Naar aanleiding van het advies van de Raad van State over de Wijzigingswet financiële markten 2016 heeft minister Dijsselbloem van Financiën het nader rapport naar de Tweede Kamer gestuurd. In dit wetsvoorstel wordt de roulatieplicht voor accountantsorganisaties bij wettelijke controles van OOB-organisaties aangepast van acht naar tien jaar in combinatie met een afkoelingsperiode van vier jaar. Daarnaast wordt de termijn voor interne roulatie van de externe accountant verantwoordelijk voor de wettelijke controle gewijzigd van zeven naar vijf jaar.
De wijziging in de duur van de roulatieplicht voor accountantsorganisaties bij wettelijke controles van OOB-organisaties zorgt voor een aanpassing in het nog niet in werking getreden artikel 68, onderdeel Ba, van de Wet op het accountantsberoep (Wta). Dit artikel bevat een wijziging van artikel 23 van de Wta.
Door de aanpassing in de termijn voor interne roulatie van de externe accountant die verantwoordelijk is voor de wettelijke controle (zodat op de helft van de termijn voor kantoorroulatie gewisseld wordt van verantwoordelijke externe accountant) wordt artikel 24 van de Wet toezicht accountantsorganisaties aangepast.
Artikel 68, onderdeel Ba, van de Wta zal in werking treden per 1 januari 2016. Op deze datum zal ook het in dit wetsvoorstel gewijzigde artikel 24 van de Wta in werking treden.
Motie
Met de beoogde wijzigingen wordt opvolging gegeven aan de motie van het Tweede Kamerlid Aukje de Vries (VVD) die de regering verzoekt de termijn voor verplichte kantoorroulatie zo snel mogelijk in de Nederlandse wetgeving vast te stellen op tien jaar (in combinatie met een termijn voor partnerroulatie na vijf jaar en een afkoelingsperiode van vier jaar).
Geef een reactie