Een in 2020 overleden vrouw liet haar vermogen na aan haar boekhouder. De halfbroer van de vrouw vond dat de notaris nooit haar handtekening onder het testament had mogen zetten. Zijn halfzus was namelijk wilsonbekwaam, aldus de halfbroer.
Alles naar de boekhouder
Een vrouw liet haar zakelijke belangen behartigen door een halfzus. Toen deze in 2012 overleed, werd die rol over genomen door de boekhouder. In 2020 overleed de vrouw. In haar testament was bepaald dat haar vermogen ten deel viel aan de boekhouder. De halfbroer van de vrouw vond dat de notaris onzorgvuldig en onprofessioneel had gehandeld door niet te onderzoeken of zijn halfzus wel wilsbekwaam was. Zijn klacht bij de kamer voor het notariaat werd echter ongegrond verklaard. Daarop stapte de man naar het gerechtshof. Die deed onlangs uitspraak.
Wilsonbekwaam
De klager vond dat de notaris onderzoek had moeten doen naar de vraag of zijn halfzus wel wilsbekwaam was toen zij haar testament maakte. Hij vermoedde dat zij haar boekhouder als enige erfgenaam had aangewezen. Bewijzen kon hij dit niet, omdat hijzelf niet genoemd werd in het testament en er dus ook geen inzage in kreeg. De halfbroer stelde bij het Hof dat het sowieso vreemd was dat zijn halfzus een testament had. Zij was altijd erg onzakelijk, aldus de halfbroer, en gedurende haar gehele leven afhankelijk van haar in 2012 overleden jongere zus. De klager stelde dat zijn halfzus zo weinig verstand van geld had dat ze om deze reden wilsonbekwaam genoemd kan worden. De notaris had onzorgvuldig gehandeld, aldus de halfbroer, door hier geen onderzoek naar te doen. Hij stelde ook dat de boekhouder, tevens executeur testamentair, ontoelaatbare invloed had uitgeoefend.
Duidelijk en consistent
De notaris bracht daar tegenin dat de vrouw zelf contact had opgenomen met haar kantoor. Ze is bij de vrouw thuis geweest en daar waren geen anderen bij; er was geen reden te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van de vrouw, aldus de notaris. De vrouw woonde op zichzelf, was bezig met de uitgifte van een boek en reisde veel. Haar financiën regelde ze met ondersteuning van een werkstudent. Haar boekhouder verzorgde voor haar de belastingaangifte. De vrouw was duidelijk en consistent ten aanzien van haar wensen met betrekking tot haar testament, aldus de notaris.
Ongegrond
Het hof sloot zich aan bij de eerdere uitspraak van de kamer van het notariaat. Die verklaarde de klacht ongegrond. Er was niet gebleken van feiten of omstandigheden op grond waarvan de toegevoegd notaris had moeten twijfelen aan de wilsbekwaamheid van de erflaatster, aldus kamer en Hof. Omdat de klager niet in het testament is genoemd, mag de notaris door haar geheimhoudingsplicht klager niet informeren over de inhoud van het testament. Het Hof vond ook dat de klager zijn klacht niet had onderbouwd.
Lees hier de uitspraak.
Geef een reactie