Interview met Michel Hamer, Martien Hermans en Ed de Vlam over hun NOAB: Het zijn er nu bijna 1000. Het aantal kantoren dat is aangesloten bij NOAB, voluit de Nederlandse Orde van Administratie- en Belastingdeskundigen. In totaal worden via deze kantoren zo’n 125.000-150.000 MKB-ondernemingen ondersteund. Ook deze kantoren staan voor de uitdaging hun toegevoegde waarde opnieuw te bewijzen. Te meer daar de kern – administratieve dienstverlening – door automatisering steeds meer overbodig wordt gemaakt.
Op de ledenraadvergadering van NOAB, het is immers een vereniging, komt het uitgebreid aan de orde: het nieuwe beleidsplan van NOAB. Met dit beleidsplan wil NOAB haar kantoren toekomstproof maken. Het beleidsplan focust op pijlers: ICT, zekerheid en kwaliteit, en, als derde, nieuwe businessmodellen. Het zijn de issues die bij vrijwel alle kantoren spelen en die vertaald moeten worden in concrete voornemens en stappen. De eerste pijler is ICT. De diagnose is niet nieuw en niet uniek: technologie holt administratief werk uit en zal het in de toekomst voor een groot deel overbodig maken.
ICT
NOAB heeft hiervoor ten behoeve van haar leden een aantal scenario’s uitgewerkt. Deze gaan van het onder NOAB-vlag gezamenlijk inkopen van ICT-diensten en zo financieel voordeel voor de leden te bewerkstelligen tot aan de andere kant het ontwikkelen van een NOAB-suite. Een sluitend aanbod waarmee – op basis van best of breed-oplossingen – kantoren hun ICT kunnen inrichten. Het gaat niet zo ver dat de NOAB dan voorschrijft welke software gebruikt moet worden. ‘Het is meer een cafetariamodel,’ licht NOAB-voorzitter Martien Hermans toe. Kantoren kunnen dan zelf kiezen, maar de software sluit wel naadloos op elkaar aan. Tussen een NOAB-suite en gezamenlijke inkoop zitten dan nog allerlei tussenstadia zoals ondersteuning, gemeenschappelijke hosting enz. Een NOAB-suite moet voordelen bieden. De uitrol van RGS en SBR, standaardreportages naar de fiscus, de KvK, banken en het CBS worden zo wel steeds makkelijker. De uitvragende partijen weten dan dat er binnen NOAB-kantoren volgens dezelfde standaarden en procedures gewerkt wordt. ’Het is niet haalbaar en ook niet nodig om te zeggen jullie moeten allemaal met partij x of y in zee.’
Op de opmerking dat er initiatieven in de markt zijn die dit oppakken, kijk naar bijvoorbeeld Alley Oop en DAPAS, reageert NOAB-directeur Michel Hamer: ‘In ons onderzoek hebben we ook gekeken naar wat er vanuit de markt wordt aangeboden. Maar dat is vaak vanuit de aanbodzijde beredeneerd. Wij denken dat het zo niet moet werken. Denk vanuit het kantoor.’
Toekomst van uitvoerende werkzaamheden
Martien Hermans bevestigd het onmiddellijk: IT-ontwikkelingen raken een kantoor tot in de haarvaten en gaan heel veel werk overnemen. Dat heeft ook gevolgen voor de personeelsbezetting van kantoren. Administratief werk op MBO-niveau verdwijnt. Dat weten NOAB-kantoren ook, bevestigd Michel Hamer: ‘We hebben het gemeten. 10 jaar geleden zagen we veel MBO-ers op de kantoren. Nu worden over het algemeen HBO-ers aangetrokken.’ Het voordeel van NOAB-kantoren is dat het geen mega-organisaties zijn, maar vaak veel relatief kleine kantoren. Die zijn wendbaar. ‘Het zijn geen logge organisaties,’ zegt Hamer. En hij vertelt over het programma ‘Beat the benchmark.’ Dat is een traject waarin kantoren en kantooreigenaren in een drietal weekenden, diverse workshops en zogeheten mastermind bijeenkomsten intensief getraind worden op: leiderschap, workflowmanagement, time management, business modellen enz. Er hoort ook een nulmeting bij en individuele coaching: Wat is het vertrekpunt van je kantoor. ‘Er wordt genoeg gesproken over dat je je moet ontwikkelen van administrateur naar adviseur. Wij willen de hoe-doe-je-dat-vraag invullen. Dat zien we ook terug in ons reguliere educatieprogramma. Heel praktisch gaat het dan bijvoorbeeld om toekomst gericht rapporteren en een verkorte opleiding tot kredietcoach.’
Kwaliteit als tweede pijler
NOAB noemt hier vertrouwen en zekerheid als kernbegrippen. Assurance wordt traditioneel geclaimd als het domein van de accountant. ‘Maar dat is natuurlijk onzin,’ stelt De Vlam. ‘Administratiekantoren moeten dat ook bieden en die hebben daarin ook een publieke taak.’ Daarbij gaat het niet alleen om deskundigheid maar ook om integriteit. Daarvoor heeft de NOAB plannen: aanscherping beroepsregels, gesprek aan gaan met de leden, driejaarlijkse kantoorcontroles op kwaliteit, formuleren van KPI’s, verklaring omtrent het gedrag en tenslotte sancties wanneer kantoren zich niet aan de regels houden. ‘De focus op de publieke taak is een nieuwe rol,’ stelt Ed de Vlam. ‘Dit was 15 jaar geleden ondenkbaar.’
Er hoort ook een discussie bij over de integriteit en moraal van de fiscale adviseur. Niet alleen kijken naar het klantbelang, maar ook naar het maatschappelijk belang. De vergelijking tussen fiscaal ontwijkend gedrag enerzijds en aanscherping regels anderzijds ligt dan voor de hand. De Vlam noemt het een ‘brugfunctie tussen de ondernemer en de overheid en andere uitvragende partijen die betrouwbare informatie willen.’
Nieuwe businessmodellen
In de afgelopen jaren is veel discussie gevoerd over business modellen in accountancy. Het einde van uren x tarief. Productcalculatie en abonnementsprijzen zouden het helemaal worden. Hermans vindt dat echter niet de fundamentele discussie. ‘Het einde van uren x tarief is niet wat wij bedoelen met een discussie over business modellen. Het nieuwe business model betekent dat kantoren een andere functie krijgen in de keten van verslaggeving, rapportering en advisering. Het gaat om de diensten die we verlenen. Kunnen we de ondernemer helpen bij het sturen op KPI’s. Kunnen we de rol pakken van financieel manager of controller in het MKB?’
Van oudsher vindt administratieve dienstverlening een flink deel van het bestaansrecht in het feit dat een jaarrekening en een fiscale aangifte verplichtingen zijn. Het opschuiven van de controlegrenzen en het vereenvoudigen van deponeringseisen voor zgn. micro-entiteiten is een goede zaak. NOAB wil daar van weg. ‘We moeten niet leven van administratieve lastendruk. Kantoren en leden moeten nieuwe diensten ontwikkelen om oude diensten te vervangen. Dat vraagt creativiteit en ondernemerschap.’
Basisdiensten
Toch blijft de kern van de dienstverlening bestaan uit administratie en fiscale compliance. En daar ligt ook voor de NOAB nog steeds een taak in basale belangenbehartiging. Maar ook weer een link naar administratieve lastenverlichting. Een gemiddelde ondernemer krijgt al gauw 8 tot 10 blauwe enveloppen per jaar. Inmiddels ligt er wel een uitgesproken voornemen om de blauwe enveloppen af te schaffen. Maar dat is nog lang niet het geval. Het komt vaak voor dat de ondernemer de brieven op een stapel legt en eens in de zoveel tijd bij zijn dienstverlener neerlegt. Om dit goed te regelen moet er een machtigingsregister komen, daarin wordt de positie van het intermediair vastgelegd. Michel Hamer hierover: ‘De Belastingdienst is vooral gefocust op de relatie met de belastingplichtige, het intermediair zit daar wel tussen, maar heeft geen wettelijke rol. Laat staan een rol in de verbetering van het proces.’
Blijkbaar ziet de Belastingdienst het intermediair niet als klant en dat lijkt NOAB geen goed uitgangspunt om alle fiscale plannen in de praktijk te realiseren.
Dat breng de discussie ook op de kwaliteit van Horizontaal Toezicht (HT). Veel partijen – en zo ook NOAB – staan daar positief in, maar! Martien Hermans hierover: ‘Wanneer wij zien dat HT voor onze klanten iets oplevert en dat doet het op dit moment niet echt, dan is het nog maar de vraag of HT nog succesvol gaat worden.
In het begin leken de voordelen voor de belastingplichtige vrij groot: direct contact, vooroverleg, snelle opvolging, minder controles. Daar blijft nog maar weinig van over. Immers vrijwel iedereen krijgt nu direct een definitieve aanslag. Daarvoor hoef je niet onder HT te vallen.
Het lijkt er dat de Belastingdienst een soort benchmark toepast. Zij zien wat er binnenkomt en kijken of er grote afwijkingen in zitten. Dan gaan ze controleren en daarbij maakt de Belastingdienst geen onderscheid tussen HT-klanten en niet HT-klanten. Er wordt niet meer gekeken of het een RB-lid, een NOAB-kantoor of een SRA-kantoor is. Die vertrouwensrol wordt in feite weggeveegd.’
Michel Hamer vult dit nog aan: ‘De Belastingdienst dient een krachtige, hernieuwde strategie te ontwikkelen t.a.v. HT. Wanneer hun antwoord blijft: “het is één van de toezichtsmaatregelen in ons totale pakket,” dan denk ik dat HT een stille dood sterft.’
Geef een reactie