‘Edelachtbare, ik zou graag aantonen dat mijn btw-aangifte klopt, maar justitie heeft mijn auto vernietigd en mijn boekhouding zat in de kofferbak.’ Zo ongeveer luidde het verweer van een man die een flinke naheffing plus boete had gekregen voor het doen van een onjuiste btw-aangifte.
Een ondernemer had vanaf medio 2013 een bedrijf in handel en reparatie van personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s. In 2019 kreeg de man een boekenonderzoek naar zijn aangiften omzetbelasting voor de periode 1 januari 2016 tot en met 31 december 2017. Hij liet de inspecteur weten dat hij geen administratie kon overleggen. Deze zat namelijk in de kofferbak van de auto van zijn partner en deze auto is in beslag genomen door justitie. ‘Voor vragen hierover kunt u contact opnemen met de politie.’
Ton niet verantwoord
Op basis van bankgegevens stelde de inspecteur vast dat ruim een ton aan inkomsten niet de omzetbelasting was verantwoord. Na vragen hierover antwoordde de ondernemer dat de stortingen afkomstig waren uit verkopen van onderdelen en/of voertuigen in het buitenland. Hij had hiervoor bewijsstukken, maar die zaten in dozen die in de kofferbak van de in beslag genomen auto lagen. De inspecteur ging niet in deze uitleg mee: de bewijslast ligt bij de ondernemer. De man kreeg dus een naheffingsaanslag van ruim € 20.000 opgelegd. Daarbovenop kwam een vergrijpboete van vijfduizend euro en bijna tweeduizend euro aan belastingrente.
Witte BMW
De auto bleek een witte BMW te zijn, op naam gesteld van de partner van de ondernemer, die op 16 augustus 2017 door de politie in beslag was genomen. In zijn verhoor had de ondernemer verklaard dat hij zijn administratie begin augustus 2017 bij zijn boekhouder met genoemde BMW had opgehaald. De kartonnen dozen waarin zijn administratie zat had hij in de kofferbak gedaan. Daarna waren hij en zijn partner op vakantie gegaan. Zodoende zat de boekhouding nog in de kofferbak toen de auto werd geconfisqueerd. Omdat de ondernemer verschillende keren had geweigerd mee te werken aan het openen van de kofferbak werd de BWM in april 2018 door een crushmachine tot een vierkant pakketje schroot geperst, zonder dat er nog in de kofferbak was gekeken.
Verhaal klopte niet
Eind 2022 veroordeelde de rechter de ondernemer om de naheffing plus boete te betalen. Dat de boekhouding in de kofferbak van de gesloopte auto zou hebben gelegen, achtte de rechtbank ‘compleet onaannemelijk’. Eind vorig jaar diende het hoger beroep. Opnieuw werd de ondernemer in het ongelijk gesteld. Wat tegen de man pleitte was namelijk dat zijn boekhouder al in januari 2019 had verklaard dat hij de administratie op 12 september 2017 aan zijn cliënt had meegegeven. De BMW in dit verhaal stond toen al achter de gesloten hekken van justitie.
Lees hier de uitspraak.
Geef een reactie