Mazars heeft in de nasleep van de veelbesproken controle van de jaarrekening over 2016 van investeringsfonds Value8 een nederlaag geleden bij de rechter: die vindt dat het accountantskantoor ten onrechte meer dan acht ton aan meerkosten eiste. Bovendien heeft Mazars in de kwestie de geheimhoudingsplicht geschonden, is het oordeel.
Mazars was van boekjaar 2008 tot en met boekjaar 2016 controlerend accountant van Value8. Met name dat laatste boekjaar zal Mazars nog lang heugen: na veel gesteggel lag er uiteindelijk in november 2017 een goedgekeurde jaarrekening. Value8 ging daarna verder met Accon AVM, maar Mazars had nog een appeltje te schillen met het investeringsvehikel van Peter-Paul de Vries.
Veel voeten in de aarde
De controle van de 2016-cijfers had enorm veel voeten in de aarde. Dat had met tal van zaken te maken: zo was er de uitbreiding van het aandelenbelang van Value8 in het bedrijf Ceradis. Bovendien stelde de AFM in 2016 en 2017 vragen over de jaarrekening 2015, meer bepaald over de goodwill van Ceradis. Daarvoor was volgens de AFM een onjuiste waarderingstechniek gehanteerd en dat zou in de volgende jaarrekening moeten worden aangepast. Daarnaast waren er nog de vergroting van het belang in Kersten Groep tot 100% en de overname van Headfirst Group via een meerderheidsbelang in Source Group.
Vertraging op vertraging
Zoals eerdere jaren bevestigt Mazars ook in 2016 – eind december – dat voor een vast bedrag (€ 205.000) de jaarrekening 2016 gecontroleerd zal worden. Maar de aftrap is al stroef: er ontstaat begin 2017 vertraging in het aanleveren van discounted cash flow (DCF)-berekeningen, waardoor Mazars de geplande afrondingsdatum van 28 april 2017 niet gaat halen. Bovendien gaat de controle duurder uitpakken dan begroot, laat Mazars weten. Dat geeft ook aan dat er nog onvoldoende toereikende controle informatie beschikbaar is op een aantal casussen. Value8 meldt daarop dat het niet behalen van de deadline het gevolg is van de handelwijze en/of persoonlijke omstandigheden van werknemers van Mazars. Er wordt afgesproken dat de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling belegd zal worden bij Compliancekantoor. Maar die voltooit de klus niet en de OKB wordt uiteindelijk uitgevoerd door medewerkers van Mazars. Daarnaast speelt nog een kwestie rondom de vaststelling van de reële waarde van Ceradis. Daarvoor is Foederer Corporate Finance ingeschakeld in april 2016. Maar de waardering is volgens Mazars onjuist; daarover is discussie ontstaan.
De deadline voor publicatie van de jaarrekening 2016 wordt niet gehaald. Mazars laat in mei weten dat Value8 snel akkoord moet geven op het meerwerk, anders wordt de opdracht neergelegd. Uiteindelijk wordt die zomer afgesproken dat aanvullende kosten zouden worden besproken na afronding van de controle van de jaarrekening door Mazars.
Onderzoek trustkantoor en vragen VEB
Ondertussen is ook nog trustkantoor BK in beeld gekomen, waarin Value8 grootaandeelhouder is. Het kantoor zou betrokken zijn bij belastingontduiking door profvoetballers via Panama. Op verzoek van Mazars wordt een accountantsorganisatie ingeschakeld om onderzoek te doen naar de integriteit van de leiding van Value8. Er volgt een rapport dat concludeert dat niets afronding van de controle van de jaarrekening in de weg stond. In augustus 2017 meldt zich de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) bij Mazars: die wil meer weten over het controleproces en de jaarrekeningen over 2015 en 2016 van Value8. Daarop laat Mazars weten dat dat niet mogelijk is vanwege de geheimhoudingsverplichting. Wel meldt het kantoor meerwaarde te zien van ‘een accountant die een rol vervult bij het uitbrengen van belangrijke persberichten door beursfondsen in situaties als de onderhavige. Een vergelijking kan worden getrokken met de rol die de accountant vervult als het bestuur van een rechtspersoon een mededeling doet indien de jaarrekening, nadat deze openbaar is gemaakt, in ernstige mate tekort schiet in het geven van een getrouw beeld van vermogen en resultaat.’ Die brief wordt door de VEB online gezet.
Rekening niet betaald
Uiteindelijk volgt in november 2017 dan toch de goedkeurende verklaring voor de jaarrekening 2016. Mazars stuurt een rekening van een kleine € 668.000 voor het meerwerk. Die wordt niet betaald. Mazars eist voor de rechter dat Value8 de openstaande rekening plus rente, inmiddels goed voor ruim € 877.000, betaalt, naast een schadevergoeding van € 120.000 wegens het ‘wegkapen’ van een medewerker: in september 2017 is een Mazars-medewerker in dienst getreden bij Value8.
Value8 heeft ook noten op zijn zang: dat stelt dat Mazars zijn taken niet naar behoren heeft vervuld door onder meer het onderzoek naar de BK Groep te laten doen, een afboeking op de overeengekomen waarde van Ceradis per ultimo 2016 te verlangen, de controle anders in te richten en substantieel hogere eisen te stellen dan in eerdere jaren en mededelingen te doen die Value8 in een slecht daglicht plaatsten en tot reputatieschade leidden. Value8 vordert een schadevergoeding van ruim € 425.000.
Te late aanlevering niet bewezen
De rechtbank in Amsterdam buigt zich over het omgvangrijke dossier. De rechter vindt ten eerste dat Mazars niet voldoende heeft onderbouwd dat Value8 informatie te laat heeft aangeleverd, althans, dat daar tijdig om is gevraagd. Er is in april 2017 wel aangegeven dat informatie ontbreekt, maar om welke informatie het ging, was niet duidelijk. Er zijn geen e-mails bekend waaruit blijkt dat Mazars heeft gevraagd om te laat aangeleverde informatie en hersteltermijnen heeft gegeven. ‘Dit had wel op haar weg gelegen. Het ter zitting gedane bewijsaanbod om alsnog dergelijke e-mails in het geding te brengen is te laat en zal gepasseerd worden omdat Mazars onvoldoende heeft gesteld om alsnog tot bewijslevering te worden toegelaten.’
Mazars wist al dat planning niet gehaald werd
Dat Value8 al in oktober 2016 vertraging veroorzaakte door gegevens niet of later aan te leveren, gaat er bij de rechter niet in. ‘Op het moment dat Mazars aan Value8 de opdrachtbevestiging verstuurde en daarin de vaste prijs van € 205.000 voorstelde, wist of kon zij door het uitblijven van de dummyjaarrekening al weten dat deze planning niet gehaald zou worden. Dit geldt temeer nu Value8 onweersproken heeft gesteld dat partijen na verzending van de planning zijn overeengekomen dat in het geheel geen dummyjaarrekening zou worden aangeleverd en dat men pas met de jaarrekening 2016 verder zou gaan nadat de vragen van de AFM over de jaarrekening 2015 waren beantwoord. De door AFM gestelde vragen werden op 26 oktober 2016 ontvangen en de beantwoording van deze en nadere vragen werd uiteindelijk pas omstreeks 13 januari 2017 afgerond. Gelet op deze vertraging had Mazars bij de verzending van de opdrachtbevestiging op 27 december 2016 logischerwijs al kunnen weten dat de op 14 oktober 2016 verzonden planning achterhaald was en had zij daar bij de vaststelling van de vaste prijs rekening mee kunnen houden. Zij kan aan de planning van 14 oktober 2016 dan ook geen rechten ontlenen. Bij die stand van zaken is van een tekortkoming aan de zijde van Value8 in de zin van artikel 4 lid 4 door het niet halen van de planning geen sprake.’ Ook de transacties waarbij aandelenbelangen werden uitgebreid, waren al bij het maken van de planning bekend. Value8 hoeft daarom geen aanvullende kosten te betalen.
‘Mogelijk een te ver gaande houding’
De onjuiste waardering van de goodwill van deelnemingen via DCF-berekeningen maakt ook niet dat Value8 schuld had aan de vertraging, oordeelt de rechtbank. ‘Het aantal benodigde DCF-berekeningen kan immers ook, zoals Value8 heeft betoogd, het gevolg zijn van een te ver gaande houding van Mazars […] in het controleproces. Gelet op de gemotiveerde betwisting van Value8 had het op de weg van Mazars gelegen om nader te onderbouwen dat (en waarom) de aangeleverde DCF-berekeningen van Value8 onjuist waren en dat de omstandigheid dat Mazars telkens om nieuwe DCF-berekeningen vroeg dus aan Value8 te wijten was.’
Een verschil tussen conceptjaarrekening en de uiteindelijk goedgekeurde jaarrekening is geen argument: ‘Met het bestaan van een dergelijk verschil staat immers nog niet vast dat de eerdere waarderingen onjuist waren. Want Value8 heeft gesteld dat zij alleen akkoord ging met de voorgestelde afwaarderingen om van Mazars een goedkeurende verklaring te verkrijgen.’ Bovendien zijn er later ondernemingen tegen een aanzienlijk hogere waarde verkocht. ‘In dat licht mocht van Mazars dan ook verwacht worden dat zij nader met stukken zou onderbouwen dat de aanvankelijk door Value8 ingediende berekeningen en waarderingen onjuist waren.’ Mazars heeft daarom niet genoeg onderbouwd dat de waarderingen van de deelnemingen zodanig onjuist waren dat Value8 tekortschoot in de informatieverplichting. Kortom: de rechter wijst de vordering tot betaling van € 877.000 aan facturen en rente af. Mazars grijpt ook naast de schadevergoeding voor het in dienst nemen van een medewerker door Value8. Niet is aangetoond dat de betrokken medewerker ooit werkzaamheden heeft gedaan voor Value8.
Ook Value8 krijgt niets
De meeste eisen van Value8 worden ook afgewezen. De rechter overweegt onder meer dat de controle er misschien fundamenteel anders uitzag dan in eerdere jaren, maar dat vragen en opmerkingen van de AFM daar een aanleiding voor konden zijn geweest ‘en aan de accountant komt een zekere vrijheid toe de controle naar eigen inzicht in te richten’. ‘Voor zover Mazars substantieel hogere eisen zou hebben gesteld dan daarvoor – wat Mazars heeft betwist en dus niet is komen vast te staan – dan heeft dat niet zonder meer tot gevolg dat zij niet als redelijk handelend en redelijk bekwaam accountant heeft gehandeld.’
Geheimhouding geschonden
Value8 treft wel doel met de klacht over de schending van de geheimhoudingsplicht. ‘Mazars had op grond van artikel 7 van haar algemene voorwaarden een geheimhoudingsplicht. De rechtbank is met Value8 van oordeel dat Mazars deze heeft geschonden door mededelingen te doen die het risico in zich droegen Value8 in een slecht daglicht te plaatsten en tot reputatieschade konden leiden. Mazars heeft in de genoemde brief eerst verklaard dat zij op dat moment geen vertrouwelijke informatie over de controle van de jaarrekening van Value8 mocht verstrekken. Maar door te schrijven dat de onderhavige situatie een uitzonderlijke is waarin financiële markten gebaat zouden kunnen zijn bij een rol voor de accountant bij het uitbrengen van belangrijke persberichten en direct daarna te verwijzen naar de situatie waarin het bestuur van een rechtspersoon in ernstige mate tekort schiet in het geven van een getrouw beeld van vermogen en resultaat, wordt op zijn minst geïmpliceerd dat een dergelijke situatie speelde bij Value8. Dat de pers uit die tekst conclusies heeft getrokken die voor Value8 negatief waren is niet onbegrijpelijk. Ook ligt voor de hand dat dit voor Value8 heeft geleid tot reputatieschade.’ Maar wat die schade is, is onvoldoende naar voren gebracht.
Voorschot terugbetalen
Mazars moet zelf wél betalen: ruim € 9.000 voor een voorschot voor de overdracht van het dossier aan de opvolgend accountant. Dat bedrag is gebaseerd op 32 uren tegen een uurtarief van € 312, maar uit het door Mazars verstrekte urenoverzicht blijkt dat er maar drie uren daadwerkelijk aan de overdracht van het dossier zijn besteed. Het bijwonen van de aandeelhoudersvergadering, ook berekend, viel volgens de opdrachtbevestiging onder het vaste bedrag.
Geef een reactie