Zzp’ers ervaren behoorlijk wat drempels als het gaat om hun pensioen. Zo kan slechts de helft uit de voeten met het begrip fiscale jaarruimte. Marike Knoef, hoogleraar economie in Leiden en bestuurder van denktank Netspar, pleit voor een vast belastingvrij basisbedrag dat de zelfstandige mag inleggen. Ook raadt ze integraal advies aan. ‘De zzp’er heeft vaak vrij vermogen opgebouwd en afgelost op de eigen woning. Dat speelt allemaal mee.’
Door Jannie Benedictus
Kortgeleden is het onderzoek ‘Eenvoud en flexibiliteit bij pensioensparen voor zzp’ers’ van Marike Knoef en haar collega’s gepubliceerd. In het stuk brengen ze in kaart hoe de zzp’er te verleiden is om iets te doen aan zijn of haar pensioenopbouw. Bijvoorbeeld door een flexibeler pensioen waar in noodgevallen geld uit mag worden opgenomen of door versimpeling van de bepaling van de fiscale jaarruime. Ook een ‘opt-out systeem’ passeert de revue.
Moeten we ons zorgen maken over de pensioenopbouw van zzp’ers?
‘Ja, dat vind ik wel. Het is een grote groep waar we over spreken en bovendien een groeiende groep. Zo’n veertig procent bouwt niet genoeg op om na pensionering over minimaal zeventig procent van het huidige inkomen te beschikken. We hebben gekeken op huishoudniveau, dus met een eventuele partner is al rekening gehouden. Binnen de groep tref je een grote variatie aan. De hogere inkomens hebben het vaakst ‘iets’ geregeld, voor de lagere inkomens biedt de AOW al een groot deel van de oplossing. Het grootste probleem schuilt in de middengroep.’
Is er in de Wet toekomst pensioenen iets gedaan om dit probleem te tackelen?
‘Nou, er is nog wel werk aan de winkel. In de wet is nagedacht over experimenten om zzp’ers toe te laten tot de tweede pijler maar daar heb ik nog niet veel uitwerkingen van gezien. Daarnaast is de fiscale ruimte uitgebreid naar dertig procent van het bruto inkomen, en daarmee meer gelijk getrokken met de pensioenopbouw van werknemers.’
Welke drempels ervaren zzp’ers?
‘Het interessante is dat ze in veel gevallen wel geld opzij zetten. Bijvoorbeeld door af te lossen op de hypotheek of door het op een spaarrekening te zetten. Maar ze stoppen het niet in een pensioenproduct. Dat heeft diverse oorzaken. Een daarvan is flexibiliteit. Het idee dat ze niet meer bij het geld kunnen werkt belemmerend. Dat zou ervoor kunnen pleiten om meer flexibele producten te ontwikkelen die de optie kennen om in bepaalde situaties toch geld te mogen terugstorten.’
Is dat verstandig? Dan hol je toch je pensioen uit?
‘Dat is waar, maar als dat de drempel verlaagt om überhaupt in te leggen, dan vind ik het wel gerechtvaardigd.’
Welke drempels zijn er nog meer?
‘Dan kom je bij de administratieve kant van de zaak. De financiële kennis is niet altijd even hoog. Zo onderschat bijna de helft van de laag/midden betaalde zzp’ers de hoogte van een AOW-uitkering voor een alleenstaande. Zij schatten in dat die ergens tussen de 400 en 900 euro ligt. De helft van de ondervraagden in ons onderzoek wist niet wat het begrip fiscale jaarruimte inhoudt. Weten ze het wel, dan is het bepalen ervan een drempel. Mensen zijn bang om het verkeerd te doen. Een van de beleidsimplicaties die wij meegeven, is dan ook om een bepaald vast basisbedrag in te voeren dat je belastingvrij mag inleggen.’
Moet dat een absoluut bedrag zijn of een percentage van de omzet?
‘Dat laatste kan natuurlijk ook, al is dat weer minder helder. Het nadeel van een vast bedrag is dat de hogere inkomens in verhouding te weinig inleggen, maar dat mogelijk niet beseffen. Ze gaan dat vaste bedrag dan zien als een soort default. Dat is steeds de afweging bij pensioencommunicatie: hoe richt je het in, wat is je keuze-architectuur?’
En het automatisch meedoen, hoe zie je dat voor je?
‘Emoties werpen diverse drempels op. We weten bijvoorbeeld dat het voor zzp’ers moeilijker is om pensioengeld weg te zetten dan werknemers, omdat de werknemer het geld niet daadwerkelijk binnenkrijgt. De werkgever roomt het al af. De zzp’er moet het geld overboeken en dat voelt als verlies. Wanneer je automatisch meedoet, dan omzeil je dat probleem. Ook spijtaversie speelt mee. Mensen zijn soms zo bang om een foute keuze te maken dat ze al anticiperen op de spijt die ze zullen krijgen. En dus besluiten ze helemaal niks. Automatische deelname voorkomt die besluiteloosheid. Dat moet dan wel ingericht worden en dat is voor zzp’ers niet zo eenvoudig.’
Je hoort ook geluiden om pensioenopbouw af te dwingen door bepaalde aftrekposten er afhankelijk van te maken. Wat werkt beter: de wortel of de stok?
‘Beide! Er is inderdaad geopperd om de zelfstandigenaftrek in een bepaald jaar alleen toe te passen wanneer de ondernemer ook geld heeft ingelegd voor het pensioen. Dat is op zich niet vreemd, omdat we deze aftrekposten juist hebben gecreëerd omdat de zzp’er in vergelijking met de werknemer extra kosten moet maken voor de oude dag en arbeidsongeschiktheid.’
Wie is verantwoordelijk voor de pensioencommunicatie richting de zzp’er?
‘Ook dat is lastig. In een werknemerssituatie heb je een werkgever en een pensioenuitvoerder die die taak op zich nemen. Er bestaan natuurlijk wel platformen voor belangen van zzp’ers. Maar ik hoop dat accountants en boekhouders hier ook een rol voor zichzelf zien. Zij kunnen de zelfstandige helpen met het berekenen van de jaarruimte en hem of haar in ieder geval verwijzen naar bijvoorbeeld een financieel planner. Omdat we gezien hebben dat de zelfstandige vaak wel spaart en aflost, is een integrale benadering heel belangrijk. Ook moet een goede adviseur oog hebben voor de gedragscomponent. Mensen en dus ook zzp’ers lijden aan een overwaardering voor het heden.’
Hoe bedoel je dat?
‘Wanneer je mag kiezen tussen één koekje vandaag of twee koekjes morgen dan kiest de meerderheid voor het ene koekje vandaag. Wanneer je mag kiezen tussen één koekje over tien dagen of twee koekjes over elf dagen, dan kiezen de meeste mensen voor twee koekjes. In beide situaties is het verschil tussen een of twee koekjes één dag extra wachten, maar in het eerste geval kiest men voor vandaag, voor het heden. Dat is heel inconsistent, maar zo werkt het.’
En wat betekent dat voor pensioencommunicatie?
‘Het betekent dat het heel veel uitmaakt wat je deelnemers laat zien, wanneer en welke woorden je kiest. Neem bijvoorbeeld de ‘Wet verbeterde premieregeling’. Sinds 2016 mogen pensioendeelnemers kiezen tussen een vaste uitkering of een variabele uitkering afhankelijk van de beleggingsresultaten na pensioendatum. 95 Procent kiest de vaste uitkering. Dat was dan ook de default, en de default beschouwen veel mensen als advies. Echter: toen we de keuze voorlegden zónder default koos nog steeds 87 procent voor vast. Terwijl het vanuit economisch-rationeel perspectief in veel gevallen logischer is om wat risico te nemen.’
Hoe komt dat dan?
‘Het kan te maken hebben met woordkeuze. Het woord vast, vastigheid, geeft wellicht een positief gevoel. Het woord variabel klinkt riskanter. Ook maakt het nogal wat uit of je in de communicatie de nadruk legt op de risico’s of op de mogelijke voordelen van een hoger pensioen aan het begin van de uitkeringsfase. Met het eerste trigger je de verliesaversie, met het tweede trigger je de overwaardering van het heden. Je hebt daarin als pensioensector een grote verantwoordelijkheid.’
Wat is je voorspelling voor de zzp’er en diens pensioen?
‘Uiteindelijk is het een politieke keuze om onze aanbevelingen wel of niet over te nemen. Ik hoop dat we aan de administratieve kant wat eenvoud kunnen creëren. Ook hoop ik dat digitalisering kan helpen om meer inzicht in het integrale plaatje te bereiken. Van de genoemde gedragspatronen zullen we niet meteen verlost zijn, maar daar zou je met advies in kunnen bijsturen.’
Fotograaf: Don Wijns
Deze bijdrage is eerder gepubliceerd op Pensioen Vanmorgen. Met Pensioen Vanmorgen onderbouw je jouw pensioenkennis. Je volgt relevante ontwikkelingen en krijgt nieuwe inzichten door zowel korte als beschouwelijke artikelen. Abonneer je op Pensioen Vanmorgen en ontvang alle ins en outs over pensioenen voor een goed onderbouwd pensioenadvies.
Geef een reactie