
Steeds meer mkb-bedrijven vallen onder de wettelijke controleplicht. Dat knelt, zowel voor ondernemingen, die op kosten worden gejaagd, als voor accountantskantoren die het werk niet aan kunnen. In het Financieele Dagblad bepleit hoogleraar accountancy Jan Bouwens de inperking van de verplichte accountantscontrole. Bedrijven die zich vrijwillig laten controleren geven een geloofwaardig signaal aan kapitaalmarkt en stakeholders.
Een toenemend aantal kleine bedrijven dreigt noodgedwongen een accountantscontrole te moeten laten doen. Omdat de grenzen voor de hoogte van de omzet, het kapitaal en het aantal medewerkers bijna tien jaar niet zijn aangepast, vallen steeds meer mkb’ers onder de wettelijke plicht een externe controleur door de boeken te laten gaan. Die moet in dat geval tekenen voor de juistheid van de jaarcijfers. Half mei deden zowel vertegenwoordigers van de bedrijven als de accountants zelf een oproep de wettelijke grenzen te verhogen. Minister Sigrid Kaag van Financiën kon niet anders dan beloven dat verzoek door te geleiden aan Brussel, waar de grenzen zijn bepaald.
‘Geen toegevoegde waarde’
Het FD pleitte er op 16 mei voor de accountantsplicht voor het mkb te laten varen. Niet zozeer omdat het bedrijven op kosten jaagt of omdat de branche met een te hoge werkdruk kampt. Volgens het FD heeft een accountantsverklaring voor het mkb vaak nauwelijks toegevoegde waarde. Voor veel kleine bedrijven geldt namelijk dat er maar weinig vraag is naar de jaarcijfers. Het aantal aandeelhouders is beperkt, de financiering komt vaak van één bank en de fiscus kan zelf een onderzoek instellen.
Signaal
Ook Jan Bouwens is voor een inperking van de verplichte accountantscontrole. Maar wel om andere redenen. In het FD schrijft hij dat een goedkeurende accountantsverklaring een zekere bewaking vormt tegen onverwachte faillissementen. Maar, zo stelt de hoogleraar, als je de controle vrijwillig maakt is het feit dat een onderneming zich niet laat controleren, een krachtige waarschuwing. Daarentegen geven bedrijven een geloofwaardig signaal af aan de markt als ze zich vrijwillig laten controleren. Door daarbij te kiezen voor de meest kritische accountant kan een bedrijf zich onderscheiden. Onderzoek toont aan dat bedrijven beter toegang hebben tot de kapitaalmarkt als zij zich vrijwillig laten controleren.
Bijna niemand
Wie heeft er eigenlijk baat bij een verplichte accountantscontrole, vraagt Bouwens zich af. Voor vermogensverstrekkers is een wettelijk verplichte accountantscontrole overbodig. Zij hebben behoefte aan informatie om te kunnen beslissen of ze überhaupt vermogen willen verstrekken, en om het verstrekte vermogen zo goed mogelijk te kunnen beprijzen via bijvoorbeeld de rente. Vermogensverstrekkers zijn prima in staat om zelf hun informatiebehoefte in te vullen. Beurzen zoals Euronext kunnen effectief een gecontroleerde jaarrekening eisen. Ook banken hebben geen wettelijke controleplicht nodig om de informatie op te vragen die zij vereisen. De ondernemer die zelf de meerwaarde van accountantscontrole ervaart, is tevens in staat zelf een accountant in te schakelen.
Inhoudelijk criterium
De enige groep die beschermd wordt met een wettelijk verplichte accountantscontrole is de minderheidsaandeelhouder, een deelnemer in een medewerkersparticipatie-programma en een kleine leverancier. En daarna houdt het snel op, aldus Bouwens. ‘Door de wettelijke verplichting neemt de toegevoegde waarde van een accountantscontrole af. Bovendien is de wettelijke verplichting alleen passend voor een klein aantal kleine partijen die niet zelf controle kunnen afdwingen. Een radicale oplossing zou zijn het huidige arbitraire omvangscriterium voor de wettelijke controleplicht te vervangen door een inhoudelijk gemotiveerd criterium waarin het maatschappelijk belang van de betrokken entiteit leidend is. Daarna kan de markt verder haar werk doen, onder stevig toezicht door de Autoriteit Financiële Markten.’
Bron: FD
Geef een reactie