Een Roemeense broer en zus die als bestuurder/eigenaar naar voren waren geschoven door een eigenaar van een omgevallen groothandel in levensmiddelen, hebben de man niet kunnen baten: hij gaat voor twee jaar de cel in wegens faillissementsfraude.
De broer en zus hebben weliswaar zelf niet voldaan aan de administratieplicht, maar zijn door het gerechtshof in Den Bosch vrijgesproken. Dat verzuim was hun namelijk in de strafzaak niet ten laste gelegd door de officier van justitie.
De Roemeense man was eerder door de rechtbank veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf en een boete van € 2.500 wegens het niet voldoen aan het voeren van een administratie als bestuurder van een rechtspersoon die in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers. Hij was sinds begin 2015 bestuurder van een bedrijf dat krap een half jaar later failliet werd verklaard, met achterlating van een schuld van een kleine € 2 miljoen. De curator constateerde dat er geen administratie voorhanden was, behalve dan een koopovereenkomst waaruit bleek dat het bedrijf begin dat jaar aan de zus van de Roemeen was verkocht voor € 50.000. De activa zouden op het moment van overdracht ruim anderhalf miljoen hebben bedragen, maar de curator kon in de boedel geen activa vinden die ook maar in de buurt van dat bedrag kwamen.
‘Ik zocht geen bedrijf, ik zocht werk’
De Roemeense koopster van het bedrijf verklaart later aan de politie een bijstandsuitkering te hebben aangevraagd. Zij zegt ook dat ze niet weet wat een BV of een stichting is. ‘Ik was niet op zoek naar een bedrijf. Ik was op zoek naar werk.’ Bij een volgende ondervraging verklaart ze dat de afspraak was dat het bedrijf twee maanden op haar naam zou worden gezet; de verkoper heeft alles geregeld. ‘Mijn broer zou € 1.500 krijgen als hij één maand directeur zou worden’, laat ze ook weten. De verkoper heeft bij de bank € 10.000 aan contanten gestort op de bankrekening van die broer en vervolgens is dat geld bij de plaatselijke bowling per laptop overgemaakt naar de privérekening van de verkoper. Verder is er niets betaald; het aankoopbedrag was gelogen, aldus de eigenaar. Die heeft wel gezien dat vrachtwagens voorraden (onder meer zonnebloemolie) in de loods hebben gelost en dat de voorraden daarna geleidelijk aan verdwenen. De broer wist ook naar eigen zeggen nergens van en bevestigt dat er nooit € 40.000 is betaald. ‘Ik was al blij dat ik € 200 op zak heb.’
Tenlastelegging redt katvanger
Het hof weet genoeg: de vermeende verkoper van het bedrijf heeft zijn Roemeense opvolgers misbruikt om zelf als feitelijk bestuurder onder de vlag van het bedrijf door te handelen en de onderneming leeg te trekken. ‘Aldus heeft [de verkoper] bewust aangestuurd op het faillissement (met een enorm tekort daarin).’ De Roemenen waren slechts katvangers. De verdachte heeft tijdens zijn formele bestuurderschap wel de administratieplicht geschonden. ‘Echter niet kan wettig en overtuigend worden bewezen dat [verdachte] dat heeft gedaan ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers.’ Daarom volgt vrijspraak. ‘Ten overvloede merkt het hof op dat indien aan de verdachte was ten laste gelegd dat hij zich als bestuurder had schuldig gemaakt aan het opzettelijk of culpoos niet nakomen van de administratieplicht, terwijl het faillissement van [het bedrijf] is gevolgd, dit tot een veroordeling had geleid. Nu dat niet aan de verdachte is tenlastegelegd, dient vrijspraak te volgen.’
Kwetsbare mensen misbruikt
De verkoper, de feitelijke bestuurder dus, draait wel de cel in: hij krijgt een gevangenisstraf van 24 maanden opgelegd. Hij heeft geen administratie gevoerd of die niet bewaard. ‘Door het aanstellen van zogeheten katvangers heeft de verdachte proberen te verhullen dat hij de rechtspersoon leegtrok en heeft hij misbruik gemaakt van deze katvangers, die verkeerden in een financieel benarde positie. Door aldus te handelen heeft de verdachte in het bijzonder het vertrouwen geschaad dat een gezond economische verkeer nodig heeft, namelijk dat schulden worden voldaan. Naast de Belastingdienst die tot de Hoge Raad heeft moeten doorprocederen om haar schuld te kunnen executeren, maar nu toch met lege handen staat, zijn ook de afzonderlijke leveranciers financieel geschaad. Hun harde werken, investeringen en financiële positie is door de verdachte met voeten getreden. De verdachte heeft op berekenende wijze kwetsbare mensen misbruikt om zelf buiten schot te blijven. Uiteindelijk tevergeefs.’
Geef een reactie