
door Misha Hofland
Voor de equity partner leidde de zaak niet tot het gewenste resultaat. De rechtbank oordeelt namelijk dat de kwestie moet worden beslecht bij het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI), zoals in de aansluitingsovereenkomst met alle partners bij Deloitte is opgenomen. Dat oordeel is weinig verrassend. Enkele andere partners die in onmin raakten met big 4-kantoren probeerden de afgelopen jaren al vaker hun recht te halen bij de civiele rechter, bijgestaan door advocaat Martine Lem. Dat loopt echter steevast stuk op het oordeel dat de partnerovereenkomsten bindend zijn. Daarin nemen de big 4-kantoren op dat geschillen moeten worden beslecht via arbitrage of bindend advies bij het NAI.
Dat gebeurde eerder al bij een andere equity partner van Deloitte, die na flink wat verloren rechtszaken in 2023 besloot te schikken. Ook fiscalist en equity partner Guido Lubbers kwam tegenover Deloitte te staan. Voormalig EY-partner Wouter van Gelderen voerde – ook al zonder enig resultaat – al veel meer rechtszaken, maar hij liet onlangs aan Quote weten dat hij het bijltje er voorlopig nog niet bij neergooit. Overigens is er wel kritiek op de opstelling van de big 4-kantoren in dit soort kwesties. Zo plaatste Follow the Money in een uitgebreid artikel over de geschillenbeslechting bij Zuidaskantoren grote vraagtekens bij de onafhankelijkheid van het NAI, en de hoge kosten waar partners vaak mee te maken krijgen.
Nieuwe zaak Deloitte
Uit de recente uitspraak van de rechtbank Amsterdam blijkt dat de equity partner en haar persoonlijke holding op 29 mei 2021 een aansluitingsovereenkomst (partnerovereenkomst) overeenkwamen met Deloitte Holding en Deloitte Consulting. Daarmee trad de vrouw als equity partner toe tot de organisatie van Deloitte. Op 18 juni vorig jaar werd haar alweer meegedeeld dat Deloitte voornemens was de overeenkomst te beëindigen. Uit de uitspraak wordt niet duidelijk wat daar de achtergrond van is. De vrouw is het niet eens met die beslissing en heeft op 28 juni 2024 een klacht bij het bestuur van Deloitte ingediend onder de aanduiding klokkenluidersmelding. Die klacht werd echter niet in behandeling genomen.
Deloitte kondigde aan de aansluitingsovereenkomst op te zeggen met ingang van 1 februari 2025. Daarop besloot de vrouw de rechtszaak aan te spannen. Ze vroeg de rechter niet alleen om haar overeenkomst en de bijbehorende vergoeding door te laten lopen, maar ook om te verklaren dat er sprake is van een melding van een misstand in de zin van de klachtenregeling van Deloitte, de Wet bescherming klokkenluiders en EU-richtlijn 2019/1937. Daarnaast zou wat haar betreft een deskundige door de rechtbank moeten worden benoemd om na te gaan of haar meldingen inhoudelijk gegrond zijn.
Beding bindend advies
Maar de rechter gaat daar dus niet in mee. De rechtbank verwerpt het standpunt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het gerechtshof Den Haag heeft dit al eerder bepaald in de zaak van fiscalist Lubbers. Deloitte vroeg de rechtbank in de nieuwe zaak om de equity partner en haar holding niet-ontvankelijk te verklaren in hun vorderingen, vanwege de gebondenheid aan de in de partnerovereenkomst opgenomen geschillenbeslechting door het NAI.
De rechtbank oordeelt dat alle vorderingen van de equity partner en haar holding binnen de reikwijdte vallen van twee bedingen voor bindend advies die in de partnerovereenkomst en de algemene bepalingen van Deloitte zijn opgenomen. “De aansluitingsovereenkomst vormt immers een gestelde rechtsgrond voor hun vorderingen en zonder die overeenkomst zouden ze niet zijn ingesteld. Dat maakt dat het geschil over de vorderingen is ontstaan naar aanleiding van de aansluitingsovereenkomst. […] Daaraan doet niet af dat [eiser 1] en [eiser 2] hun vorderingen gedeeltelijk ook hebben gebaseerd op de klachtenregeling van Deloitte, de Wet bescherming klokkenluiders en EU-richtlijn 2019/1937. Aanleiding voor het geschil is immers de aansluitingsovereenkomst op basis waarvan [eiser 1] werkzaamheden voor Deloitte heeft verricht. Ook [eiser 1] en [eiser 2] hebben zelf aangevoerd dat tussen de klokkenluidersmelding en de opzegging van de aansluitingsovereenkomst een causaal verband bestaat. Dat betekent dat het bindendadviesbeding daarop van toepassing is.”
De rechtbank verwerpt ten slotte ook nog de stelling van de equity partner en haar holding dat het beroep op het bindendadviesbeding in strijd is met de openbare orde. “Weliswaar willen zij in dit geschil fundamentele rechtsbeginselen aan de orde stellen, maar deze betreffen dan de inhoud van het geschil en niet de vraag of het geschil aan de rechtbank of aan bindend adviseurs moet worden voorgelegd.”
Een woordvoerder van Deloitte laat in een reactie weten: “Wij kunnen niet ingaan op individuele casuïstiek.” Advocaat Martine Lem heeft vrijdag niet gereageerd op een verzoek om een toelichting.
Geef een reactie