De beoordelingstermijn van een WBSO-aanvraag is drie maanden, tenzij de aanvraag kosten en uitgaven bevat, niet compleet is, of vragen bij RVO oproept. Het indienen van een volledige aanvraag is dus cruciaal voor beschikkingssnelheid ervan. Zo meldt PNO Consultants.
Nadat een aanvraag voor de WBSO (fiscaal voordeel op R&D-werkzaamheden) is ingediend, gaat RVO deze aanvraag beoordelen. De beoordelingstermijn van deze aanvraag is vastgesteld op drie kalendermaanden na aanvang van de periode waarop de aanvraag betrekking heeft. Dit betekent dat de WBSO-aanvraag voor de periode januari-juni 2016 uiterlijk eind maart beschikt wordt. Zijn in dezelfde aanvraag ook kosten en uitgaven opgenomen, dan wordt de afhandeltermijn nog met acht weken verlengd. De uiterste beslisdatum is dan eind mei 2016.
Onvolledige aanvraag
De uiterlijke beslissingstermijn van drie maanden (plus acht weken) geldt uiteraard alleen als er direct een volledige aanvraag is ingediend. Is de eerste aanvraag onvolledig, dan wordt de afhandeltermijn opgeschort totdat alle benodigde stukken zijn ontvangen. Bovendien kan RVO tijdens de beoordeling van de aanvraag vragen stellen als er onderdelen in de aanvraag niet duidelijk zijn. De termijn om antwoord te geven op deze vragen heeft ook een opschortende werking op de afhandeltermijn. Het kan dus gebeuren dat voor een WBSO-aanvraag over de periode januari-juni 2016 nog geen beschikking is afgegeven. Om dit te voorkomen is het dus heel belangrijk om direct een goede aanvraag op te stellen die zowel volledig is, als geen vragen oproept. Des eerder is er duidelijkheid over de toekenning van fiscaal voordeel.
Recht op tegemoetkoming bij ingebrekestelling
Naast zorgen voor een volledige en duidelijke aanvraag is het ook slim om als WBSO-aanvrager goed in de gaten te houden wanneer de WBSO-aanvraag is ingediend. Als de behandeltermijn namelijk verstreken is – en RVO nog geen beschikking heeft afgegeven – kan RVO in gebreke worden gesteld. De ingebrekestelling moet per brief of per mail worden gedaan. Met de ingebrekestelling krijgt RVO vervolgens twee weken de tijd om alsnog over te gaan tot afgifte van een S&O-verklaring. Let wel: een ingebrekestelling heeft tot doel het bestuursorgaan (hier RVO) te dwingen om tijdig een besluit te nemen. Er kan geen invloed worden uitgeoefend op de inhoud van het besluit zelf. Een aanvraag kan dus ook worden afgewezen. Als er dan binnen die twee weken geen beslissing is genomen door RVO, dan heeft de aanvrager automatisch recht op een dwangsom (bestuurlijke dwangsom). De dwangsom bedraagt de eerste veertien dagen 20 euro per dag, de daaropvolgende veertien dagen 30 euro per dag en de overige dagen 40 euro per dag per aanvraag.
De WBSO houdt dus niet op bij het indienen van een aanvraag. Voor veel ondernemers begint dan juist het meeste werk.
Geef een antwoord