
De bestuurder van het Amstelveense bedrijf Otentica stelde bij de rechtbank Amsterdam dat hij in de veronderstelling verkeerde dat een belastingadviseur bij het notariskantoor hoorde dat Otentica had ingehuurd bij een herstructurering. De belastingadviseur zou dan ook geen kosten in rekening kunnen brengen bij Otentica. Bovendien had de belastingadviseur nooit een schriftelijke opdrachtbevestiging verstrekt aan dat bedrijf. Een akkoord dat werd gegeven ging volgens het bedrijf bovendien over de voorgestelde wijze van herstructurering, niet over het inhuren van de belastingadviseur. De kantonrechter is het daar echter niet mee eens en bepaalt dat Otentica de belastingadviseur nog € 7.139,- schuldig is.
Otentica was eerst een werkmaatschappij met de naam Otentica BV, die bij een herstructurering op 24 november 2022 werd omgezet in een holding met de naam Otentica Holding BV, met daaronder een nieuw opgerichte werkmaatschappij.
Herstuctureringsplan
De tegenover elkaar staande partijen bij de rechtbank zijn het erover eens dat Otentica, haar aandeelhouders en financiers samen een herstructureringsplan hadden gemaakt. De bedoeling was dat de oude werkmaatschappij, Otentica, werd omgezet in een holding en dat daaronder een nieuw op te richten werkmaatschappij zou worden geplaatst. Die herstructurering is uitgevoerd.
Op zitting heeft de middellijk bestuurder van Otentica verklaard dat voorafgaand aan de bespreking in april 2022 een aandeelhoudersvergadering plaatsvond waarin hij en alle betrokkenen aandeelhouders en financiers aanwezig waren. Daarin werd besproken dat de herstructurering niet vlekkeloos verliep, doordat het complex was en deskundige bijstand vereiste. Otentica had zelf geen kennis en ervaring met een dergelijke herstructurering en de notaris die betrokken was, zou om hem moverende redenen de herstructurering niet alleen willen of kunnen begeleiden, zoals ook een aandeelhouder/financier op zitting heeft verklaard. Kortom, in de uitvoering van het herstructureringsplan was hulp van experts nodig en alle betrokkenen waren zich daarvan bewust.
Expert ingehuurd
De aandeelhouder/financier heeft op zitting verder verklaard dat hij vervolgens met de notaris overlegde dat hij een expert uit zijn netwerk erbij kon betrekken. Hij heeft toen in april 2022 op zijn kantoor een bespreking georganiseerd waarvoor ook de bestuurder van Otentica en de belastingadviseur waren uitgenodigd. Over wat er toen precies is besproken, zijn partijen het niet eens.
De belastingadviseur stelt dat hij tijdens de bespreking aan de bestuurder werd voorgesteld als zelfstandig opererende dienstverlener en dat hij heeft toegelicht wat hij voor Otentica kon betekenen en tegen welke tarieven. Volgens de belastingadviseur heeft de bestuurder hem toen persoonlijk akkoord gegeven om aan de slag te gaan, waarna hij per e-mail van hem de nodige documentatie ontving.
‘Akkoord ging over wijze van herstructurering’
Otentica voert aan dat het akkoord van de bestuurder slechts werd gevraagd op de wijze waarop de herstructurering zou plaatsvinden, maar dat er met de belastingadviseur verder geen concrete werkzaamheden of prijzen zijn besproken. De bestuurder heeft op zitting verklaard dat hij tijdens de bespreking in de veronderstelling verkeerde dat de belastingadviseur voor de notaris werkte en dat Otentica daarom uitsluitend een factuur van de notaris had verwacht. Bovendien – zo voert Otentica aan – heeft de belastingadviseur daarna nooit aan Otentica een schriftelijke opdrachtbevestiging verstuurd en kan hooguit aandeelhouder/financier als opdrachtgever van de werkzaamheden van de belastingadviseur worden gezien. Otentica betwist niet dat de belastingadviseur de gefactureerde werkzaamheden ten behoeve van Otentica (naar behoren) heeft uitgevoerd.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter overweegt als volgt. Wat precies is besproken tijdens de bespreking in april 2022 kan in het midden blijven. Ook als wordt uitgegaan van wat de bestuurder daarover heeft verklaard, heeft die bestuurder toen namens Otentica in elk geval (stilzwijgend) ingestemd met de inschakeling van de belastingadviseur op kosten van Otentica. Daartoe is van belang dat de bestuurder en Otentica hebben ingestemd met de (wijze van) herstructurering. Ook wisten de bestuurder en Otentica dat voor die herstructurering bepaalde werkzaamheden nodig waren die niet door de notaris zouden worden gedaan en dat de herstructurering. Verder waren de daarvoor benodigde werkzaamheden in het belang en ten behoeve van Otentica. De kantonrechter is daarom van oordeel dat Otentica heeft moeten begrijpen dat zij degene was ten behoeve van wie aan de belastingadviseur een opdracht werd verleend om werkzaamheden in het kader van de herstructurering uit te voeren. Ook heeft Otentica moeten begrijpen dat de kosten die noodzakelijkerwijs ten behoeve van de herstructurering werden gemaakt, voor rekening zouden komen van Otentica (en niet van aandeelhouder/financier). Doordat Otentica akkoord is gegaan met de inschakeling van de belastingadviseur is tussen de belastingadviseur en Otentica een overeenkomst van opdracht tot stand gekomen. Dat hoeft volgens artikel 6:217 BW in samenhang met artikel 3:37 lid 1 BW immers niet schriftelijk en kan ook mondeling geschieden. De door Otentica in dit kader aangehaalde uitspraak van het hof Arnhem-Leeuwarden sluit daarop aan, waarbij het hof opmerkt dat het ontbreken van afspraken op schrift wel kan leiden tot een onduidelijk begrensde taakopvatting en ruimer verwachtingspatroon. In onderhavige zaak is dat laatste echter niet aan de orde.
Zelfstandigheid was duidelijk genoeg
Daar komt het volgende bij. Onduidelijk is waaraan de bestuurder in de bespreking van april 2022 de indruk zegt te hebben gehad dat de belastingadviseur een medewerker van het notariskantoor zou zijn. de belastingadviseur heeft al zijn correspondentie afgesloten met zijn handelsnaam met daaronder zijn zakelijke contactgegevens. Het had de bestuurder gedurende de herstructurering ook daaruit duidelijk moeten zijn dat de belastingadviseur een professionele dienstverlener was die zelfstandig zou factureren. Otentica heeft bovendien niet gesteld en onderbouwd dat zij voor dezelfde werkzaamheden al aan de notaris heeft betaald en dat zij daarmee dubbel zou betalen. Verder staat niet ter discussie dat de belastingadviseur de opdracht naar behoren heeft uitgevoerd conform de urenspecificatie die hij heeft overgelegd. Tijdens de werkzaamheden hebben de belastingadviseur, de bestuurder, aandeelhouder/financier en andere aandeelhouders en financiers veelvuldig gecorrespondeerd, waarbij de bestuurder ook gegevens aan de belastingadviseur heeft aangeleverd. Otentica heeft op geen enkel moment vraagtekens gezet bij de belastingadviseur betrokkenheid of de kosten die daarmee logischerwijs waren gemoeid.
Redelijk loon verschuldigd
Wat betreft het door de belastingadviseur in rekening gebrachte tarief kan in het midden blijven of hij dat tarief tijdens de bespreking in april 2022 heeft genoemd. Ook als dat niet zou komen vast te staan, geldt dat, indien de hoogte van het loon niet is overeengekomen, Otentica aan de belastingadviseur ingevolge artikel 7:405 leden 1 en 2 BW in elk geval een redelijk loon is verschuldigd. De belastingadviseur heeft voor zijn werkzaamheden € 200,- (exclusief btw) per uur in rekening gebracht. De bestuurder heeft op zitting verklaard dat hij dat exorbitant hoog vindt, maar hij heeft verder niet onderbouwd waarom hij dat vindt en wat dan wel redelijk zou zijn. Als algemeen bekend mag worden verondersteld dat een tarief als dit in de belastingadviesbranche niet ongebruikelijk of buitensporig is, waardoor de kantonrechter het tarief van de belastingadviseur als redelijk loon beschouwt.
Al met al is de slotsom dat Otentica uit hoofde van haar opdrachtovereenkomst met de belastingadviseur de openstaande factuur van € 7.139,- moet betalen. Ook is de belastingadviseur de opeisbare wettelijke handelsrente vanaf de vervaldatum van 22 september 2022 verschuldigd. Daarmee zal de vordering worden toegewezen.
Geef een reactie