Een werknemer van de Belastingdienst was als toezichtmedewerker bij de directie Midden- en Kleinbedrijf (MKB) verantwoordelijk voor een juiste belastingheffing, maar liet in zijn eigen aangiftes lange tijd onvermeld dat hij nog een flink vermogen op Luxemburgse bankrekeningen had staan. De belastingambtenaar bleef volhouden dat hij altijd naar eer en geweten zijn belastingaangiften heeft ingevuld, maar de rechtbank Oost-Brabant oordeelde vorige week dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen. De man heeft dan ook geen recht op een transitievergoeding en zijn arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, blijkt uit het dinsdag gepubliceerde vonnis.
De in 1966 geboren man was sinds 20 oktober 1997 werkzaam bij de Belastingdienst. Hij studeerde bedrijfseconomie aan de HEAO en werd bij de Belastingdienst intern opgeleid tot controleur. Daarnaast studeerde hij op eigen initiatief af als civiel jurist. Zijn laatste functie was toezichtmedewerker bij de directie Midden- en Kleinbedrijf (MKB).
Luxemburgse bankrekening
De Belastingdienst deelde de ambtenaar in een op 20 februari 2018 gedateerde brief mee dat er naar hem een onderzoek was gestart, omdat hij of zijn (fiscale) partner tenminste één rekening bij de Luxemburgse bank Banque et Caisse d’Epargne de l’État hadden en het vermoeden bestond dat daarvan in de ingediende aangiften inkomstenbelasting geen opgaaf was gedaan.
De man liet daarop weten dat hij in de jaren negentig en in 2011/2012 inderdaad enkele keren bedragen op de Luxemburgse rekening had gestort. In de jaren negentig zou het om omgerekend ongeveer €90.000,- zijn gegaan. Spaargeld, stelde de ambtenaar, verdiend via arbeidsinkomsten. ‘Vanwege het thuiswonend zijn en door visuele handicap beperkte consumptiepatroon kon nagenoeg het gehele inkomen opgespaard worden. Om het arbeidsinkomen aan te tonen heb ik de aanslagen inkomsten belasting van 1992 tot en met 1996 bijgevoegd. Het spaargeld is daarnaast ook nog voor een aanzienlijk deel afkomstig van de ontvangen bruidsschat van mijn buitenlandse schoonouders en van ontvangen handgiften van diverse familieleden.’ In 2011 had de man nog eens € 49.500 gestort, naar eigen zeggen de verkoopopbrengst van zijn voorraad wijn. Een storting van € 95.000 in 2012 bestond volgens de man voor €40.000 uit het erfdeel in de nalatenschap van zijn overleden moeder en voor €55.000 spaargeld opgespaard in de jaren 2003 tot en met 2011.
‘Ernstige integriteitsschending’
Op 20 mei 2021 sloten de Belastingdienst en de ambtenaar en zijn echtgenote een Vaststellingsovereenkomst Verhuld Vermogen, waarbij geen vergrijpboete werd opgelegd. De inspecteur vroeg daarna bij de ‘Commissie ontheffing geheimhoudingsplicht fiscale integriteit’ een ontheffing van de fiscale geheimhoudingsplicht, om de werkgever te kunnen informeren over een vermoeden van een ernstige integriteitsschending. De man werd daarna eerst geschorst en later liet de Belastingdienst weten een ontbindingsprocedure op te starten. De ambtenaar meldde zich ziek en een bedrijfsarts stelde later dat hij inmiddels in het dagelijks functioneren afhankelijk is van hulp van derden en volledig arbeidsongeschikt wordt geacht.
Ontslagprocedure: ernstig verwijtbaar handelen
De kantonrechter oordeelt dat de man als toezichtmedewerker van de Belastingdienst niet kan volhouden dat hij het vermogen op de bankrekeningen die op zijn naam stonden in Luxemburg niet had hoeven opnemen in zijn IB-aangiften. ‘Desondanks heeft hij gedurende ten minste tien jaar en dus structureel telkens opnieuw er voor gekozen geen opgave van zijn buitenlandse bankrekeningen te doen in zijn aangiften en daarbij ook geen gebruik te maken van de Inkeerregeling.’
De slotsom is dat de ambtenaar ernstig verwijtbaar heeft gehandeld jegens de Staat. ‘[verweerder] heeft structureel in strijd gehandeld met de kernwaarden van de Belastingdienst: geloofwaardigheid, verantwoordelijkheid en zorgvuldigheid door jarenlang onjuiste belastingaangiftes in te dienen waardoor hij telkens te weinig belasting heeft afgedragen in Nederland. Daardoor is hij niet meer geloofwaardig en betrouwbaar en schaadt hij het ambt en de Belastingdienst, ook al heeft hij geruime tijd naar tevredenheid gefunctioneerd. Dit levert een ernstige tekortkoming aan de zijde van [verweerder] in de nakoming van de arbeidsovereenkomst op. De kantonrechter is zich ervan bewust dat de gevolgen voor [verweerder] gelet op zijn medische beperkingen groot kunnen zijn, maar dat neemt niet weg dat hij zich ingevolge de Ambtenarenwet niet gedragen heeft zoals van een goed ambtenaar werkzaam bij de Belastingdienst verwacht mocht worden. Van de Staat kan in redelijkheid niet worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.’
Het verzoek van de Staat wordt toegewezen en de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden wegens wanprestatie. Omdat er sprake is van ernstige verwijtbaarheid heeft de ambtenaar ook geen recht op een transitievergoeding.
Thomass zegt
De belastingdienst controleert de aangiften van haar eigen medewerkers niet, maar neemt gewone burgers wel de fiscale maat
HA Bultot zegt
Ja mensen met zorgtoeslag onderuit halen kunnen ze héél goed Alleen zichzelf verrijken + mensen met poen kunnen graaien wat ze willen
Rudi Patti zegt
Nu zal deze persoon evaren hoe het is om hard werkende ondernemers in nekklem te houden en betichten van fraude.Karma pakt je terug.
M van Leeuwen zegt
Wow….ze hebben mij al jaren lang het leven zuur gemaakt door controle op boekencontrole, zelfde vragen, foutieve en hoge aanslagen etc.
….. en dan……lees je zoiets, walgelijk de Belastingdienst in Nederland.