Accountancy Vanmorgen duikt in de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen en kijkt naar wat voor ondernemers van belang is. Waaruit kunt u van 15 t/m 17 maart kiezen? Dit wil D66.
Accountants
- Binnen de Europese Unie dringen we aan op het aanpassen van de accountancyregels. Zo moet dubbele btw op hergebruik van materialen voorkomen worden en afschrijvingstermijnen verlengd. Structurele aandacht voor ware prijzen is hier een belangrijke steunpilaar.
Arbeidsmarkt
- De aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt moet beter. Bijvoorbeeld door het aanbieden van opleidingen in de landbouw, visserij, biodiversiteit, de dienstensector, duurzame energie en de ICT. Om kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren, is het tijd om digitale kennis en vaardigheden extra aandacht te geven.
- We voeren een betaalbare collectieve arbeidsongeschiktheidszekering in waaraan alle werkenden deelnemen.
- We verhogen het minimumloon met tenminste 10 procent. Als het effect op de werkgelegenheid het toelaat, verhogen we het minimumloon met 20 procent. Verder verhogen we het wettelijk minimumjeugdloon, zodat iedereen vanaf 18 jaar recht heeft op het volledige minimumloon.
- Voor flexwerkers voeren we een opslag in op het minimumloon, zodat zij per uur meer gaan verdienen dan mensen met een vast contract. We zorgen dat uitzendkrachten en arbeidsmigranten zo veel mogelijk onder dezelfde voorwaarden werken als werknemers die in (vaste) dienst zijn.
- We verkorten de termijn van loondoorbetaling bij ziekte voor kleine en middelgrote werkgevers naar één jaar. Het tweede jaar verzekeren we collectief. We verminderen hiermee de risico’s voor de werkgever. De re-integratieverplichtingen laten we beter aansluiten bij de mogelijkheden die werknemers daartoe hebben.
- We introduceren een publiek loket waar werkgevers en werknemers terecht kunnen met vragen over de interpretatie van arbeidswetgeving en bemiddeling bij geschillen hierover. Dit vergroot de kans dat werknemers gebruik maken van hun rechten.
- We verlagen de werkgeverspremies voor de laagste inkomens zodat het aantrekkelijker wordt voor werkgevers om mensen die moeilijk aan het werk komen in dienst te nemen.
- We willen dat er meer aandacht komt voor de scholing van werkenden. Aan het begin van deze eeuw besteedden we ongeveer 1,4 procent van het bbp aan ondersteuning en omscholing, nu 0,6 procent bbp. Hiervoor kijken we naar de mogelijkheid voor een individueel ontwikkelbudget. Ook willen we dat sectorale opleidingsfondsen nog meer worden ingezet om ook omscholing naar andere sectoren mogelijk te maken.
- We investeren in scholing en begeleiding voor mensen in de WW. Daarnaast verhogen we de WW- uitkering in de eerste maanden na ontslag, zodat het inkomensverlies in die periode wordt beperkt. Dit doen we budgetneutraal, door de WW-uitkering later in stapjes te verlagen. Zo stimuleren we mensen snel een nieuwe baan te zoeken.
- We vergroten de mogelijkheden voor collectieve onderhandelingen voor zelfstandig ondernemers, om tegenwicht te bieden aan de marktmacht van opdrachtgevers.
- Goed opdrachtgeverschap wordt opgenomen in de wet, net als goed werknemer en goed werkgever als wederkerige normen zijn vastgelegd in de wet.
- We pleiten voor afspraken tussen werkgevers en werknemers om in toekomstige CAO’s het recht op thuiswerken op te nemen, waar dit kan.
- Wij vinden dat ook zelfstandigen een plek aan tafel verdienen in de Sociaal Economische Raad (SER).
Auto
- Wij willen dat het openbaar vervoer in de stedelijke omgeving aantrekkelijker wordt dan de auto.
- Wij bieden reizigers meer vervoers- en overstapmogelijkheden, bijvoorbeeld via de fiets, elektrische scooters of (deel)auto’s. We stimuleren deelauto’s en investeren in mobiliteitshubs waar mensen gemakkelijk kunnen overstappen tussen fiets, auto en OV.
- We stellen tot doel dat reizen met het openbaar vervoer voor afstanden tot minstens 700 kilometer goedkoper moeten zijn dan met de auto en het vliegtuig.
- D66 wil toe naar meer autovrije binnensteden en autoluwe woonwijken, maar laat dit niet ten koste gaan van de bereikbaarheid.
- Binnen de stad krijgen fietsen voorrang op de auto. Fietsenstallingen krijgen daarom vaker prioriteit boven parkeerplaatsen voor auto’s, ook in woonwijken.
- Wij helpen steden om de luchtkwaliteit in binnensteden te verbeteren. Daarom zetten we in op milieuzones voor personen- en bestelauto’s in minimaal 45 steden in 2025. Bezorgscooters en bezorgauto’s moeten vanaf 2025 zonder uitstoot rijden.
- Elektrische auto’s moeten voor particulieren en tweedehands aantrekkelijker worden, bijvoorbeeld door een tijdelijke aankoopsubsidie of garanties op de batterijen van tweedehands auto’s.
- We blijven investeren in laadpalen. Ook in slimme laadpalen, waarmee elektrische auto’s kunnen laden wanneer de stroom goedkoop is en weer terug kunnen leveren aan het net wanneer er tekorten zijn. Zo worden auto’s een opslagplaats voor energie.
- We zorgen voor duidelijke borden langs de snelweg om je naar laadstations te wijzen en voor een transparant systeem aan de paal, zodat het opladen van je auto even makkelijk is als je mobieltje. Vooraf moet duidelijk zijn hoeveel je betaalt.
- We stimuleren experimenten met zelfrijdende en met elkaar communicerende (vracht)auto’s op de snelweg, met aandacht voor gegevensbescherming en privacy.
- De maximumsnelheid op snelwegen wordt niet hoger dan 100 km per uur. Op N-wegen binnen de bebouwde kom brengen we dit terug naar 70 km per uur, voor een betere verkeersveiligheid.
- D66 wil dat Nederland aandringt op een strengere Europese uitstootnorm voor nieuwe auto’s. Vanaf 2030 zouden alleen nog emissievrije auto’s geproduceerd moeten worden.
- D66 wil geluidsmetingen voor gemotoriseerd verkeer in de grote steden en overtredingen van de geluidsnorm aanpakken. Om ervoor te zorgen dat de geldende maximumsnelheid niet kan worden overschreden, kunnen gemeenten verplichte snelheden aan het gemotoriseerd vervoer uitgerust met een Intelligent Speed Adaptation systeem opleggen.
- We vervangen de motorrijtuigenbelasting en tolheffing door een intelligente kilometerheffing voor auto’s en bestelauto’s. Deze heffing baseren we op CO2-uitstoot, plaats en tijd. Met de spitsheffing verleiden we mensen om op een rustiger moment of een andere manier te reizen.
- In en rondom grote steden en rond kwetsbare natuur wordt een hoger tarief gerekend. Hier willen we autogebruik ontmoedigen om de luchtkwaliteit in de stad te verbeteren en ruimte te maken voor ander vervoer.
- De belasting bij aanschaf van auto’s (bpm) gaat ook voor bestelbusjes, motoren en oldtimers rekening houden met CO2-uitstoot. Vrijstellingen voor bedrijven bouwen we af.
- Deze maatregelen zijn een verschuiving van autobelastingen. De opbrengsten van de bpm en accijnzen gaan dalen doordat er steeds minder brandstofauto’s zijn. Dit compenseren we in het tarief voor de kilometerheffing.
- De vrachtwagenheffing blijft zeker tot 2030 gelden. De opbrengsten worden teruggesluisd naar schone innovatie in de Nederlandse transportsector.
Belastingen
- We verkleinen de verschillen in de fiscaliteit en de sociale zekerheid tussen verschillende vormen van werk
- We streven ernaar om op termijn ook de bijstand te vervangen door een verzilverbare heffingskorting die het sociaal minimum garandeert.
- Studenten ontvangen net als andere volwassenen de verzilverbare belastingkorting in plaats van toeslagen. Als studenten niet voldoende verdienen, krijgen ze de belastingkorting uitbetaald. Voor de meeste studenten betekent dat een beurs van € 300 per maand.
- We voeren een inkomensonafhankelijke ‘negatieve inkomstenbelasting’ in. Ieder huishouden krijgt een belastingkorting die in geld wordt uitgekeerd bij geen of te lage inkomsten. De hoogte van het bedrag is afhankelijk van hoe groot het huishouden is. Dit is de ‘verzilverbare heffingskorting.’
- Met de invoering van deze verzilverbare heffingskorting schaffen we de toeslagen af. Zo maken we het stelsel eenvoudiger en verminderen we het rondpompen van geld.
- We streven ernaar de negatieve inkomstenbelasting op termijn verder te verhogen en zo een steeds belangrijkere rol te geven in onze sociale zekerheid. Zo maken we het systeem eenvoudiger, stoppen we met het complexe rondpompen van geld en zorgen we voor meer inkomenszekerheid voor iedereen. We kijken, zodra de effecten op overheidsfinanciën en economie dit toelaten en er geen grote negatieve effecten op werkgelegenheid zijn, hoe de verzilverbare heffingskorting kan worden verhoogd tot uiteindelijk het bestaansminimum, zodat bijvoorbeeld de studiefinanciering, de bijstand en de AOW er toenemend in kunnen opgaan.
- Met de invoering van de verzilverbare heffingskorting verlagen we de inkomstenbelasting en verhogen we de belastingen op vervuiling en vermogen.
- Ook huishoudens met een hoger inkomen krijgen recht op de verzilverbare heffingskorting, terwijl zij nu geen recht hebben op toeslagen. Dit trekken we recht door voor de hogere inkomens de tarieven van de inkomstenbelasting te verhogen voor de hoogste inkomensschijven, aftrekposten te versoberen en de AOW-premie verder te fiscaliseren.
- We maken kinderopvang gratis toegankelijk. Dit maakt het niet alleen voor ouders veel eenvoudiger om werk en gezin te combineren, maar het zorgt ook voor betere kansen voor kinderen. Het voorkomt dat kinderen met een achterstand aan de basisschool beginnen. De kinderopvangtoeslag komt hiermee te vervallen.
- We gaan vermogen in box 3 rechtvaardiger belasten, bóvenop de bestaande heffingen. Zolang een heffing op het daadwerkelijk rendement niet uitvoerbaar is, kiezen wij voor meer progressiviteit in de tarieven in box 3. Voor het vermogen hoger dan 1 miljoen voeren we in elk geval een extra vermogensheffing in van 1 procent. Daarnaast werken we actiever aan een gecoördineerde aanpak van vermogensbelasting binnen de Europese Unie.
- We willen aanmerkelijk belanghouders in box 2 eerlijker belasten. Hun totale vermogen is enorm (€ 400 miljard), maar binnen de populatie van aanmerkelijk belanghouders zeer scheef verdeeld. De huidige mogelijkheden tot belastinguitstel en andere fiscale voordelen werken belastingontwijking in de hand.
- Ook willen wij een verruiming van de mogelijkheid voor gemeentes om zelf belasting te heffen, onder gelijktijdige verlaging van de inkomstenbelasting. Met deze verschuiving van landelijke belastingen naar lokale belastingen vergroten we ook de mogelijkheid voor gemeenten om eigen beleidskeuzes te maken. Dit versterkt de lokale democratie.
- Wij verhogen de tarieven in de erf- en schenkbelasting. We verkleinen het onderscheid tussen de verschillende categorieën ontvangers. De tarieven worden progressiever, zodat over grote erfenissen relatief meer belasting wordt betaald. Zo zorgen we ervoor dat erfenissen en schenkingen niet onevenredig bij mensen terechtkomen die al relatief welvarend zijn.
- Vermogensongelijkheid moet bij het maken van overheidsbeleid goed in de gaten gehouden worden. Daarom willen we dat in de rijksbegroting het meerjareneffect van het overheidsbeleid op vermogensongelijkheid wordt weergegeven. Zo kan bijgestuurd worden wanneer het lopende beleid niet toereikend is om de vermogensongelijkheid te reduceren.
- De oorzaken van belastingontwijking en -ontduiking moeten worden aangepakt. Zo pakken verschillen tussen belastingstelsels nu vooral goed uit voor de grootste vervuilers en superbedrijven met grote overwinsten.
- D66 neemt de adviezen van de Adviescommissie belastingheffing multinationals over. Daarmee gaan grote internationale bedrijven eerlijker bijdragen.
- We willen meer Europese en internationale samenwerking om belastingontwijking te bestrijden. We pleiten voor een Europees belastingplan, waarin de lidstaten van de Europese Unie jaarlijks afspraken maken om schadelijke belastingconcurrentie te voorkomen, te zorgen voor een minimum belastingniveau voor de winstbelasting en werken en ondernemen over de grens makkelijker te maken.
- We maken het aantrekkelijker voor bedrijven om zich voor een groter deel met eigen vermogen te financieren. Te veel schulden maken bedrijven financieel kwetsbaar als het economisch tegenzit.
- We bouwen de hypotheekrenteaftrek volledig af. In ruil verlagen we de inkomstenbelasting. Daarmee vervallen de eisen voor hypotheken die vanuit de renteaftrek gelden, zoals de maximumduur van 30 jaar en volledige aflossing. Kopers kunnen daardoor in 35 of 40 jaar aflossen en 50 procent van de woningwaarde aflossingsvrij lenen, waardoor ze lagere maandlasten hebben. Ook moet het makkelijker worden om weer bij te lenen na een eerdere aflossing.
- Wij schaffen het toeslagenstelsel af, inclusief de huurtoeslag. Daarvoor in de plaats komt de verzilverbare heffingskorting; een negatieve inkomstenbelasting voor iedereen. We houden daarbij rekening met mensen die nu een relatief hoge huur betalen. Door de korting te baseren op de grootte van het huishouden in plaats van de huursom draagt het eraan bij dat mensen een passende woning kiezen.
- We willen dat de werkelijke lasten van studieschulden worden gerekend bij het berekenen van de maximale hypotheek. Nu wordt gerekend met een rente van 4 procent, terwijl de werkelijke rente veel lager ligt.
- Naast een plek om fijn te wonen, is een koophuis voor veel mensen ook een belangrijk onderdeel van hun vermogen. Nederland heft relatief veel belasting op werk en weinig belasting op vermogen, terwijl de vermogensongelijkheid groot is. Daarom laten we het eigenwoningforfait progressief oplopen, terwijl de inkomstenbelasting naar beneden gaat.
- We stimuleren de financiering van duurzame huizen. Voor het bepalen van de maximale hoogte van de hypotheek moet worden gekeken naar de totale woonlasten, inclusief energielasten.
- Wij schaffen de belastingvrijstelling op de schenkbelasting bij het kopen van een huis af. Met deze vrijstelling bevoordeelt de overheid kinderen van rijke ouders op anderen. Op een eerlijke woningmarkt met gelijke kansen hoort deze belastingvrijstelling niet thuis.
- Mensen met een beperking of chronische ziekte wonen vaak samen met anderen, die voor hen (mantel)zorgen. Door het samenwonen krijgen mensen minder bijstandsuitkering vanwege de kostendelersnorm. Zij worden financieel gestraft, omdat zij samenwonen vanwege de (mantel)zorg die nodig is. D66 wil daarom de kostendelersnorm afschaffen voor huishoudens waar huisgenoten, partners of familieleden (mantel)zorgen.
- D66 wil verder inzetten op fiscale vergroening.
- We scherpen de nationale CO2-heffing stapsgewijs, volgend aan de verhoogde klimaatdoelstelling aan tot minimaal 150 euro per ton CO2 in 2030 en we voeren een generieke heffing in voor de industrie van minimaal 10 euro per ton CO2 die jaarlijks oploopt. Verder zal ook de uitstoot van andere luchtvervuiling belast worden. Met de opbrengst verlagen we de belasting op werk en financieren we CO2-reducerende technieken in de industrie. We willen weglek naar het buitenland voorkomen en ondersteunen het bedrijfsleven bij het investeren in technieken om uitstoot te verminderen.
- We bouwen vrijstellingen en uitzonderingen op de water- en energiebelasting af, net als subsidies op fossiele projecten. We bouwen ongelijkheid tussen groot- en kleinverbruikers van energiebelasting af. De belasting op aardgas gaat verder omhoog ten opzichte van elektriciteit, zodat de energiebelasting meer in lijn komt met de veroorzaakte klimaat- en milieuschade.
- Consumenten gaan de ware prijs betalen voor hun voedsel via een duurzaamheidsheffing op vlees. Zo worden de werkelijke kosten voor het milieu, de natuur en de luchtkwaliteit meegerekend in de prijs. Met de opbrengsten stimuleren we de omslag naar kringlooplandbouw en een gezond voedingspatroon door stimulering van schoolfruit en gezonde schoollunches.
- Energieopslagsystemen worden vrijgesteld van energiebelasting. Nu wordt tijdelijk opgeslagen energie dubbel belast: bij de batterij en daarna bij de afnemende klant.
- De ontwikkeling van bedrijfshallen in de open ruimte zou alleen op beperkte schaal mogelijk moeten zijn in bedrijfsclusters. Hiervoor moet wel worden meebetaald aan de sloop en herstructurering van bestaande bedrijventerreinen via een belasting op de onttrekking van open ruimte.
- Techbedrijven betalen een eerlijke belasting in alle Europese landen waar ze ondernemen, bij voorkeur op Europees niveau en binnen het kader van de OESO-afspraken.
- Gemeenten hebben steeds meer taken. Dat betekent dat zij ook meer ruimte moeten krijgen om zelf belasting te kunnen heffen.
- We verhogen de belasting op suikerhoudende dranken naar Brits voorbeeld en onderzoeken een algemene suikerbelasting. Het effect is dat fabrikanten frisdrank met minder suiker maken.
- Voor e-sigaretten gaan dezelfde regels gelden als voor gewone sigaretten en we voeren een verbruiksbelasting in op e-sigaretten.
- De overheid moet waar mogelijk de VOG voor vrijwilligers gratis maken en geen belasting heffen als de vrijwilliger een bescheiden vergoeding ontvangt voor het werk.
- Als onderdeel van de hervorming van het belasting- en toeslagenstelsel halveren we de nominale premie in de Zorgverzekeringswet.
- Gezamenlijk economisch beleid betekent ook samen belastingontwijking en belastingontduiking aanpakken. Ook voor Nederland. Om dit effectief te doen, is een einde aan unanimiteit bij dit soort belastingmaatregelen noodzakelijk en moeten belastingmaatregelen met een gekwalificeerde meerderheid genomen kunnen worden. Binnen de EU pakken we bijvoorbeeld brievenbusfirma’s aan. Ook willen we de belastingstelsels van lidstaten beter op elkaar laten aansluiten. Rentes, royalty’s en dividenden naar belastingparadijzen worden steviger belast.
- Online platforms moeten in Europa hun eerlijke deel aan belasting betalen. De Europese digitaks geldt als eerste stap om ook met landen buiten de EU tot internationale belastingregels te komen die klaar zijn voor het digitale tijdperk.
- Er komt een Europees minimumtarief voor de winstbelasting.
- De Europese Unie krijgt meer eigen inkomsten door het heffen van Europese belastingen: de CO2- belasting, belasting op plastic en belasting op grote techbedrijven (digitaks)
- We werken binnen de EU en de OESO aan betere regels om belastingontwijking en -ontduiking tegen te gaan.
- Wij verlagen de belasting op werk en inkomen en verhogen de belasting op vermogen, vervuiling en grondstoffen.
- Wij verbeteren de financiële verhouding tussen Rijk en decentrale overheden. Gemeenten mogen meer belasting heffen, terwijl het Rijk de inkomstenbelasting verlaagt. We waarborgen dat gemeenten voldoende middelen hebben voor hun taken en maken het gemeentefonds stabieler. We verwachten dat gemeenten sturen op een houdbare groei van de uitgaven aan het sociaal domein. Als hiervoor extra instrumenten nodig zijn, verdient dit ernstige overweging. Waar nodig springen de provincies bij.
Ondernemen
- We bouwen op de lessen van de coronacrisis en versnellen besluitvormingsprocedures van de overheid zonder dat dit ten koste van duurzaamheid en kwaliteit gaat. Bijvoorbeeld bij het verlenen van vergunningen of aanbestedingen. Minder mensen aan tafel, meer expertise. Bedrijven kunnen daardoor sneller aan de slag.
- Er komt nog meer focus op publiek-private samenwerkingen, bijvoorbeeld op het gebied van infrastructuur, waarbij de overheid doelen zet en bedrijven zorgen voor de juiste uitvoering.
- We zetten stimuleringsfondsen effectiever in. Er komt meer geld, bijvoorbeeld van InvestNL, voor gerichte innovatie en digitalisering. Ook venture capital, start-ups, scale-ups en innovatief mkb krijgen makkelijker toegang tot deze fondsen.
- We investeren in een goed vestigingsklimaat voor bedrijven. Niet door al maar lagere belastingen voor bedrijven, maar via goede opleidingen, een prettig land om te wonen en werken, goede infrastructuur en een overheid die over de grenzen kan kijken. We stimuleren de ontwikkeling van regionale ecosystemen, zoals bijvoorbeeld het high-tech cluster rond Eindhoven, de food valley in Wageningen, greenport West Holland (glastuinbouwcluster) in Westland en de energy valley in Groningen, Friesland en Drenthe. Plaatsen waar grote bedrijven, mkb, start-ups, universiteiten, financiers en overheid elkaar inspireren en versterken.
- Toerisme krijgt een volwaardige plaats binnen het economisch beleid. Om problemen met massatoerisme in stadscentra en kustplaatsen te verhelpen, moet toerisme meer over Nederland worden gespreid. Een landelijke aanpak is nodig omdat gemeenten en provincies beperkte middelen hebben om hierop te sturen.
- We zetten in op één duidelijke kader voor (internationaal) maatschappelijk verantwoord ondernemen, zoveel mogelijk op Europees niveau. Daarmee scheppen we helderheid in de waaier aan nationale, Europese en internationale richtlijnen, gedragscodes, convenanten en standaarden. In eerste instantie spreken we bedrijven aan op hun eigen verantwoordelijkheid. Waar bedrijven in gebreke blijven, volgt wetgeving.
- Bedrijven hebben als kernonderdeel van dit kader voortaan een zorgplicht. Ze blijven alert op hun milieuschade en mensenrechtenschendingen. We zetten in op Europese regelgeving die due diligence verplicht stelt op basis van bestaande VN en OESO richtlijnen.
- We nemen internationale standaarden als uitgangspunt. We vragen alle in Nederland actieve bedrijven met internationale aanvoerketens uiterlijk in 2025 de OESO-richtlijnen voor internationale ondernemingen, waarin de richtlijnen voor goed maatschappelijk ondernemen zijn vastgelegd, te implementeren.
- Maatschappelijke organisaties hebben een essentiële rol. We ondersteunen ze om de naleving van afspraken te controleren en hier melding van te maken. De overheid blijft de scheidsrechter en besluit over eventuele sancties.
- Het bestuur van bedrijven (corporate governance) wordt, bij voorkeur op Europees niveau, verder aangescherpt zodat op een evenwichtige wijze rekening wordt gehouden met bredere economische en maatschappelijke belangen. Excessen, bijvoorbeeld op het gebied van beloning, worden ingeperkt. Bestuurders krijgen expliciet de verantwoordelijkheid de belangen van alle stakeholders tegen elkaar af te wegen, zo nodig wordt dit wettelijk vastgelegd. Daarbij wordt ook naar niet-beursgenoteerde bedrijven, zoals bijvoorbeeld private equityinvesteerders, gekeken.
- Waar mogelijk moeten bedrijven met internationale aanvoerketens, die in aanmerking willen komen voor overheidssteun of publieke aanbestedingen, voldoen aan de OESO-richtlijnen voor internationale ondernemingen.
- We werken toe naar eisen waar het jaarverslag van een bedrijf tenminste aan moet voldoen. Bedrijven blijven vrij om een eigen methode te kiezen. Over de gevolgen voor klimaat, milieu, biodiversiteit en de samenleving verwachten we dat ze zich allemaal op dezelfde manier verantwoorden. Ook hier wordt de link naar de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN gelegd.
- D66 is voorstander van heldere en eenduidige (Europese) afspraken over een zogenaamde ‘groene’ én ‘bruine taxonomie.’ Zo spreekt iedereen dezelfde taal over welke investeringen goed zijn voor het klimaat en biodiversiteit, en welke schade aanbrengen.
- We breiden de rapportageplicht over maatschappelijke effecten net als Frankrijk, Duitsland en Denemarken uit. Er komt beter toezicht op niet-financiële informatie. We onderzoeken de mogelijkheden om ook niet-beursgenoteerde grote bedrijven transparanter te laten rapporteren over hun maatschappelijke impact.
- Er moet betere en verplichte rapportage van duurzaamheidsrisico’s door financiële instellingen komen. Klanten moeten immers op basis van deze rapportages kunnen besluiten om (bepaalde) financiële producten of diensten niet meer af te nemen bij een bank of verzekeraar.
- We werken toe naar een digitaal impactregister voor (gewone) producten met begrijpelijke, geharmoniseerde informatie over de economische, sociale en ecologische impact van een product (watergebruik, CO2-uitstoot), zodat de consument in één oogopslag de maatschappelijke effecten kan zien en niet meer verdwaald raakt in het woud aan keurmerken en logo’s.
- We willen een duidelijke erkenning van sociale ondernemingen in de wet, bijvoorbeeld als maatschappelijke BV (BVm). Dat biedt sociaal ondernemers en de samenleving helderheid en zekerheid.
- Sociaal ondernemers moeten makkelijk mee kunnen doen aan aanbestedingen. Maatschappelijke meerwaarde krijgt een prominentere rol in de Aanbestedingswet.
- We stimuleren sociaal ondernemerschap in de samenleving, bijvoorbeeld door een landelijk publiek-privaat programma met aandacht voor impactmeting. We bundelen en delen kennis zodat bijvoorbeeld gemeenten niet opnieuw het wiel hoeven uit te vinden.
- We maken van de mededingingsautoriteiten moderne waakhonden in plaats van papieren tijgers. We geven ze meer mogelijkheden om flexibel regels te stellen, onderzoek te doen en in te grijpen. Bijvoorbeeld de bevoegdheid om te grote bedrijven op te breken of het verlagen van de bewijslast bij machtsmisbruik door marktleiders. Ook komt er ruimte om machtsmisbruik bij gratis diensten of data aan te pakken. Naast afzetmarkten wordt er ook naar scheve machtsverhoudingen in toeleveringsmarkten en arbeidsmarkten gekeken.
- Mededingingsautoriteiten werken Europees en internationaal nauw samen. Door het bundelen van slagkracht kunnen zij monopolies betwisten.
- Gedupeerde gebruikers van ondernemingen die de mededingingsregels hebben overtreden krijgen meer juridische mogelijkheden. We breiden de mogelijkheden voor een class-action suit uit.
- We versterken de democratische controle op de kwaliteit van het toezicht. We verwachten van toezichthouders van markten dat ze zich vaker openbaar verantwoorden. Dat stimuleert het debat over de gewenste rol van deze toezichthouders.
- Er is speciale aandacht voor de macht van Big Tech en Big Pharma. Dat kan ook gelden voor andere grote ondernemingen waarbij fundamentele waarden als democratie of de volksgezondheid in het geding zijn. Wij steunen daarom het Europese initiatief tot een nieuwe bevoegdheid om te interveniëren tegen structureel marktfalen, ook wanneer daar geen kartel of misbruik van machtspositie aan ten grondslag ligt (de ‘New Competition Tool’). We verkennen bovendien of die bevoegdheid ook nationaal aan de ACM kan worden verleend.
- Aan de andere kant krijgen bedrijven meer ruimte om in samenwerking de maatschappelijke lat hoger te leggen. Bijvoorbeeld als het welzijn van dieren verbetert of als gezamenlijk transport minder schade aan het milieu toebrengt.
- Wij willen de diversiteit van de financiële sector vergroten. Meer concurrentie is een belangrijk middel om dit te bereiken. Hiervoor moeten klanten meer macht krijgen, bijvoorbeeld door te zorgen dat zij eenvoudig met behoud van hun rekeningnummer over kunnen stappen naar een andere bank en de invoering van goed vergelijkbare standaardproducten voor niet adviesgevoelige productgroepen. Ook moeten nieuwe aanbieders, zoals ‘fintechs’ – bedrijven die technologie inzetten om financiële dienstverlening te verbeteren – of start-up banken, makkelijk kunnen toetreden en doorgroeien door actievere ondersteuning en meer te experimenteren met proportioneel toezicht.
- Bij de keuze over de toekomst van de Volksbank willen wij dat het maatschappelijk profiel van deze bank blijft bestaan. Dit past bij de rol die de bancaire sector in onze ogen moet innemen. Ook bij andere privatiseringen of acquisities in de financiële sector (van met name Private Equity partijen) dient de toezichthouder meer middelen te krijgen om het belang van de polishouder/klant te borgen.
- Wij zijn positief over het creëren van een publiek verankerd alternatief voor het aanhouden van een rekening bij een commerciële bank, zoals digitaal centralebankgeld, en we steunen de onderzoeken naar de meest geschikte vormgeving hiervan.
- D66 is voorstander van de verdere verhoging van kapitaalbuffers in de financiële sector, en om die in een crisis meer te kunnen gebruiken om de rest van de economie te ondersteunen.
- Financiële instellingen moeten hun investeringen en leningen in lijn brengen met de afspraken uit het Klimaatakkoord van Parijs. Risico’s als gevolg van klimaatverandering moeten beter worden meegewogen voor de buffers die banken moeten aanhouden. Naast de economie moet ook klimaat een onderdeel van de stresstesten voor extreme scenario’s worden.
- Het invoeren van eerlijke prijzen is het effectiefst als dit op Europees niveau gebeurt. We zullen ons hier in de EU met volle kracht hard voor maken en desnoods met een groep gelijkgezinde landen het voortouw nemen.
- We sporen verborgen kosten en subsidies op die schade toebrengen aan milieu, klimaat en gezondheid, in samenwerking met maatschappelijke organisaties. De overheid neemt hier een coördinerende rol op zich. Eerlijke prijzen dwingen we desnoods via een minimumprijs of belasting af. Dat past binnen de verandering van belasting op arbeid naar belasting op vervuiling. De inkomsten hieruit laten we transparant terugvloeien naar de maatschappij om die schade te herstellen.
- We zetten in op Europese samenwerking en groene handelsakkoorden. We steunen de invoering van een CO2-tarief aan de Europese grens, zodat bedrijven van buiten de EU op dezelfde klimaatvoorwaarden concurreren op de Europese markt.
- De overheid werkt actief aan een ‘ware prijs’-scan voor haar eigen beleid. De overheid gaat groen begroten waarbij de volledige maatschappelijke kosten en de impact van de begroting op de brede welvaart transparant worden gemaakt. Zij let bij inkoop en aanbesteding beter op beschikbare ware prijzen die ook rekening houden met de maatschappelijke effecten.
- Er komt een directie of agentschap Externe Effecten dat de bevoegdheid krijgt eerlijke prijsberekeningen te verlangen en dat grote sectorbrede hervormingen initieert en begeleidt.
- Voor D66 is de markt een effectief middel om vrijheid en ondernemerschap te stimuleren. Maar de vrije markt is niet overal het ideale model. Bij producten en diensten die belangrijk zijn voor ons allemaal, zoals gezondheidszorg, elektriciteit, openbaar vervoer en financiële diensten, moeten we een goede balans vinden tussen de kracht van het private initiatief en het waarborgen van het algemeen maatschappelijk belang. De overheid stelt heldere eisen aan deze sectoren voor wat betreft de kwaliteit en robuustheid van hun maatschappelijke dienstverlening en het vermijden van excessieve winsten en beloningen.
- Het nut van concurrentie en aanbestedingen wordt zorgvuldig afgewogen tegen de mogelijke kosten- en kwaliteitsvoordelen van een dienst door één partij te laten uitvoeren.
- Als de maatschappij een dienst wil maar de markt de eerste investeringen niet wil of kan dragen, zoals bij betaalbare huurwoningen of duurzaam voedsel, onderzoekt de overheid of en hoe zij moet ingrijpen in de markt.
- We steken extra geld in onderzoek en innovatie. Zo werken we toe naar de Lissabondoelstelling om 3 procent van ons nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie te besteden, bijvoorbeeld met betrekking tot het klimaat. We moedigen het bedrijfsleven aan om mee te investeren.
- We stimuleren onderzoekers, start-ups en bedrijven met de maatschappelijke missies aan de slag te gaan. Dat doen we niet alleen door meerjarig te investeren. Maar bijvoorbeeld ook door bij gebrek aan marktfinanciering als durfinvesteerder in te stappen. Of als klant aanbieders uit te dagen om te vernieuwen.
- We kiezen ook de sleuteltechnologieën waar we ons op richten. De technologieën zijn het fundament voor nieuwe toepassingen. Zo leiden doorbraken in fotonica tot efficiëntere zonnepanelen en nieuwe meetsystemen voor de landbouw. Door gericht te investeren, blijven we in de top meedoen.
- De keuze voor de missies en sleuteltechnologieën gebeurt door meer onafhankelijke experts een plek aan tafel te geven.
- Geld voor belastingmaatregelen zoals de innovatiebox komt vooral de grote winstgevende bedrijven ten goede. We gaan dat geld effectiever voor het stimuleren van innovatie inzetten zodat juist het innovatieve mkb, start-ups en scale-ups hiervan profiteren.
- We doen actief mee in Europese innovatieprogramma’s. We sluiten de Nederlandse missies daarom goed aan op de missies die we in de Europese Unie hebben afgesproken. De belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang krijgen een hoge prioriteit.
- Als Europa stellen we ons de ambitie concurrerend te zijn met de VS en China op het gebied van nieuwe technologieën, zoals 5G en kwantumtechnologie.
- We zoeken actief internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie op. We zetten de ambassades in om op de gekozen missies en sleuteltechnologieën internationale partners op te zoeken, waarbij we natuurlijk zorgvuldig rekening houden met spionageactiviteiten en cyberaanvallen.
- We maken investeringen in start-ups en scale-ups aantrekkelijker. Particulieren moeten verliezen na risicovolle investeringen in jonge bedrijven van hun belasting af kunnen trekken. Dit gebeurt al in het Verenigd Koninkrijk.
- Start-ups spelen een essentiële rol in innovatieve ecosystemen. Ze dagen de gevestigde bedrijven met nieuwe ideeën en technieken uit. We stimuleren daarom de samenwerking tussen universiteiten, hogescholen, incubatoren en fieldlabs.
- We maken het voor start-ups en scale-ups makkelijker om toptalent aan te trekken en te behouden. We maken het aantrekkelijk om loon deels in aandelen en opties uit te betalen. Internationale talenten krijgen de mogelijkheid om in de eerste vier jaar het gespaard pensioen en AOW uit te laten betalen. Voor schaarse talenten versoepelen we de criteria om een werkvergunning te krijgen. We zorgen voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat met internationale scholen en Engelstalige voorzieningen.
- We willen ondernemers de vrijheid geven om op kleine schaal nieuwe ideeën te testen. Dat wordt ook wel het sandbox model genoemd. Pas bij opschaling hoeven de bedrijven aan een striktere invulling van de regels te voldoen. Dat geeft de overheid ook de kans om onnodig belemmerende regels op te ruimen.
Download hier het verkiezingsprogramma van D66.
Geef een reactie