Een rechercheur bij de FIOD is door haar voormalige collega’s van het kantoor Enschede van de Belastingdienst ten onrechte onder verdenking van belastingfraude komen te staan, blijkt uit een vonnis van de rechtbank Gelderland. Dat leidde zelfs tot een tuchtprocedure tegen de vrouw, maar uiteindelijk moesten de correcties in haar IB-aangiften voor het overgrote deel worden teruggenomen. Het Enschedese kantoor van de fiscus heeft op meerdere punten onzorgvuldig gehandeld ten opzichte van de FIOD-rechercheur, oordeelt de rechtbank. De Belastingdienst moet de vrouw daarom bijna €23.000 aan vergoeding van immateriële schade en proceskosten betalen.
Uitspraak: ECLI:NL:RBGEL:2021:2688
In 2017 werd een boekenonderzoek gedaan naar onder andere de aanvaardbaarheid van de aangiften IB/PVV voor de jaren 2012 tot en met 2016 van de vrouw. Die weigerde aanvankelijk mee te werken, omdat ze niet wilde dat haar medische gegevens bekend zouden worden bij haar voormalige collega’s in Enschede. Ze verzocht daarom om het onderzoek te laten uitvoeren door het zogenoemde VIP-team, dat de IB-aangiftes van medewerkers van de Belastingdienst beoordeelt. De Belastingdienst weigerde dat echter meerdere keren, waarna de vrouw alsnog haar medewerking verleende. Daarop werden verschillende naheffingsaanslagen en vergrijpboetes opgelegd aan de vrouw.
Onzorgvuldig handelen Belastingdienst
De rechtbank is van oordeel dat in ieder geval twee keer onzorgvuldig is gehandeld door de Belastingdienst. De eerste keer door het verzoek van de FIOD-rechercheur om behandeling als VIP-post door een ander kantoor niet in te willigen. Dit had als direct gevolg dat de verhoudingen met de controlerend ambtenaar al vanaf het begin verstoord zijn geraakt. De Belastingdienst heeft wellicht gelijk dat er geen geschreven regel is die in dit geval ertoe verplichtte om de post door een ander kantoor te laten behandelen en door een ambtenaar met een VIP-autorisatie, oordeelt de rechtbank, maar ongeschreven regels van professionaliteit en collegialiteit hadden in dit geval de doorslag moeten geven om dat toch te doen. De ratio achter de VIP-regeling – de privacy van collega’s beschermen alsmede een objectieve en neutrale controle verzekeren – is evident ook in dit geval van toepassing, vindt de rechtbank. Het was voorzienbaar dat het niet inwilligen van het verzoek van de rechercheur zou leiden tot verstoorde verhoudingen, ook vanwege het feit dat ‘iedereen iedereen kent’ op het kantoor.
Controlerend ambtenaar in de fout
De tweede keer dat onzorgvuldig is gehandeld jegens de vrouw is naar het oordeel van de rechtbank het moment geweest dat de controlerend ambtenaar niet bij zichzelf heeft onderkend dat zijn relatie met de FIOD-rechercheur zodanig was verstoord dat hij zijn controlerende taken niet meer neutraal en objectief kon uitoefenen. De Belastingdienst heeft ter zitting aangegeven dat de FIOD-rechercheur zich richting en over de controleambtenaar negatief en grievend heeft uitgelaten, ook tegenover andere collega’s. Het omgekeerde is echter kennelijk ook gebeurd, constateert de rechter. Er is dus over en weer onder collega’s over deze zaak en de betrokkenen geroddeld. Het is begrijpelijk dat dit bij de controleambtenaar leidt tot gekrenkte gevoelens. Echter, de rol en positie van die controleambtenaar in deze zaak is een volstrekt andere dan die van de FIOD-rechercheur, spreekt de rechter uit. Het verwijt dat de controleambtenaar daarom moet worden gemaakt is juist dat hij niet heeft onderkend dat het een persoonlijke kwestie was geworden en dat hij daarom niet langer neutraal en objectief ten opzichte van de FIOD-rechercheur stond. Dat is ook door de directe collega’s van de controleambtenaar kennelijk onvoldoende onderkend, althans er is niet ingegrepen. Dat zowel eiseres als de controleambtenaar beschadigd zijn geraakt door geroddel onder collega’s kan dus geen vergoelijking zijn van de keuzes van de controleambtenaar, maar is juist een bevestiging van het feit dat de verkeerde keuzes zijn gemaakt. Zoals hiervoor al geconcludeerd, is het zeer aannemelijk dat de onvolledige en/of onjuiste informatie in het controlerapport het gevolg is van de verstoorde verhoudingen en een verlies aan neutraliteit en objectiviteit bij de controlerende ambtenaar en de ambtenaren die bij die controle op andere wijze waren betrokken.
Escalatie, tuchtprocedure
Deze onzorgvuldigheid heeft ook nog tot het zeer ernstige gevolg geleid dat de FIOD-rechercheur aan een tuchtprocedure is onderworpen, constateert de rechtbank. Het zijn juist de vergrijpboetes geweest en de verdenkingen van verzwegen omzet die hebben geleid tot de escalatie, de tuchtprocedure en daarmee ook de psychische gezondheidsschade bij de FIOD-rechercheur. Juist omdat het hier ging om een FIOD-rechercheur had de Belastingdienst moeten begrijpen dat de controlerend ambtenaar op afstand had moeten staan. De rechtbank rekent het de fiscus zwaar aan dat dit herhaaldelijk en door verschillende functionarissen niet onder ogen is gezien.
Tot slot stelt de rechtbank vast dat de Belastingdienst in de derde plaats onzorgvuldig jegens de FIOD-rechercheur heeft gehandeld door een navorderingsaanslag IB/PVV 2012 met vergrijpboete op 31 mei 2018 op te leggen, ruim vóórdat het definitieve controlerapport is vastgesteld op 26 juli 2018 en ook vóórdat op 22 juni 2018 nog uitgebreid door de gemachtigde op het concept-rapport is gereageerd.
De rechtbank ziet daarom aanleiding tot vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten in bezwaar en beroep. De totale voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten bedragen € 21.860,87. Daarnaast wordt de fiscus veroordeelt tot vergoeding van immateriële schade van € 1.000.
Geef een reactie