Na een stijging in de eerste helft van het jaar is de indicatieve gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen in juli weer gedaald: van 110% naar 108%. Dat heeft vooral met de fors gedaalde rente te maken, meldt Aon.
De indicatieve beleidsdekkingsgraad, die is gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, is wel gestegen en staat nu op 103%, ruim boven het aangepaste tijdelijk wettelijk vereiste minimum van 90%. ‘Aangezien deze dekkingsgraad van 103% een gemiddelde betreft, zijn er ook fondsen met een lagere beleidsdekkingsgraad. Met deze stijgingen in de eerste helft van dit jaar lijken echter de meeste fondsen uit de gevarenzone te zijn.’
Verplichtingen stijgen sterker dan beleggingsportefeuille
In een maand tijd is de risicovrije rente over de eerste 40 jaar met gemiddeld 20 basispunten gedaald. Ook de Ultimate Forward Rate (UFR), de rentecurve waarmee pensioenfondsen de waarde van hun toekomstige verplichtingen berekenen, is gedaald door de gefaseerde overgang naar een nieuwe systematiek. ‘Deze twee factoren zorgden ervoor dat de waarde van de verplichtingen met ruim 4% toenam.’ De beleggingsportefeuille van de pensioenfondsen behaalde een positief rendement van ongeveer 2,5%. Financiële markten en ontwikkelde markten zaten in de plus, opkomende markten daalden door het forse negatieve rendement van China van bijna 7%. Vastgoed zat met ruim 3% in de lift.
Aon waarschuwt dat waakzaamheid geboden is, ondanks de sterke stijging van de dekkingsgraad in de eerste helft van 2021. ‘De daling van de dekkingsgraad in de maand juli geeft aan hoe snel ontwikkelingen kunnen gaan en de situatie kunnen doen omslaan.’
Geef een reactie