
Een jurist kwam onlangs in een kort geding met een loonvordering tegen zijn werkgever, het Haarlemse AnFiDi. Dat bedrijf houdt zich onder meer bezig met boekhoud-, accountants-, en consultancydiensten.
AnFiDi vond dat de prestaties van de jurist achterbleven en voerde aan dat hij teveel vakantie-uren had opgenomen en daardoor geen (loon)vordering heeft. De rechtbank Noord-Holland is het daar niet mee eens. Een deel van de vorderingen wordt door de kantonrechter afgewezen bij een gebrek aan spoedeisend belang. In de periode januari 2023 tot en met juni 2023 had de jurist echter wel degelijk recht op volledig loon en de kantonrechter wijst de vorderingen met betrekking tot die periode dan ook toe.
Loonstop
De jurist is sinds 15 oktober 2018 in dienst van AnFiDi voor 24 uur per week, op dit moment op grond van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Het laatst verdiende salaris bedraagt € 2.297,- bruto per maand, exclusief vakantiegeld. Per brief van 31 mei 2023 sommeert de jurist AnFiDi tot betaling van het achterstallig salaris over de maanden februari, maart, april en mei 2023, een deel van het salaris over de maand januari 2023 en vakantiegeld. Ook op 8 juni 2023, 22 juni 2023 en 4 juli 2023 sommeert de jurist AnFiDi per brief om tot betaling van het achterstallig loon en het vakantiegeld over te gaan. Op 16 juli 2023 meldt hij zich ziek. Uit een door de jurist opgesteld overzicht blijkt dat hij zijn salaris over de maand februari 2023 op 1 juni 2023 van AnFiDi heeft ontvangen. Na deze datum heeft hij geen salarisbetalingen meer van AnFiDi ontvangen.
Kort geding: spoedeisend belang
In het kort geding dat de jurist aanspant worden door de kantonrechter enkele vorderingen afgewezen bij een gebrek aan spoedeisend belang. De vorderingen tot betaling van vakantiegeld en wettelijke verhoging over te late salarisbetalingen van geruime tijd geleden zijn niet per definitie spoedeisend, omdat niet evident is dat er een verband bestaat tussen het niet of te laat ontvangen van het vakantiegeld en loon en het niet kunnen voorzien in het levensonderhoud. Daarbij weegt bovendien mee dat de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW niet tot doel heeft om in levensonderhoud te voorzien. In een dergelijke situatie gelden voor het spoedeisend belang daarom verzwaarde motiveringseisen, net zoals bij andere soorten geldvorderingen. De jurist heeft de spoedeisendheid van deze vorderingen echter niet nader gemotiveerd.
Loonvordering
Dat ligt anders bij de loonvordering. AnFiDi heeft haar standpunt dat de prestaties van de jurist zijn achtergebleven en hij teveel vakantie-uren heeft opgenomen en daardoor geen (loon)vordering heeft, nader toegelicht. Volgens AnFiDi heeft de jurist verzuimd de contractueel afgesproken uren vol te maken en zich meermaals op strategische momenten ziek gemeld. Ook heeft hij onder werktijd bij AnFiDi werkzaamheden voor derden uitgevoerd, aldus AnFiDi.
De kantonrechter stelt voorop dat op grond van artikel 7:628 lid 1 BW als uitgangspunt geldt dat AnFiDi verplicht is om het naar tijdruimte vastgestelde loon van de jurist te voldoen, ook indien hij de overeengekomen arbeid geheel of gedeeltelijk niet heeft verricht. Dit uitgangspunt wordt alleen verlaten wanneer het geheel of gedeeltelijk niet verrichten van de overeengekomen arbeid in redelijkheid voor rekening van de jurist behoort te komen. Daarbij ligt het op de weg van AnFiDi om te stellen en bij betwisting aannemelijk te maken, dat de jurist niet bereid was de bedongen arbeid te verrichten en dat het niet verrichten van arbeid in redelijkheid voor rekening van de jurist komt. De kantonrechter oordeelt voorshands als volgt.
Urenregistratie
De jurist heeft gemotiveerd betwist dat hij de overeengekomen 24 uren per week niet zou hebben gewerkt. Per week gaf hij steeds per e-mail aan de bestuurders van AnFiDi door op welke (wisselende) dagen hij zou werken. Dit, in verband met de ziekte en (tijdrovende) behandelingen van zijn dochter, aldus de jurist. Gelet daarop lag het op de weg van AnFiDi om in elk geval aannemelijk maken dat en over welke periode de jurist volgens haar minder dan 24 uren per week heeft gewerkt. Ter onderbouwing van dit verweer heeft AnFiDi echter alleen verwezen naar een urenregistratie van een NVD rapportage waaruit zou blijken dat de jurist geen 24 uren per week heeft gewerkt. AnFiDi heeft deze rapportage niet overgelegd en haar stelling ook overigens op geen enkele wijze (voldoende) geconcretiseerd. Dat geldt ook voor de stelling dat sprake is van minuren en dat de jurist 240 uur teveel vakantie zou hebben opgenomen. De jurist heeft dat gemotiveerd betwist en aangevoerd dat hij zelfs nog vakantie-uren tegoed heeft van AnFiDi. Daar tegenover heeft AnFiDi haar standpunt niet (met stukken) onderbouwd. Dat de jurist wekelijks te weinig uren heeft gewerkt en teveel vakantie-uren zou hebben opgenomen is dan ook niet aannemelijk geworden.
Werkzaamheden voor derden
Uit het betoog van AnFiDi dat de jurist werkzaamheden voor derden heeft uitgevoerd onder werktijd bij AnFiDi, begrijpt de kantonrechter dat zij meent dat hij ook als gevolg daarvan de met haar overeengekomen arbeid niet of niet volledig heeft verricht. De jurist heeft gemotiveerd weersproken dat hij werkzaamheden voor derden heeft verricht. Ter onderbouwing van haar stelling heeft AnFiDi alleen aangevoerd dat er intern e-mailverkeer is geconstateerd tussen de jurist en derden, maar ook dit e-mailverkeer heeft zij niet overgelegd. Zij heeft ook niet toegelicht op welke momenten de jurist werkzaamheden voor derden zou hebben verricht. Bij gebrek aan onderbouwing acht de kantonrechter deze stelling voorshands niet aannemelijk.
Ziekmelding
De kantonrechter gaat voorbij aan de stelling van AnFiDi dat de jurist zich meermaals strategisch zou hebben ziek gemeld. Een (strategische) ziekmelding kan immers an sich niet leiden tot een – feitelijke – loonstop. Dit is in strijd met het uitganspunt van artikel 7:628 lid 1 BW. Bovendien heeft de jurist betwist dat hij zich ooit strategisch heeft ziekgemeld en AnFiDi heeft daarvoor geen enkele onderbouwing gegeven. AnFiDi heeft zelfs desgevraagd niet kunnen vertellen op welke data de jurist zich (strategisch) zou hebben ziek gemeld. Elke aanwijzing voor een andere ziekmelding dan die van 16 juli 2023 ontbreekt.
Sleutel
Tot slot heeft AnFiDi aangevoerd dat de jurist nog items van AnFiDi in zijn bezit heeft. Ten aanzien van de items die hij nog in zijn bezit zou hebben, heeft AnFiDi desgevraagd toegelicht dat het om de sleutel van het (nieuwe) bedrijfspand gaat en dat de jurist in juni 2023 is gevraagd deze in te leveren. De jurist heeft vervolgens bevestigd dat hij deze sleutel in zijn bezit heeft, maar betwist dat hem gevraagd is deze in te leveren. Wat daar ook van zij, ook het niet inleveren van een sleutel kan in beginsel niet leiden tot een – feitelijke – loonstop. Het om die reden niet betalen van loon is in strijd met artikel 7:628 lid 1 BW.
Recht op volledig loon
Aldus heeft AnFiDi niet aannemelijk gemaakt dat de jurist niet bereid was om de overeengekomen werkzaamheden te verrichten, oordeelt de kantonrechter. Evenmin is aannemelijk geworden dat de jurist geen of te weinig werkzaamheden zou hebben verricht. De kantonrechter gaat er daarom in het kader van dit kort geding vanuit dat de jurist zijn werkzaamheden altijd (volledig) is blijven verrichten.
De conclusie is dat de jurist in de periode januari 2023 tot en met juni 2023 recht had op volledig loon en de kantonrechter de vorderingen van de jurist voor zover zij zien op die periode zal toewijzen. Ook de gevorderde wettelijke verhoging zal worden toegewezen over het loon dat over die periode niet tijdig betaald is.
Een inspanningsverplichting, wat een arbeidsovereenkomst is, hoeft helemaal niet tot een resultaat te leiden, maar kan wel als gevolg hebben dat er onenigheid ontstaat. De kantonrechter weet daar alles van.