In de laatste tien jaar is het aandeel van grotere familiebedrijven (meer dan 200 werknemers) met een raad van commissarissen of raad van advies gegroeid van 22 naar 60 procent, zo concluderen Nyenrode, RSM en Van Lanschot Kempen uit onderzoek naar goed bestuur van familiebedrijven.
In alle bedrijfsgroottes is een sterke toename zichtbaar; bij de familiebedrijven met 100 tot 199 werknemers heeft nu 47 procent een raad, tegen 26 procent in 2013. Volgends de onderzoekers zijn hoge kosten en het ontbreken van behoefte aan adviezen van externen de belangrijkste redenen om geen raad van advies of commissarissen in te stellen.
Ook eigendomsstrategie van belang
Goed bestuur zit hem in meer dan alleen een raad, zegt Roberto Flören, RSM-hoogleraar Familiebedrijven en Bedrijfsoverdracht bij Nyenrode Business Universiteit: ‘De afgelopen tien jaar is er veel veranderd. We zien een professionalisering bij familiebedrijven en dat zij steeds meer kiezen voor een raad. Generatiewisselingen, duurzaamheid en concurrentie spelen daarin in een belangrijke rol. Maar ook een eigendomsstrategie en een familiestatuut zijn van belang bij goed bestuur.’
Bij 58 procent van de familiebedrijven is het eigendom van het familiebedrijf gecertificeerd en ondergebracht in een Stichting Administratiekantoor (Stak). Bij bedrijven met meer dan 100 werknemers ligt dit percentage op 75 procent. Laura Bles-Temme, co-managing partner van RSM: ‘Een extern iemand in het bestuur van een Stak kan een eerste opstap zijn naar een goed governancemodel.’
Vooral een adviesorgaan
Een raad kan lonen omdat die een objectieve gesprekspartner is en de directie scherp houdt. ‘Vooral directeuren uit het familiebedrijf (90 procent) geven aan dat een raad hun behoefte aan een objectieve gesprekspartner invult.’ Daarnaast vindt 58 procent dat een raad de geloofwaardigheid van het bedrijf kan versterken. Het behartigen van de belangen van aandeelhouders door de raad wordt bij familiebedrijven (55 procent) minder belangrijk gevonden dan bij niet-familiebedrijven (72 procent). Het bepalen van het directiesalaris speelt al helemaal geen grote rol: dat is voor 22 procent van de familiebedrijven een reden om een raad in te stellen, tegen 55 procent bij andere bedrijven.
Familiebedrijven zien in een raad vooral een adviesorgaan en klankbord: dat is voor 60 procent de belangrijkste taak. Van de niet-familiebedrijven is 27 procent die mening toegedaan.
Familiebedrijven staan in de belangstelling van onderzoekers: maandag kwam SEO nog met een rapport dat concludeert dat deze bedrijven de stabiliteit van Nederland vergroten.
Geef een reactie