Een 57-jarige boekhouder uit Twente is veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur een een voorwaardelijke celstraf van zes maanden. De rechter acht bewezen dat hij een sportschoolhouder heeft geholpen bij zijn witwaspraktijken.
De politie deed bijna zeven jaar geleden een inval bij een paardenstal van de sportschoolhouder, waarbij een hennepkwekerij en -drogerij werd aangetroffen. De man exploiteerde diverse sportscholen in de regio en werd ervan verdacht dat grote contante geldbedragen, afkomstig uit de verkoop van hennep, zijn doorgesluisd naar bankrekeningen van de sportscholen. Bij onderzoek bleek dat de herkomst van de geldbedragen in de boekhouding niet waren verantwoord. De boekhouder was actief voor diverse bedrijven van de sportschoolhouder.
In plastic tas of envelop
Voor de rechter verklaarde de boekhouder dat hij niet had kunnen weten dat het geld afkomstig was uit een misdrijf. Maar dat gelooft de rechtbank niet. Die constateert dat de man gedurende drie jaar grote contante geldbedragen (goed voor meer dan zes ton) heeft gestort op diverse rekeningen van de sportschoolexploitant. ‘Verdachte ontving de grote contante geldbedragen van [de sportschoolhouder] meestal in kleine coupures. Hij boekte in de administratie de gelden weg als een schuld in rekening-courant aan [de sportschoolhouder] of aan een van diens BV’s. Hij ontving dit geld in een plastic tas of envelop. De op zijn eigen bankrekening ontvangen bedragen boekte verdachte daarna in delen over naar de rekening van [een van de bedrijven] om te voorkomen dat de bank hogere stortingen zou moeten melden in het kader van de meldplicht ongebruikelijke transacties. In de administratie werd de omzet van de sportscholen aan het eind van de maand kunstmatig opgehoogd met een fictief bedrag. Ook werden crediteuren regelmatig contant betaald, welke betalingen in de administratie werden geboekt ten gunste van de rekening-courant van [de sportschoolhouder].’ De contante betalingen zijn na de inval bij de paardenstal gestopt.
De boekhouder handelde in opdracht van de sportschoolhouder; uit de zaak tegen hem is komen vast te staan dat hij een hennepkwekerij exploiteerde en stroom aftapte. Het kan niet anders, aldus de rechter, dat de contante bedragen afkomstig zijn uit een misdrijf.
Willens en wetens blootgesteld
Volgens de boekhouder kreeg hij te horen dat de tassen en enveloppen met geld afkomstig waren van een ‘vriend’. Hij heeft daar verder niet naar gevraagd. ‘Dat is des te opmerkelijker nu het niet om een eenmalig groot bedrag ging, maar om een jarenlange stroom van soortgelijke contante stortingen. Hij heeft vervolgens ook geen vragen gesteld bij de dubieuze wijze waarop deze bedragen vervolgens door hemzelf, na instructies daartoe van [de sportschoolhouder], in de boekhouding van de BV’s werden verwerkt.’ En dat is opmerkelijk: ‘Verdachte was […] geen willekeurige medewerker, maar een hbo (plus)-opgeleide boekhouder. Door aldus te handelen heeft verdachte zich naar het oordeel van de rechtbank willens en wetens blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat de door hem gestorte bedragen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf. Hij heeft zich daardoor schuldig gemaakt aan opzetwitwassen, in de voorwaardelijk opzetmodus.’
Bovendien is er sprake van gewoontewitwassen. De rechter gaat daarmee verder dan de officier van justitie, die nog had geconcludeerd dat de boekhouder daarvan moest worden vrijgesproken.
Sportschoolhouder vier jaar de cel in
De sportschoolhouder krijgt een gevangenisstraf van vier jaar voor het exploiteren van een omvangrijke hennepkwekerij, diefstal van elektriciteit, het bezit van wapens en gewoontewitwassen. Hij is tevens veroordeeld voor faillissementsfraude, want de sportschool ging in 2018 failliet. Daarna heeft hij er alles aan gedaan om de afwikkeling van dat faillissement te frustreren door geen administratie te voeren en fitnessapparatuur aan de faillissementsboedel te ontttekken.
Geef een reactie