De opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling (OKB) mist in veel gevallen diepgang en het OKB-beleid is bij reguliere vergunninghoudende accountantskantoren niet op orde. Die harde conclusies trekt de AFM uit onderzoek bij 21 accountantsorganisaties, waarbij 52 OKB’s zijn onderzocht.
Jaarlijks worden zo’n 3.000 OKB’s uitgevoerd bij controles van oob-organisaties en andere risicovolle controles. Maar een echte kwaliteitswaarborg is dat niet, zo constateert de toezichthouder. ‘Bij de accountantsorganisaties met een reguliere vergunning (AO’s-RV) was bij 26 van de 30 onderzochte OKB’s de diepgang niet in orde. Bij de accountantsorganisaties met een vergunning voor het controleren van oob’s (AO’s-oob) was dit bij 9 van de 22 onderzochte OKB’s het geval.’ In die gevallen is niet gewaarborgd dat de verkregen controle-informatie toereikend was om het oordeel van de externe accountant te onderbouwen.
OKB’er zelf ook niet beoordeeld
Met name de AO’s-RV moeten hun beleid voor de OKB op de schop nemen, want bij 13 van de 15 onderzochte partijen is dat nu niet op orde. ‘Ook vraagt de AFM aandacht voor de deskundigheid en betrokkenheid van de OKB’er.’ De belangrijkste bevinding is namelijk dat niet is beoordeeld of de OKB’er wel voldoende bekwaam was; ook de onafhankelijkheid blijkt vaak niet te worden beoordeeld. Bij 5 van de 30 kantoren met een reguliere vergunning kon de passende deskundigheid niet worden vastgesteld. Bij de meeste oob-kantoren is het beleid voor de OKB en de deskundigheid en betrokkenheid van de OKB’er wel op orde.
Te weinig onderzoek op focusgebied
Bij de RV-kantoren heeft de OKB’er in 25 gevallen niet gewaarborgd dat de verkregen controle-informatie toereikend was om het oordeel van de externe accountant te onderbouwen. ‘In deze gevallen hebben we vastgesteld dat onvoldoende controle-informatie is verkregen voor een focusgebied dat ook door de OKB’er was beoordeeld. Deze bevindingen had de OKB’er moeten voorkomen.’ Verder zijn verplichte onderwerpen als onafhankelijkheid, geconstateerde controleverschillen en de controleverklaring zelf niet beoordeeld. Er zijn ook OKB’ers die hun bevindingen niet met de externe accountant bespreken en in sommige gevallen was de OKB nog niet afgerond toen al wel de controleverklaring werd afgegeven.
Bij de oob-kantoren gaat het naast de ontbrekende waarborg dat de verkregen informatie toereikend was soms ook om een tekortschietende evaluatie of de externe accountant wel voldoende controle-informatie heeft verkregen. ‘Bij deze gevallen hebben we vastgesteld dat wél voldoende controle-informatie was verkregen voor het focusgebied dat ook door de OKB’er was beoordeeld.’ Daarnaast kwam het voor dat de OKB’er de onderkende risico’s in de controle onvoldoende heeft beoordeeld, de belangrijkste overwegingen bij zijn beoordeling onvoldoende heeft vastgelegd en de resultaten van zijn beoordeling niet heeft besproken met de externe accountant.
In het rapport ‘De diepte in’ geeft de AFM aanknopingspunten om te verbeteren. Die zijn al gedeeld met de branche: ‘De uitkomsten zijn sectorbreed besproken.’
Geef een reactie