
Deloitte en de voormalige equity partner die al enige tijd in een juridisch gevecht met het accountantskantoor was verwikkeld, hebben alsnog een oplossing voor hun geschil bereikt. Dat blijkt uit een voorzittersbeslissing van de Accountantskamer. Onderdeel van de overeenkomst is ook dat twee tuchtklachten zijn ingetrokken.
Meldingen misstanden
Bij Deloitte werd door de equity partner sinds 2015 intern en bij de AFM verschillende keren melding gemaakt van integriteitsschendingen door het accountantskantoor ten opzichte van Rabobank. Het accountantskantoor zou zich bij een audit van rentederivatendossiers op een oneigenlijke manier buitensporig hebben verrijkt. Ook werd gemeld dat de partner Forensic & Dispute Services de financiële administratie van Deloitte had gemanipuleerd, waardoor de collega-partner met een onterechte verliesboeking van ruim € 80.000,- kreeg te maken en Rabobank werd benadeeld.
Rechtszaken
Het geschil leidde uiteindelijk tot de beëindiging van de aansluitingsovereenkomst met de RA en sindsdien voerde de accountant verschillende rechtszaken tegen Deloitte. Volgens de voormalige equity partner waren de meldingen namelijk nooit goed onderzocht en was er sprake van een doofpotaffaire. Daarbij was ook de rol van advocatenkantoor Van Doorne omstreden, meldde Accountancy Vanmorgen. Een in opdracht van Deloitte uitgevoerd onderzoek door Van Doorne leek namelijk strijdig met de eisen voor advocaat-onderzoekers en de interne regels van Deloitte tot stand te zijn gekomen.
De rechtbank Rotterdam zou aanvankelijk al op 23 november vorig jaar uitspraak doen in een civiele zaak tussen beide partijen, maar leek moeite te hebben om een knoop door te hakken. De uitspraak werd enkele keren uitgesteld. Ondertussen boog de Accountantskamer zich eind vorig jaar tijdens een zitting over een klacht tegen twee (voormalige) bestuursleden van Deloitte, die niets zouden hebben gedaan met de meldingen van misstanden. Een tweede tuchtklacht was gericht tegen de forensische partner. De behandeling van de tuchtzaken leidde tot een flinke clash tussen de voormalige equity partner en het accountantskantoor, dat alle beschuldigingen van zich af wierp.
Accountantskamer
Inmiddels heeft de Accountantskamer een voorzittersbeslissing gepubliceerd in de tuchtzaak tegen de forensische partner. De voormalige equity partner heeft in maart laten weten dat er alsnog een oplossing is bereikt en hij, als onderdeel van die oplossing, zijn tuchtklachten intrekt. Als een klager zijn tuchtklacht intrekt bepaalt artikel 30 van de Wtra dat de behandeling van de klacht wordt gestaakt. Als de Accountantskamer echter beslist dat aan het algemeen belang redenen kunnen worden ontleend om de klacht toch te behandelen, wordt de behandeling voortgezet. De tuchtrechter oordeelt echter dat dat niet het geval is. Ook de andere tuchtklacht, tegen twee (voormalige) bestuursleden, is ingetrokken. Daarover is geen beslissing gepubliceerd.
De deal betekent ook dat er geen uitspraak meer wordt gedaan in de civiele zaak bij de rechtbank Rotterdam. Beide partijen wensen niet inhoudelijk op de kwestie in te gaan. De voormalige equity partner laat nog wel over de voorzittersbeslissing in de tuchtzaak weten: “Ik heb kennis genomen van de beslissing en wens daar niet verder op in te gaan. Voor zover er sprake was van meldingen, zijn die tussen partijen besproken en dit heeft ertoe geleid dat er gepast mee is omgegaan.”
Voorzittersbeslissing Accountantskamer:22-1426 en 1446 RA
Geef een reactie