Een werkgever wiens aanvraag van een NOW 2-voorschot werd afgewezen nadat er een vinkje verkeerd was gezet bij de aangifte loonheffingen is bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant succesvol in beroep gegaan tegen de afwijzing.
Bij de beoordeling of er sprake is van SV-loon volgde de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de polisadministratie. Omdat er in de polisadministratie op 2 juni 2020 SV-loon is opgenomen zal de minister dit in beginsel ook moeten volgen. Dat de werkgever eerder in de aangifte loonheffingen een verkeerd kruisje heeft gezet, waardoor de werknemers per abuis als niet verzekerd zijn aangemerkt, maakt dat niet anders.
Uitspraak: ECLI:NL:RBZWB:2021:1296
De werkgever had op 6 juli 2020 een NOW-2-aanvraag gedaan. Die werd door de minister afgewezen omdat er op 15 mei 2020 geen loonsom bekend was in de maand maart 2020. Bij de rechter voerde de werkgever aan dat er tijdig loonaangifte was gedaan, aangezien de Belastingdienst uitstel had verleend. De werkgever maakt gebruik van de software van de overheid. Door de aard van de vraagstelling was er in de aangifte een vraag verkeerd beantwoord.
De werkgever vroeg om schadevergoeding.
De minister stelde zich op het standpunt dat de werkgever voor haar twee werknemers over de maand maart 2020 wel sociaal verzekerd loon (SV-loon) had doorgegeven aan de Belastingdienst, maar dat dit pas op 13 augustus 2020 was gedaan. Dit is na de peildatum en na het uitstel van de Belastingdienst. De werkgever had uitstel gekregen om uiterlijk 30 juni 2020 loonaangifte te doen.
Polisadministratie
Bij de beoordeling of er recht bestaat op (voorschotten) op de NOW-2 is van belang of er sprake is van SV-loon. De minister stelde zich op het standpunt dat er uiterlijk op 30 juni 2020 geen aangifte was gedaan van SV-loon, waarbij werd gewezen op een uitdraai van de polisadministratie.
Namens de minister werd ter zitting toegelicht dat de werkgever weliswaar op 2 juni 2020 SV-loon over de maand maart 2020 had opgegeven in de aangifte, maar dat dit als een bijzondere beloning is opgevoerd. Volgens de minister is een bijzondere beloning ook SV-loon, maar omdat de werknemers (eerder in de loonaangifte) aangemerkt zijn als niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen kan het opgegeven loon niet aangemerkt worden als SV-loon. Er is dan geen loonsom zoals bedoeld in de NOW, aldus de minister.
Verkeerd kruisje gezet
De rechtbank volgt de minister niet in deze redenering. Bij de beoordeling of er sprake is van SV-loon volgt de minister immers de polisadministratie. Nu er in de polisadministratie op 2 juni 2020 SV-loon is opgenomen zal de minister dit in beginsel ook moeten volgen. Als de minister wil afwijken van de gegevens in de polisadministratie zal hij dat gemotiveerd moeten doen en met inachtneming van alle feiten1. Daarbij is van belang dat de minister al wel nader heeft onderzocht hoe de aangifte van het SV-loon is gedaan (als bijzondere beloning), maar dat dit onderzoek niet volledig is geweest. Uit alle overige gegevens blijkt namelijk dat eiseres eerder in de aangifte een verkeerd kruisje heeft gezet, waardoor de werknemers per abuis als niet verzekerd zijn aangemerkt. Als de minister dus volledig onderzoek zou hebben gedaan naar de juistheid van de gegevens in de polisadministratie was hij tot de conclusie gekomen dat er sprake was van SV-loon. Dit blijkt overigens ook uit de loonaangifte van eiseres over eerdere jaren.
Daaruit volgt dat de werkgever voldoet aan de voorwaarde dat er uiterlijk op 30 juni 2020 sprake is van opgegeven SV-loon, oordeelt de rechtbank. De werkgever heeft daarom recht op voorschotten op de NOW-2. Het beroep wordt gegrond verklaard en de bestreden afwijzing van een voorschot wordt vernietigd.
R.H. Dijk zegt
Nav dit soort berichten kan er begrip worden opgebracht voor het feit dat de medewerkers van UWV niet binnen 48 uur kunnen voldoen aan een door hun telefonisten intern uitgezette terugbelverzoeken. Men is blijkbaar druk doende met het voeren van dit soort onzinnige procedures voor rechtbanken, daarbij ongestraft en ongelimiteerd een beroep doende op algemene middelen, die we met zijn allen – zo zal blijken – in de nabije toekomst nog zeer hard nodig zullen hebben. Maar daar merken ambtenaren over het algemeen weinig van (denken en hopen ze …..).
Jammer, heel erg jammer ….