
Nederland heeft een aantal plaatsen prijsgegeven in de ranglijst met landen waar het goed ondernemen is voor familiebedrijven. Na jarenlang de vierde plek bezet te hebben, is ons land nu geduikeld naar plaats negen. Vooral de regelgeving en de energiekosten hebben de concurrentiepositie in 2022 ondergraven.
Dat blijkt uit de tweejaarlijkse Länderindex Familienunternehmen van het Duitse Leibniz-Zentrum voor economisch onderzoek. Het onderzoek wordt sinds 2006 uitgevoerd en sinds 2014 bezette Nederland de vierde plaats, vorige keer achter de Verenigde Staten, Zwitserland en Canada. Maar nu heeft ons land Zweden, Denemarken, Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Finland zien passeren. De totale score voor het familie-ondernemingsklimaat zakte van 61 naar 56; koploper de VS krijgt net als twee jaar terug 63 punten.
Daling op veel terreinen
Nederland is nog steeds sterk als het gaat om infrastructuur en instituten; op die graadmeter hoeft het alleen Zwitserland voor te laten gaan. Maar op andere onderdelen is een daling ingezet: vooral op de punten belasting (van 9 naar 12), regeldruk (van 7 naar 16) en energiekosten (van 8 naar 13). Nederland scoorde in de index alleen lager in 2006 en 2008, toen de tiende plaats werd bezet. In het onderzoek zijn 21 landen betrokken; de VS, Canada en Japan zijn de enige niet-Europese landen. Italië bungelt al jaren onderaan; grote EU-lidstaten als Duitsland (18e) en Frankrijk (17e) scoren evenmin hoog.
Uitvoeringssnelheid risico
Directeur Albert Jan Thomassen van de belangenorganisatie van familiebedrijven FBNed laat in het FD weten het beeld te herkennen en is kritisch op het gebrek aan aandacht voor innovatie op de lange termijn. De focus op maatschappelijk verantwoord ondernemen vindt hij goed, ‘maar het leidt vooral tot extra administratieve lasten’. Thomassen is ook kritisch over de nieuwe initiatiefwet over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. ‘Dat wij de ambitie hebben om voorloper te zijn op dit gebied is niet erg. Daar staan we achter. Maar als je vervolgens gaat kijken naar de uitvoeringssnelheid, moet je oppassen dat je concurrentievermogen niet afneemt.’
Geef een reactie