Kwartiermakers Marlies de Vries en Chris Fonteijn hebben geen twijfel aan de goede intenties van de betrokken stakeholders in de accountancy en zien een aantal veelbelovende activiteiten in de sector, maar hebben nog wel vraagtekens bij het omzetten van deze intenties in daden. Dat schrijven de kwartiermaker in hun eerste voortgangsrapportage aan minister Hoekstra van Financiën.
In de voortgangsrapportage informeren de kwartiermakers toekomst accountancysector de minister over wat ze sinds hun aanstelling op 1 mei 2020 gedaan hebben, de resultaten die bereikt zijn en over wat ze is opgevallen. Ook blikken De Vries en Fonteijn vooruit op het komende half jaar. Vanaf nu zullen de kwartiermakers elk halfjaar een voortgangsbrief versturen en eind 2023 een slotrapportage.
De Vries en Fonteijn schrijven dat de nadruk in het eerste half jaar op het (nader) kennismaken met de sector lag, het in gang zetten van de onderzoeken naar de structuurmodellen (waaronder het experiment met het intermediair model) en het in kaart brengen van mogelijke audit quality indicators.
‘Belang kwaliteitsverbetering wordt ingezien’
‘Voor zover er sprake is van één sector, is onze indruk dat de sector het belang van het verbeteren van de kwaliteit van de accountantscontrole inziet en mee wil werken aan de door u aangekondigde maatregelen’, schrijven de kwartiermakers aan de minister. ‘Vanuit de leiding van de accountantsorganisaties worden de kwartiermakers naar ons idee omarmd en toont men bereidheid om gezamenlijk de kwaliteit omhoog te brengen, om langlopende discussies te beslechten en het beroep aantrekkelijk te houden voor huidige en toekomstige accountants. De (intern dan wel extern gedreven) wil om te veranderen is aanwezig, maar gegeven de complexiteit van de veranderopgave gaat dit met vallen en opstaan. Als aandachtspunt zien wij hierbij de doorvertaling van de tone at the top naar alle organisatielagen. De tone at the top van veel accountantsorganisaties sluit aan bij de gewenste veranderingen. Daarbij heeft de AFM ook recent geconstateerd dat de bestuurders van de big four-kantoren goed voorbeeldgedrag tonen en besluiten nemen die in lijn zijn met een kwaliteitsgerichte cultuur. De mate waarin deze tone at the top echter ook daadwerkelijk doorwerkt in alle lagen van de accountantsorganisaties en als zodanig door de medewerkers beleefd wordt willen wij de komende tijd nader bekijken. Immers, als de gewenste verbeteringen en cultuuromslag niet door eenieder gevoeld, gedragen en gepredikt wordt dan blijft het risico bestaan dat op cruciale momenten verkeerde prikkels ervoor kunnen zorgen dat andere (zoals bijvoorbeeld commerciële) belangen boven het publieke belang gesteld worden.’
Cultuur binnen de accountantsorganisaties
‘Bij de verschillende kennismakingsgesprekken met accountantsorganisaties hebben wij stilgestaan bij hetgeen de kantoren doen op het gebied van cultuurverandering en hoe ze dat aanpakken’, schrijven de kwartiermakers verder onder meer in hun rapportage. ‘Dit is het begin van een inventarisatie van wat er allemaal gedaan wordt op het gebied van cultuur. Daarbij hebben wij de NBA ook gevraagd om een diepgaander analyse te maken. Alle accountantsorganisaties die wij gesproken hebben geven aan met het onderwerp cultuur, dan wel cultuurverandering bezig te zijn. Daarbij valt het op dat wij veel dezelfde termen horen. Termen als ‘lerende organisatie’, ‘veilige omgeving’, ‘waardengedreven’, ‘reflectie’, ‘oorzakenanalyse’ en ‘professioneel kritische houding’. Dit zijn belangrijke termen die goed resoneren in de buitenwereld, maar wij hebben ons nog onvoldoende een beeld kunnen vormen over hoe er binnen accountantsorganisaties daadwerkelijk in alle lagen van de organisatie invulling gegeven wordt aan deze termen.
De komende tijd willen wij nader bekijken wat deze begrippen voor eenieder betekenen. Daarbij zullen wij aandacht hebben voor de algemene cultuurelementen die voor elke professionele dienstverleningsorganisatie opgaan en niet zozeer voor de elementen die voor de unieke bedrijfscultuur zorgen. Wij zullen dus stilstaan bij wat het – algemeen – gewenste gedrag van een accountant is en wat hierbij eventuele aanmoedigende en belemmerende factoren zijn. Daarbij zullen wij ook specifiek kijken naar aspecten die een risico vormen voor het ‘handelen in het publieke belang’ en daarmee niet in het belang van de kwaliteit van de accountantscontrole zijn. Het gaat dan om zaken als: druk op de planning en het budget, een sterk sturende controlecliënt, vrees voor interne en externe reviews (met het gevaar dat compliance boven reflectie gaat) en de behoefte aan een glad en strak proces waarbij extra onderzoeken als ‘gedoe’ ervaren worden.’
Omzetten intenties in daden
‘Wij hebben geen twijfel aan de goede intenties van de betrokken stakeholders’, schrijven De Vries en Fonteijn afsluitend in hun brief. ‘Wij zien een aantal veelbelovende activiteiten in de sector, ook ten aanzien van cultuurveranderprogramma’s, maar wij hebben nog wel vraagtekens bij het omzetten van deze intenties in daden. De komende tijd willen wij dan ook met alle stakeholders verdergaan op de ingeslagen weg. Daarbij zal 2021 een spannend jaar voor de maatschappij als geheel zijn en zeker ook voor de accountants.’
Structuurmodellen, audit quality indicators en werkdruk
De kwartiermakers schrijven verder onder meer dat ze de komende tijd extra oog zullen hebben voor de werkdruk binnen de accountancy. Lees in de voortgangsrapportage meer over de onderzoeken naar de structuurmodellen (waaronder het experiment met het intermediair model), het in kaart brengen van mogelijke audit quality indicators en de werkdruk van accountants:
Eerste voortgangsrapportage kwartiermakers toekomst accountancysector
Geef een reactie