
Een directeur/eigenaar van twee BV’s is door de rechter veroordeeld tot een jaar cel, waarvan vier maanden voorwaardelijk, voor het ontduiken van ruim twee ton aan omzetbelasting. Hij probeerde de schuld af te schuiven op de boekhouder, maar die gaat vrijuit.
De man was bij twee bedrijven de feitelijk leidinggevende en gaf tussen begin 2017 en begin 2019 in totaal voor meer dan een miljoen te weinig omzet op bij de btw-aangiften, zo ontdekte de fiscus, die bij een boekenonderzoek de opgaves naast de bankmutaties legde. Daarmee is voor 208.610 euro aan omzetbelasting ontdoken.
‘Volledig vertrouwd op boekhouder’
De aangiften zijn gedaan door een medewerker van een boekhoudkantoor. De verdachte was zich naar eigen zeggen van geen kwaad bewust en accordeerde slechts de aangiften. Hij vertrouwde volledig op de boekhouder, zo beweert hij bij de rechtbank. Maar die trapt er niet in: ‘De boekhouder heeft verklaard dat de aangiftes zijn gedaan op basis van de administratie die hij van verdachte ontving. Het spreekt voor zich dat een boekhouder of adviseur zonder de benodigde stukken niet in staat is om correcte aangiften te doen. Ook verdachte moet dit hebben geweten. Op grond van het dossier bestaat geen enkel aanknopingspunt om te vermoeden dat de boekhouder heeft gerommeld met de door verdachte aangeleverde administratie of dat hij (bewust of onbewust) omzet achterwege heeft gelaten bij het opstellen van de aangifte dan wel anderszins fouten heeft gemaakt.’
Zelf facturen opgemaakt
Daarmee is het uitgangspunt dat de man zelf een onvolledige administratie heeft overhandigd aan de boekhouder. ‘Verdachte maakte (ook) verkoopfacturen op en het kan niet anders dan dat hij wist dat daarbij omzetbelasting in rekening werd gebracht, en ongeveer hoeveel dat was. Ook moet hij – als directeur/eigenaar van de BV’s – hebben geweten wat de omvang van de omzet per kwartaal ongeveer was, en dus moet hij ook hebben geweten dat de omzetbelastingbedragen die de boekhouder hem voorhield niet konden kloppen.’ Zeker een aantal nihilaangiften versterken de overtuiging van de rechter dat de man opzettelijk onjuiste opgaven heeft gedaan.
Nieuwe BV gestart
De man draait voor twaalf maanden het gevang in, waarvan vier maanden voorwaardelijk. De rechter weegt daarbij mee dat hij een aantal weken geleden opnieuw met een vennootschap is gestart ‘terwijl hij voor de bewezenverklaarde feiten geen verantwoordelijkheid heeft genomen’. ‘De rechtbank ziet in de houding van verdachte dan ook geen reden om erop te vertrouwen dat verdachte zaken ditmaal anders gaat aanpakken.’
Geef een reactie