De werkgever en de zieke werknemer moeten zich volgens de Wet verbetering poortwachter samen met de arbodienst of bedrijfsarts inspannen voor de re-integratie van de werknemer.
De Wet verbetering poortwachter heeft als doel zieke werknemers zo snel mogelijk te laten terugkeren naar het werk. Het uitgangspunt hierbij is dat snel en effectief ingrijpen het verzuim korter maakt.
Volgens de wet hebben werkgevers en werknemers een aantal verplichtingen als een werknemer zich ziekmeldt, die beginnen al in de eerste week van de ziekmelding.
Op de website van het UWV staat een stappenplan waarin je precies kunt zien welke stappen je neemt als een werknemer ziek is. Ook staat hierin welke documenten hierbij nodig zijn. Zie daarnaast de Werkwijzer Poortwachter van het UWV met handvatten voor de begeleiding en re-integratie van zieke werknemers.
Re-integratietraject
Terugkeer naar werk kan op twee manieren plaatsvinden:
- Re-integratie eerste spoor – De werknemer gaat weer werken bij zijn huidige werkgever. Eventueel in een nieuwe of aangepaste functie.
- Re-integratie tweede spoor – De werknemer kan niet meer terecht bij zijn huidige werkgever en krijgt ‘passend werk’ bij een andere werkgever.
De werkgever én de zieke werknemer zijn samen verantwoordelijk voor de re-integratie. Dit betekent dat zij er beiden alles aan moeten doen om de getroffen werknemer zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. De bedrijfsarts moet de werkgever en de werknemer hierbij ondersteunen. Dit kan een bedrijfsarts zijn die is aangesloten bij een arbodienst of een zelfstandig gevestigde bedrijfsarts.
Om te zorgen voor een snelle en effectieve re-integratie is de regeling Procesgang eerste en tweede ziektejaar ingesteld. Deze regeling schrijft voor wat werkgever en werknemer moeten doen vanaf de eerste week van de ziekmelding.
Passend werk
Lukt het niet om de werknemer terug te laten keren in zijn oude functie, dan moet de werkgever hem passend werk aanbieden binnen het bedrijf, bijvoorbeeld werken in deeltijd, of met een aangepast takenpakket. In het uiterste geval kan de werkgever de werknemer een andere functie aanbieden of een baan bij een andere werkgever. Weigert de werknemer dit werk te aanvaarden, dan kan dit leiden tot stopzetting van het loon en zelfs tot ontslag.
Doorbetaling loon
Werkgevers moeten werknemers bij ziekte twee jaar lang 70% van het laatste loon doorbetalen. Voor het eerste ziektejaar zijn werkgevers wettelijk verplicht minimaal het minimumloon door te betalen. Dat geldt niet voor het tweede ziektejaar.
Als een werkgever niet kan aantonen dat hij zich voldoende heeft ingespannen om de werknemer te laten re-integreren, kan na oplegging van een loonsanctie door UWV hem verplicht worden tot verlenging van de doorbetaling van het loon met maximaal één jaar.
Vrijwillige verlenging
De werkgever en de werknemer kunnen er samen voor kiezen om de loondoorbetalingsperiode vrijwillig te verlengen. Dit kan als het ernaar uitziet dat de werknemer binnenkort volledig aan het werk kan, maar wat meer tijd nodig heeft voor de re-integratie. De werkgever en werknemer moeten uiterlijk 13 weken voor einde wachttijd samen een verzoek hiervoor indienen bij UWV. Zie aanvragen verlenging loondoorbetaling.
Na twee jaar
Als na 104 weken blijkt dat de werknemer vanwege ziekte nog steeds niet in staat is om volledig in zijn oorspronkelijke functie te werken en ander werk ook niet mogelijk is gebleken (ook niet bij een andere werkgever), kan hij in aanmerking komen voor een WIA-uitkering. Op basis van het re-integratieverslag beoordeelt UWV of partijen voldoende re-integratie inspanningen hebben geleverd. Onvoldoende inspanning kan leiden tot een loonsanctie van UWV.
Een loonsanctie verplicht de werkgever tot verlenging van de doorbetaling van het loon met maximaal één jaar. De WIA-aanvraag wordt dan niet in behandeling genomen.
Contract met arbodienst of bedrijfsarts
De Arbowet stelt werkgevers verplicht om een contract af te sluiten met een arbodienst of bedrijfsarts, het zogeheten basiscontract. In het basiscontract worden werkafspraken gemaakt voor de taken waarvoor de werkgever zich volgens de Arbowet moet laten bijstaan door kerndeskundigen. De werkgever kan een basiscontract (laten) opstellen via een vangnetregeling en in bepaalde situaties via een maatwerkregeling.
Samen aan zet
- De werkgever mag de werknemer niet vragen wat de klachten zijn, maar wel wanneer hij verwacht weer aan het werk te kunnen.
- De werkgever kan de werknemer vragen naar de bedrijfsarts te gaan. De bedrijfsarts bekijkt samen met de werknemer wat de situatie is en wat nodig is. Zo kijkt hij naar de arbeidsmogelijkheden van de werknemer, of de werknemer in staat is aangepast werk te doen en hoe lang het verzuim kan gaan duren. Op basis hiervan maakt de bedrijfsarts een probleemanalyse en geeft een advies aan de werkgever. De werkgever leest dit advies en vervolgens stellen werkgever en werknemer samen een plan van aanpak op.
- Het is belangrijk dat de werkgever en werknemer samen regelmatig bespreken, bijvoorbeeld elke zes weken, hoe het gaat. Hierbij kijken zij telkens samen wat de volgende stap is en wat daarvoor nodig is. Op basis daarvan wordt het plan van aanpak mogelijk aangepast.
- De bedrijfsarts kan arbeidstherapie adviseren. Dit is een kortdurende activiteit als onderdeel van de re-integratie. Het doel is duidelijkheid te krijgen over de belastbaarheid van de zieke werknemer, om te komen tot (uitbreiding van) werkhervatting.
- Bij verschil van mening over de aanpak of het passende karakter van het re-integratietraject, kunnen zowel de werkgever als de werknemer bij UWV een deskundigenoordeel aanvragen.
- Een re-integratiebedrijf kan de werkgever en de werknemer begeleiden bij de terugkeer naar het werk, naar ander werk in hetzelfde bedrijf, of naar een andere werkgever.
Bron: Arboportaal.nl
Geef een reactie