
De uitzendkracht is minder aantrekkelijk geworden door nieuwe wetgeving. Dit jaagt de groei van het aantal zzp’ers in Nederland aan, zo blijkt uit een rapport van ING Research. Een wetsvoorstel om schijnzelfstandigheid tegen te gaan, maakt mogelijk een einde aan de trend.
Doordat de invoering van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers en handhaving op schijnzelfstandigheid voorlopig op de lange baan zijn geschoven, is het zzp’er-schap zowel voor bedrijven als werkenden een aantrekkelijk alternatief voor uitzendwerk.
Minder aantrekkelijk
Dankzij nieuwe regelgeving heeft een uitzendkracht inmiddels recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als een werknemer in loondienst, zoals een marktconform pensioen en een transitievergoeding. Daarnaast is het uiteindelijke doel om uitzendwerk alleen in te zetten voor ‘ziek & piek’ en niet langer voor werk op structurele basis, een enkele uitzondering daargelaten. Uitzendwerk wordt hierdoor duurder en minder flexibel, met als gevolg dat bedrijven op zoek gaan naar alternatieven, zoals het zelfstandig ondernemerschap.
Aantal zzp’ers groeit
In bepaalde sectoren – zoals de zorg, horeca en de bouw – is het in de huidige krappe arbeidsmarkt én met de huidige wet- en regelgeving aantrekkelijker om als zzp’er aan de slag te gaan dan als uitzendkracht. Dit vertaalt zich in een toename van het aandeel zzp’ers in de werkzame beroepsbevolking, van 11% in 2019 naar 13% in 2023. Tegelijkertijd is het aandeel werknemers met een flexibel dienstverband afgenomen. Enerzijds omdat ze zijn overgestapt naar een vast dienstverband, anderzijds omdat ze als zzp’er aan de slag zijn gegaan.
Wetsvoorstel
‘Het is nog maar de vraag of de verschuiving van uitzendkracht naar zzp’er de komende jaren verder doorzet’, aldus Katinka Jongkind, sectoreconoom Services bij ING Research. ‘Eind 2023 kwam het demissionaire kabinet met een nieuw wetsvoorstel dat duidelijkheid moet scheppen wanneer sprake is van schijnzelfstandigheid. Als de wet in de huidige opzet wordt doorgevoerd, betekent dit dat veel werk dat nu door zzp’ers wordt gedaan, dan niet langer als zzp’er kan worden uitgevoerd, maar in loondienst. De meest flexibele arbeidsvorm is dan via een uitzend- of detacheringsbureau. Of, wanneer en in welke vorm de wet wordt aangenomen is echter niet bekend en kan nog wel enige tijd op zich laten wachten. Dit zorgt voor aanhoudende onzekerheid in de sector.’
Sterke krimp in uitzendbanen
De afnemende vraag naar flexwerkers is duidelijk zichtbaar in de ontwikkeling van het aantal uitzendbanen. In het eerste kwartaal van 2023 kromp het aantal uitzendbanen voor het eerst in twee jaar met 52.000. In het tweede en derde kwartaal liep dit verder op tot een kwartaal krimp van circa 60.000 minder uitzendbanen. Voor dit jaar wordt een verdere krimp verwacht. Naast dat bedrijven een pas op de plaats maken met de inhuur van personeel, wordt de daling in uitzendbanen ook veroorzaakt doordat uitzendkrachten in de huidige krappe arbeidsmarkt sneller een vast contract krijgen aangeboden. Ten derde zorgt strengere wet- en regelgeving voor een substitutie-effect naar andere vormen van arbeidsflexibiliteit.
Krimp 5%
Doordat flexwerkers duurder en minder flexibel zijn geworden ziet de flexbranche in 2024 de vraag naar uitzendkrachten afnemen, waarmee de trend van 2023 wordt voortgezet. Deze trend wordt versterkt door een aanhoudend lage economische groei. Naar verwachting krimpt dit jaar het aantal uitzenduren in de flexbranche, die bestaat uit uitzendbureaus, arbeidsbemiddelaars en payrollers, met circa 5%. De branche is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de economie en voelt het direct als opdrachtgevende bedrijven op de rem trappen met het doen van investeringen en het inhuren van personeel.
Toch heeft nog altijd twee derde van de flexbedrijven last van de krappe arbeidsmarkt voor het invullen van opdrachten. Dit zet een rem op de groei. Maar een nieuw wetsvoorstel om schijnzelfstandigheid tegen te gaan pakt mogelijk positief uit voor de sector. Dit blijkt uit het nieuwe Vooruitzicht flexbranche van ING Research.
Strategische keuzes noodzakelijk
Gezien alle ontwikkelingen is het duidelijk dat flexbedrijven er niet aan ontkomen om duidelijke strategische keuzes te maken om ook in de toekomst bestaansrecht te hebben. Daarbij biedt de structureel krappe arbeidsmarkt ook weer nieuwe mogelijkheden. Zo wordt het voor uitzendorganisaties interessanter om te investeren in goed werkgeverschap om uitzendkrachten langdurig aan zich te binden, bijvoorbeeld door ze direct een vast contract aan te bieden. Ook in de energie-, zorg en bouwtransitie, liggen kansen voor flexbedrijven. Zo kunnen ze door middel van opleiden, omscholen en loopbaanbegeleiding een grotere rol pakken op het gebied van arbeidsmobiliteit tussen krimp- en groeisectoren.
Lees hier het volledige rapport.
Bron: ING Research
Geef een reactie