
De AFM heeft met haar interpretatie van de boekhoudregels een gevoelige nederlaag geleden bij de Ondernemingskamer, zo meldt het FD. De toezichthouder had geen last onder dwangsom mogen opleggen aan een aanbieder van obligaties in Braziliaans vastgoed.
Eind 2020 legde de AFM een last onder dwangsom op aan Momentum Capital wegens het onvolledig informeren van beleggers die via obligaties geld staken in Braziliaans vastgoed. Het ging met name over onjuiste informatie over de financiële situatie van het betreffende fonds. In de jaarrekening over 2017 waren belangen in een van de Braziliaanse entiteiten en de waardering van rentevorderingen op de Braziliaanse entiteiten miljoenen te hoog weergegeven, zodat het eigen vermogen 31,7 miljoen te hoog uitpakte. Ook in de 2018-cijfers zaten fouten. Verder waren beleggers niet geïnformeerd over de garanties en zekerheden, de herkomst van de betalingen van rente en de risico’s ten aanzien van de aflossing van obligaties.
Afwaardering was niet nodig
Momentum was het er niet mee eens, maar het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde echter dat de last terecht was opgelegd. Bij de Ondernemingskamer, onderdeel van het gerechtshof Amsterdam, boekt de onderneming wel succes met een beroep op de accountancyregels. De AFM zat mis met het oordeel dat er een afwaardering van 28 miljoen euro had moeten plaatsvinden, zo oordeelt de Ondernemingskamer. Het FD schrijft dat emeritus hoogleraar Financial Accounting Henk Langendijk zich helemaal kan vinden in de uitspraak. Die verwijst ook naar hoogleraren Egbert Eeftink en Martin Hoogendoorn, die zitting hebben in de Ondernemingskamer.
AFM is niet overtuigd
Maar de toezichthouder is niet van plan de publicatie over de dwangsom in te trekken: ‘Het CBb heeft, als hoogste bestuursrechter, geoordeeld dat de door de AFM opgelegde last onder dwangsom en de publicatie daarvan – zij het met enkele aanpassingen – rechtens toelaatbaar zijn.’ Momentum overweegt daarom opnieuw naar de rechter te stappen en stelt bovendien dat beleggers hun geld terug hebben en dat er dus niemand is gedupeerd. Om die reden vond het CBb ook dat de last niet uitvoerbaar was.
Eind juli liep de AFM in deze kwestie ook al tegen een ongunstige uitspraak aan bij het Amsterdamse hof. Dat oordeelde dat de toezichthouder het bericht over de last onder dwangsom – die uiteindelijk pas begin dit jaar wereldkundig is gemaakt – twee weken te vroeg had gepubliceerd.
Geef een reactie