4625
De ouders zijn beiden vennoot in een waarmee een transportonderneming wordt geëxploiteerd die zich met name richt op het goederenvervoer over de weg. De man is chauffeur op een vrachtwagen en de vrouw had de dagelijkse leiding en zorgde onder andere voor alle administratie. Het aangeklaagde accountantskantoor verrichtte van 2013 tot 2016 werkzaamheden voor de vof en de vennoten.
Ernstige ziekte
De vrouw werd in 2014 ernstig ziek, waarbij haar de ene na de andere ernstige aandoening trof. Ook ontstonden er complicaties na behandelingen. Haar gezichtsvermogen werd aangetast en ze kon op een zeker moment bijna niets meer zien. In die periode was ze niet in staat al haar werkzaamheden te doen en daarom sprong de zoon bij. Hij zette onder andere betalingen in de digitale bankomgeving klaar voor zijn moeder, waarna die door haar via een paslezer digitaal konden worden goedgekeurd.
Overschrijvingen
In de periode 2014 – 2016 werden er bedragen overgeschreven van de bankrekeningen van de transportonderneming en een daarin participerende andere vof naar de particuliere bankrekening van de man en vrouw. Vanaf deze bankrekening zijn bedragen overgeschreven naar de privérekening van de zoon en naar firma’s als Envoy Services Limited, Global Collect, Western Union, Skrill, World Pay en Paypall. In totaal ging het om € 330.804,33.
Overeenkomst Belastingdienst
Het accountantskantoor en de ouders kwamen in 2016 achter de onttrekkingen, de zoon beroofde zichzelf dat jaar van het leven. Een fiscalist sloot in 2018 namens de vof en de vennoten een overeenkomst met de Belastingdienst waarbij de opnames door de zoon als aftrekbare verliezen worden aangemerkt over de jaren 2014 tot en met 2016.
Zaak tegen accountantskantoor
De ouders vorderden daarop in een zaak tegen het accountantskantoor dat de rechtbank Overijssel zou uitspreken dat de accountant jegens hen toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst en onrechtmatig jegens hen had gehandeld. Ook vorderden ze
een schadevergoeding van zeker € 330.804,33. Volgens de vennoten had het kantoor door niet in te grijpen zich niet gedragen zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam dienstverlener mag worden verwacht. Het accountantskantoor betwistte de aansprakelijkheid en voerde aan dat het de overboekingen niet als signalen van fraude of onregelmatigheden had hoeven oppakken.
Rechtbank: geen tekortkoming accountant
De rechtbank komt tot de conclusie dat het accountantskantoor geen inzage in de privérekening van de ouders hoefde te hebben. Dat de zoon bedragen naar zichzelf overschreef en privébetalingen deed vanaf die rekening, hoefde het accountantskantoor dus niet te zien. Voor wat betreft de overboekingen van de rekening van de vof naar de privérekening oordeelt de rechtbank dat enige terughoudendheid bij de accountant past. Het is in beginsel aan de vennoten zelf om te bepalen welke bedragen zij naar hun privérekening overschrijven en wat zij daarmee willen doen. Geconstateerd kan worden dat er zeer regelmatig bedragen werden overgeschreven. Het waren echter in de overgrote meerderheid van de gevallen bedragen onder de € 1.000,00. Vaak € 250,00 of € 500,00. Het accountantskantoor heeft onbetwist gesteld dat het saldo nooit onder de nul terecht kwam en dat de omvang paste bij de omvang van het bedrijf. Alles afwegende komt de rechtbank tot het oordeel dat het accountantskantoor, onder deze omstandigheden, niet kan worden verweten dat zij geen onregelmatigheden of signalen van fraude heeft geconstateerd.
Maar zelfs als het kantoor de overschrijvingen wel als onregelmatigheden of als signalen van fraude had aangemerkt, is het maar de vraag of dat veel aan de situatie had veranderd (met andere woorden: of er causaal verband met de gestelde schade zou zijn). De conclusie is dat het accountantskantoor niet had hoeven melden dat sprake was van onregelmatigheden of fraude, dat er bovendien aanwijzingen zijn dat zij dat wel heeft gedaan, en dat het overigens geen of slechts heel beperkt verschil zou hebben gemaakt.
De conclusie is daarom dat geen van de hoofdvorderingen wordt toegewezen.
Geef een reactie