Volgens staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën is het verhaal dat artiesten te maken krijgen met een toename van administratieve lasten door het afschaffen van het beschikkingencircus rondom de VAR niet terecht. ‘Na afschaffing van de VAR kan een artiest nog eenvoudiger dan nu ervoor zorgen dat de artiestenregeling niet van toepassing is.’
Dat schrijft de staatssecretaris in zijn antwoorden op vragen van de Eerste Kamer over de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties.
In het verleden besrond er een zelfstandigheidsverklaring voor artiesten. De leden van de fractie van D66 stelden de vraag aan Wiebes of er een vergelijkbare regeling voor deze beroepsgroep kan worden ingevoerd om zo tegemoet te komen aan de naar de mening van deze leden ophanden zijnde administratieve lastenverzwaring voor deze en vergelijkbare andere groepen. Volgens de staatssecretaris is het verhaal van toenemende administratieve lasten, met angstbeelden van uitvoerige contracten per opdracht, onterecht. ‘Er verdwijnen vooral administratieve lasten door het afschaffen van het beschikkingencircus rondom de VAR. De bedoeling van het wetsvoorstel Wet DBA is om te dereguleren en te dejuridiseren. Dat gaat in het algemeen gepaard met een afname van de administratieve lasten. Om deze reden is er niet voor gekozen om in plaats van de VAR een nieuwe beschikking in te voeren.’
Artiestenregeling
Op artiesten die geen dienstbetrekking hebben, is op dit moment de artiestenregeling van toepassing, tenzij de artiest gebruikmaakt van een VAR-wuo of VAR-dga. Het komt vaak voor dat deze VAR wordt bijgesloten bij de mail waarmee ook de factuur wordt gestuurd. Volgens Wiebes kan na afschaffing van de VAR een artiest nog eenvoudiger dan nu ervoor zorgen dat de artiestenregeling niet van toepassing is. ‘In plaats van het opsturen van een VAR kan de artiest schriftelijk (bijvoorbeeld per mail) met zijn opdrachtgever afspreken dat de artiestenregeling niet wordt toegepast. Deze afspraak kan ook na afloop van het optreden tegelijk met het sturen van de factuur worden gemaakt. De artiest hoeft dus geen VAR meer aan te vragen waardoor zijn administratieve lasten dalen.’
De artiestenregeling zoals hier beschreven wordt aangepast in een nog vast te stellen algemene maatregel van bestuur.
Voorbeeldovereenkomsten artietsen
Als een artiest twijfelt of er mogelijk sprake is van een echte dienstbetrekking kan de artietst terugvallen op de twee op de website van de Belastingdienst gepubliceerde voorbeeldovereenkomsten voor artiesten. Deze zijn tot stand gekomen op initiatief van de betreffende beroepsgroep. Het uitsluiten van de artiestenregeling maakt deel uit van die overeenkomsten. ‘De twee voorbeeldovereenkomsten voor artiesten zijn zeer compact, zeker als alleen de gemarkeerde fiscaal relevante bepalingen worden gebruikt. Ik deel dan ook niet de mening van de leden van de fractie van D66 dat de administratieve lasten toenemen’, aldus Wiebes.
Geef een antwoord