
De giftenaftrek is doeltreffend omdat het geven stimuleert, maar niet doelmatig omdat er weinig extra wordt gegeven door de giftenaftrek. Dat concludeert onderzoeksbureau SEO, dat in opdracht van staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) de giftenaftrek heeft geëvalueerd. Van Rij stuurt de evaluatie vanwege de demissionaire status van het kabinet zonder kabinetsappreciatie naar de Tweede Kamer.
Verbetering van de doelmatigheid kan volgens SEO binnen de giftenaftrek met een verlaging van het aftrektarief naar 20 procent of met het gelijk behandelen van periodieke giften en andere giften. Omvormen naar een geefsubsidie lijkt een doelmatige beleidsoptie, waarvan de exacte vormgeving en uitvoerbaarheid aanvullend onderzoek vereisen.
Giftenaftrek
De giftenaftrek is een aftrekpost in de inkomstenbelasting (budgettair belang van € 447 mln.) en vennootschapsbelasting (budgettair belang van € 11 mln.). Het doel van de aftrek is het stimuleren van geefgedrag aan algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s), verenigingen en steunstichtingen van een sociaal belang behartigende instelling (SBBI) ter bevordering van de financiële positie van deze instellingen. Voor giften aan culturele ANBI’s is er een extra aftrek van 25% tot € 1.250 in de inkomstenbelasting en 50% in de vennootschapsbelasting tot € 2.500 om het ophalen van private financiering verder te ondersteunen. De giftenaftrek in de inkomstenbelasting maakt onderscheid in periodieke giften en andere giften. Periodieke giften zijn per 1 januari 2023 aftrekbaar tot € 250.000 per jaar als ze voor minstens vijf jaar zijn vastgelegd in een schenkingsakte. Vóór 2023 was er geen maximumbedrag. Andere (reguliere) giften zijn aftrekbaar zonder schenkingsakte van 1% tot 10% van het verzamelinkomen, met een minimum van € 60. In de vennootschapsbelasting zijn alleen eenmalige giften aftrekbaar tot € 100.000.
Wel doeltreffend, niet doelmatig
De giftenaftrek is doeltreffend omdat het geven stimuleert, concludeert SEO. Het effect op geefgedrag verschilt tussen gevers. Het gedragseffect is het sterkst bij grote gevers, blijkt uit het onderzoek. Grote gevers omvatten zowel personen als bedrijven. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn dat de omvang van de bedragen, een langjarige geefrelatie en/of ondersteuning van een fiscaal adviseur (in aanvulling op vrijgevigheid) meer calculerend geefgedrag inspireert. In een enquête geeft ongeveer een kwart aan een beetje meer te geven door de giftenaftrek en ongeveer 8 procent geeft aan veel meer te geven door de giftenaftrek. De helft van de respondenten geeft aan dat de giftenaftrek geen effect heeft op hun geefgedrag, ook niet bij afschaffing.
De giftenaftrek is niet doelmatig in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting, luidt de conclusie van de onderzoekers. Ten eerste is de toename aan giften door de giftenaftrek minder groot dan de omvang van de belastingkorting. Een deel van de budgettaire kosten komt ten gunste van de gever in plaats van de begiftigde. Ten tweede is de giftenaftrek slecht uitvoerbaar voor de Belastingdienst. De vormgeving noodzaakt handmatige controle waardoor slechts aan een beperkt deel van de gesignaleerde fouten opvolging gegeven wordt. Ten derde is het niet-gebruik van de giftenaftrek hoog, onder andere doordat gevers niet bekend zijn met de regeling. Ten vierde komt het fiscale voordeel in grotere mate terecht bij hoge inkomens dan bij lage inkomens, hetgeen raakt aan het draagkrachtbeginsel in de inkomstenbelasting en daarmee aan de doelmatigheid van de giftenaftrek.
Geefsubsidie
Vrijwel alle overheden in welvarende landen proberen geefgedrag te stimuleren. De meeste landen hebben een vorm van fiscale stimulans met een aftrekpost of heffingskorting. De enige invulling die systematisch verschilt is de geefsubsidie, bekend vanuit het Verenigd Koninkrijk. Bij de geefsubsidie ontvangt de begiftigde in aanvulling op de gift een percentage dat samenhangt met de hoogte van de gift, in plaats van de gever. Dit subsidiesysteem wordt matching genoemd doordat de overheid de gift matcht met een subsidiepercentage. De effecten van een geefsubsidie zijn door de onderzoekers van SEO onderzocht als beleidsoptie. Deze verkenning biedt een eerste beeld dat een omvorming naar een geefsubsidie toepasbaar is in Nederland.
Bij de invoering van een geefsubsidie verbetert de uitvoerbaarheid voor de overheid en de gever, luidt de conclusie. De gever hoeft namelijk geen giften meer op te voeren in de aangifte. Bij de overheid neemt de uitvoeringslast af doordat er veel minder ontvangers zijn dan gevers om te controleren. Ook kunnen goed georganiseerde instellingen aan hogere rapportageverplichtingen voldoen dan gevers, waardoor de controle in grote mate geautomatiseerd kan plaatsvinden in plaats van handmatig.
Bij de invoering van een geefsubsidie verslechtert daarentegen de uitvoerbaarheid voor ontvangende instellingen. Vooral kleine instellingen en vrijwilligersorganisaties zijn minder goed in staat de regeling uit te voeren. Zij ervaren nu al hoge regeldruk. Een aanvullend nadeel is dat er organisaties zijn die bewust geen directe overheidssubsidie willen ontvangen vanwege onafhankelijkheid; deze groep is volgens geïnterviewden substantieel. De extra inkomsten die volgen uit de giftenaftrek vallen daarmee weg voor deze groep. Geïnterviewden door de onderzoekers vinden een geefsubsidie wenselijker als de inkomsten hiermee verder toenemen. Dit hangt af van het effect van de regeling op geefgedrag.
Beleidsopties om de doelmatigheid te verbeteren binnen de giftenaftrek
● Aftrektarief in de inkomstenbelasting verlagen naar 20 procent: een lager aftrektarief verbetert de verhouding tussen de kosten voor de overheid en de extra giften die deze kosten opleveren. Een 20% aftrektarief leidt tot € 131 mln. meer belastingopbrengsten, waarvan € 7 mln. het gevolg zijn van minder giften en € 124 mln. het directe effect zijn van minder aftrek. De verandering in aftrektarief heeft geen invloed op de kans om te geven. Een analyse laat zien dat de aanwezigheid van een stimulans de geefkans verhoogt; de invulling van deze stimulans heeft geen effect.
● Periodieke en andere giften gelijk behandelen: met het gelijktrekken van de drempels en plafonds vervalt het onderscheid tussen periodieke en andere giften. Dit vermindert de complexiteit van de regeling. De giftenaftrek wordt daarmee begrijpelijker voor de belastingplichtige. Dit levert minder fouten op in de aangifte waardoor de uitvoerbaarheid verbetert voor de Belastingdienst. De budgettaire effecten hangen af van de hoogte van de drempel en het plafond. De vormgeving in dit rapport bespaart € 50-80 mln. structureel.
Geef een reactie