De orde van belastingadviseurs NOB heeft ook haar licht laten schijnen over het Pakket Belastingplan 2022. ‘Relatief beleidsarm’ is het oordeel.
De NOB licht enkele elementen uit het plan. Zo kan de introductie van een gerichte vrijstelling voor een thuiswerkvergoeding op imstemming rekenen, maar de orde zou het liefst een thuiswerkbudget zien. ‘In zijn huidige vorm lijkt de thuiswerkvergoeding enkel interessant voor de werknemer/dga met kantoor aan huis én de werknemers met een leaseauto. Daarnaast is de NOB van mening dat de pro-ratatoepassing van de 128-dagenregeling de regeling onnodig ingewikkeld maakt.’
Verschuiving heffingsmoment
Positief is de NOB ook over een nieuwe hoofdregel waarbij het heffingsmoment verschuift naar het moment waarop de bij uitoefening van het aandelenoptierecht verkregen aandelen verhandelbaar zijn geworden. Daarnaast wordt een keuzeregeling geïntroduceerd waarbij een heffing op uitoefening mogelijk blijft. ‘De NOB meent dat het opschuiven van het heffingsmoment naar het daadwerkelijk moment van vervreemding/verkoop de voorkeur heeft; dan is er minder kans op discussie over het belastbare moment en de te belasten opbrengsten.’ De aanpassing van de aandelenoptieregeling voorziet in het voorkomen van een liquiditeitsprobleem, aldus de orde. ‘Het valt de NOB op dat tevens als doel wordt benoemd dat de aanpassing van de aandelenoptieregeling een bijdrage moet leveren aan de concurrentiepositie van Nederland.’ Verder wordt geopperd dat de keuzeregeling ook wordt opengesteld voor andere aandelengerelateerde beloningsvormen.
Eigenwoningregeling ‘volstrekt onuitvoerbaar’
Met betrekking tot de eigen woning vraagt de orde zich af waarom er voor de overdrachtsbelasting geen terugwerkende kracht is verleend aan de vrijstelling voor woningen met verkoopregulerend beding. Ook pleit de NOB ervoor dat verkrijgingen binnen twaalf maanden als één verkrijging worden gezien voor alle regelingen. De eigenwoningregeling blijft wat de NOB betreft ‘volstrekt onuitvoerbaar, zowel voor belastingplichtigen als de Belastingdienst’. ‘De NOB vraagt zich af waarom het kabinet geen verdere vereenvoudigingsstappen heeft gezet.’ Teleurstelling is er ook over het achterwege blijven van een aanpassing in de box 3-heffing. ‘Zo ontbreekt naar mening van de NOB een schijf, waarin volledig, dat wil zeggen voor 100 procent, wordt gespaard.’
Vennootschapsbelasting
Verder vindt de orde dat het demissionaire kabinet de wet Vpb met de aangepaste verrekening van voorheffingen in de vennootschapsbelasting onnodig complex maakt. De aanpak van zogeheten mismatches met een onderworpenheidseis leidt naar de mening van de NOB tot onredelijke en onbedoelde gevolgen voor subjectief vrijgestelde deelnemers in een omgekeerde hybride, zoals pensioenfondsen. ‘De NOB vraagt ook aandacht voor de complicaties die zich kunnen voordoen bij belangen die indirect worden gehouden en gevallen waarin sprake is van een gediversifieerde effectenportefeuille. De NOB meent dat wat betreft de buitenlandse belastingplicht voor participanten in een omgekeerde hybride de voorgestelde systematiek onvoldoende is toegelicht.’
Het wetsvoorstel dat potentiële situaties van dubbele niet-heffing als gevolg van verrekenprijsmismatches moet voorkomen, lijkt tot een toename van risico’s op dubbele heffing te leiden, aldus het commentaar. ‘Het risico op dubbele belastingheffing lijkt ook te worden onderkend en geaccepteerd in de Memorie van Toelichting. De NOB meent dat dubbele heffing zou moeten worden voorkomen.’ De NOB vindt dat het wetsvoorstel en de toelichting daarop voldoende duidelijkheid moeten scheppen over de reikwijdte ervan en wil nadere toelichting op onder meer toepassing van het wetsvoorstel ten aanzien van niet-onderworpen of subjectief vrijgestelde entiteiten.
Geef een reactie